CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, februari 2010

 

 

Gouvy: Symfonie nr.6 in g, op. 87 - Sinfonietta in D, op. 80.

Deutsche Radio Philharmonie Saarbrücken Kaiserslautern o.l.v. Jacques Mercier.

CPO 777 380-2 • 58' •

 

 

 


De orkestwerken van Théodore Gouvy (1819-1898) zijn zelden of nooit te horen in de concertzaal. Dankzij de Franse regionale overheid van Lorraine en het Instituut Théodore Gouvy is het label CPO echter wel in staat om er cd-opnames van te maken. Er zijn meer cd's met composities van Gouvy, maar van het symfonisch oeuvre is praktisch nog niets opgenomen. CPO zal een serie uitbrengen met alle orkestwerken. Dit is de tweede cd in de reeks, nadat in 2009 zijn Derde en Vijfde symfonie werden uitgebracht (klik hier voor de recensie).

Gouvy was niet geniaal, zoals bijvoorbeeld zijn tijdgenoot Anton Bruckner maar het is jammer om zijn muziek geheel te veronachtzamen. Gouvy's wieg stond in Duitsland, waar hij ook stierf. Hij woonde beurtelings in Duitsland en Frankrijk en werd gerespecteerd als lid van de Preußischen Akademie der Künste én het Institut des Beaux Arts. Als componist was hij meer geliefd in Duitsland dan in Frankrijk. Hoewel Gouvy's muziek  meer Duits dan Frans lijkt hield hij niet van Wagner. Het is overigens de vraag of hij bijvoorbeeld wel Berlioz waardeerde want uit deze cd met werken die geschreven werden tegen het eind van de negentiende eeuw blijkt dat vernieuwingen voor een deel genegeerd werden door Gouvy. 

De Zesde symfonie uit 1889 is een van de laatste werken van de componist en kwam ruim twintig jaar na de voltooiing van zijn vijfde symfonie tot stand. De sinfonietta die enkele jaren eerder tot stand kwam zou ook best symfonie kunnen worden genoemd. Het is dus niet zo dat Gouvy zich al decennia lang niet meer bezig hield met het genre. Toch is zijn laatste symfonie weinig origineel en wat ongeïnspireerd. Een compositie die geënt is op Mendelssohn, Schubert, Raff en Brahms maar bovenal op eigen kamermuziek. Het blijkt Gouvy aan echte inspiratie ontbroken te hebben en het scheppingsproces was een kwestie van lange adem. Het is vooral in vergelijking met de eerdere prestaties van de componist een wat tegenvallend werk met verhoudingsgewijs veel herhalingen. Het derde langzame deel is het mooiste deel en is gebaseerd op een aubade uit de Petite suite gauloise, een werk voor blazers. Van de 4 delen van de symfonie is dit het deel dat het dichtst bij het origineel lijkt te staan.

De Sinfonietta op. 80 was aanvankelijk bedoeld als symfonie. Voor de première in 1885 in Leipzig wijzigde Gouvy op aanraden van twee bevriende componisten, Carl Reinecke en Salomon Jadassohn (een leermeester van Bernard Zweers), de naam symfonie in het minder pretentieuze Sinfonietta. In vergelijking met de Zesde symfonie verdient deze compositie mijns inziens overigens best de naam symfonie. Het is licht maar serieus stuk, met drie van de vier delen in stralend majeur. Het herinnert enigszins aan de vrolijke symfonieën van de Weense klassieken, maar misschien nog wel meer aan de tweede symfonie van Brahms. Een lichtvoetige compositie die meer originaliteit en inspiratie ademt dan de zesde symfonie en die best wel eens in de concertzaal  zou mogen worden uitgevoerd.

Wat bij de bespreking van de eerste cd uit de serie over het orkest en dirigent werd geschreven geldt ook hier, al lijkt het enthousiasme van de musici op deze opname een tikkeltje minder. Het relatief onbekende Duitse radio-orkest met een Franse dirigent mist de kwaliteit van een echt toporkest maar levert een prima prestatie.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links