CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, juni 2010

 

 

Dohnányi: Symfonische minuten op.36 - Variaties op een kinderliedje voor piano en orkest op. 25 - Suite voor orkest in fis op.19.

Eldar Nebolsin (piano), Buffalo Philharmonic Orchestra o.l.v. JoAnn Falletta.

Naxos 8.572303 • 70' •

 

 


De naam Dohnányi associeer ik in eerste instantie met de dirigent Christoph von Dohnányi, maar het gaat hier om zijn grootvader, pianist en componist Ernö of Ernst (von) Dohnányi (1877-1960). Ernst von Dohnányi groeide op in Hongarije en kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, een voortreffelijk cellist. Dohnányi was bevriend met Bartók, maar oriënteerde zich minder dan zijn vriend op Hongaarse volksmuziek, en richtte zich vooral op de Duitse traditie.

 
Ernst (von) Dohnányi  

Met name zijn eerste werken zijn sterk beïnvloed door Brahms. Dohnányi maakte aanvankelijk vooral furore als concertpianist en gaf veel concerten in Europa en in de Verenigde Staten. Hij werd gezien als de beste Hongaarse pianist na Liszt. Als eerste wereldberoemde pianist speelde hij vaak kamermuziek. Zo raakte hij bevriend met Joseph Joachim en dankzij hem kreeg Dohnányi in 1905 een baan in Berlijn, waar hij 10 jaar bleef. Terug in Hongarije hervormde hij het muziekleven en was hierbij zeer actief als dirigent, pianoleraar en organisator van concerten; bovendien richtte hij diverse muziekinstellingen op. Zijn verhuizing in 1944 naar Oostenrijk werd hem na de oorlog aangerekend. Afkerig van linkse en rechtse politiek voelde hij zich gedwongen om uiteindelijk naar de Verenigde Staten te emigreren, na een kort verblijf in Engeland en Argentinië. Hij stierf tijdens opnamesessies in New York.

Hoewel hij tijdens zijn leven voor enkele van zijn composities prijzen ontving werden zijn composities relatief snel vergeten en wordt zijn orkestmuziek niet vaak meer uitgevoerd. De drie composities op deze cd getuigen van een grote inventiviteit, een zeer gedegen kennis van instrumentatie, humor en eclecticisme. De muziek is grillig, onvoorspelbaar en sterk wisselend van karakter. Verrassende muziek die op cd niet verwaarloosd wordt, maar die in de concertzaal meer aandacht verdient dan zij nu krijgt.

“Symfonische minuten” (1933) is een vijfdelig werk dat maar een kwartier duurt, maar in deze 15 minuten gebeurt er van alles. Instrumenten als klokkenspel, celesta, trommels, cimbaal en althobo vormen een kleurrijk geheel, waarbij instrumenten, melodie en tempo elkaar snel afwisselen. Het vierde deel grijpt terug op thema uit de zeventiende eeuw, terwijl het volgende en laatste deel een voorafspiegeling lijkt van “The typewriter” van Leroy Anderson dat pas verscheen in de jaren ’50 van de twintigste eeuw.

De “variaties voor piano en orkest over een kinderlied” (Varations on a Nursery Song) werden gecomponeerd in 1914, maar is even verrassend als “Symfonische minuten”. Na een Wagneriaanse introductie valt de pianist nogal abrupt in met het eenvoudige “Ah, vous dirai-je, Mamam”, in Engeland bekend als “Twinkle Twinkle Little Star” en bij ons als “Altijd is Kortjakje ziek”. In de finale wordt een virtuositeit verlangd van de pianist die de componist als waarschijnlijk één van de weinigen eigen was. De elf variaties geven duidelijk aan hoe breed de muziekkennis van Dohnányi was. Van de Weense klassieken via Brahms en Tsjaikovski tot Debussy, Dohnányi gebruikte allen als inspiratiebron.

Een van de schetsboeken van Dohnányi

De orkestsuite is geschreven in 1908-09 en hiermee de oudste compositie van de cd. Dohnányi durfde toen nog iets minder te experimenteren en een onverwachte interventie op de piano met een kinderliedje is hier niet aan de orde. Maar ook in deze suite met variaties wordt hij nooit eentonig. We lijken Brahms, Mahler, balletmuziek van Tsjaikovski en dwingende hoorns uit het oeuvre van Bruckner te horen tot het orkest in het een na laatste deel inkrimpt tot kamermuzikale proporties en er een spetterende opzwepende finale met castagnetten volgt. Hoewel Dohnányi zeer veel inspiratie putte uit werk van collega’s imiteerde hij hen niet slaafs en drukte hij duidelijk zijn eigen stempel op de muziek.

Het Amerikaanse orkest bestaat 75 jaar en maakte inmiddels een respectabel aantal zeer gewaardeerde opnames voor Naxos met vooral minder gangbaar repertoire. De voor de Nederlandse concertbezoeker niet geheel onbekende dirigente JoAnn Falletta die onder meer succesvol het Residentie Orkest en het Rotterdams Philharmonisch Orkest leidde, is ruim 10 jaar de dirigente van het orkest uit Buffalo (klik hier) en heeft de touwtjes strak in handen en samen bereiken ze een uitstekend resultaat. De Oezbeekse pianist Eldar Nebolsin sluit hierbij prima aan.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links