CD-recensie

 

© Harry-Imre Dijkstra, januari 2022

Prokofjev: Symfonie nr. 6 in es, op. 111

Miaskovski: Symfonie nr. 27 in c, op. 85

Oslo Philharmonic Orchestra o.l.v. Vasily Petrenko
LAWO LWC1215 • 76' •
Opname: nov. 2018, mei 2019, Konserthus, Oslo

   

Na een eerdere koppeling van symfonieën van Prokofjev en Miaskovski voor het label Lawo, respectievelijk nr. 5 en nr. 21 (door collega Gerard Scheltens hier besproken), liggen nu weer twee belangwekkende werken van beide componisten gebroederlijk naast elkaar. Miaskovski studeerde tegelijk met Prokofjev in St. Petersburg, beiden hadden als jongemannen een stormachtig volwassen leven: Prokofjev met een vroege emigratie naar en een moeizaam bestaan in de Verenigde Staten, Miaskovski letterlijk en figuurlijk verwond door de Eerste Wereldoorlog waarin hij streed en de daaropvolgende burgeroorlog die hij meemaakte. Na de Tweede Wereldoorlog zaten ze ook weer bij elkaar, nu in het groepje van door het staatsapparaat van formalisme beschuldigde componisten.

Vinden we iets terug in de gepresenteerde na-oorlogse symfonieën van (zelf)censuur, onderdrukking, melancholie, of willen we dat als luisteraar misschien te graag? Moet er een geëngageerd gevoel kleven aan muziek uit een bepaald jaar uit een bepaald land in een bepaalde politieke situatie?

Bij een eerste vergelijking van de muziek is het gevoel van een hang naar het verleden bij Miaskovski veel sterker, zijn stijl is nu eenmaal romantischer en meer vanuit de ronde grote vorm gedacht. Voor een toporkest als het Oslo Filharmonisch Orkest biedt het alle ruimte de blazerssolisten en groepen in alle pracht te laten schitteren. Maar ook lijkt Miaskovski's muziek absoluter, al was hij ernstig ziek en in de laatste fase van zijn leven tijdens het schrijven van de symfonie – het werk zou ook postuum pas uitgevoerd worden en notabene beloond worden met een Stalinprijs! Met de diepe strijkersklanken in het tweede deel en het soepele lijnenspel van de vederlichte blazers en natuurlijk ook de visie op het gehele werk maken orkest en dirigent indruk. Dat is dan niet zozeer de indruk van een dichte betrokkenheid bij de muziek, want ergens blijft er afstand hangen, een gepaste afstand die met gemak gedicht had kunnen worden als de sluis naar overrompeling en contrast wat ruimer was opengezet. En ruwer door sommige passages heenjagen ten koste van een beetje precisie was ook niet erg geweest.

Deze mate van briljant musiceren en tegelijk niet het onderste uit de kan willen halen ten gunste van de strakke heldere blik op het geheel, dat breekt vooral bij de symfonie van Prokofjev op. Grillige momenten daargelaten, ligt de boodschap van de componist in het directe verleden: naar zijn idee was er dan wel een oorlog gewonnen, maar de schade en verwonding zou bij velen aanwezig blijven en niet helen. Aan zijn vrouw had de componist toevertrouwd dat vlak vóór de coda van het slotdeel zelfs de vraag wat het leven nu werkelijk is door hem muzikaal was gesteld. Want wat zou er blijven van hem als mens in moeilijke omstandigheden, ziek en politiek in gevaar, wat zou er blijven van het succes als componist? Vragen en overwegingen die hem zonder twijfel gebracht hebben tot het schrijven van een van zijn meest volkomen werken, waarin de innerlijke beleving even zwaar moet wegen als wat er instrumentaal genoten kan worden.

In de opvatting van Petrenko is het vooral de orkestrale kleuring die het oor streelt, maar de dramatiek en opulente, soms stekende motieven, met name in het tweede deel, komen er wat schriel vanaf. De finale is ritmisch messcherp, fris, trappelend als een synchrone horde viervoeters, maar had dansanter gekund. De voorbereiding op de coda komt vrij gewoontjes over, klankschoonheid opnieuw op nummer één... Dan zijn de slotmaten opeens een bulk aan ondoorzichtige akkoorden, die toch voor een 'nette' climax zorgen. Maar als luisteraar hebben we niet echt gehoord wat ensemble en dirigent nu werkelijk hebben willen vertellen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links