![]() CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, januari 2020
|
De Oostenrijkse Olga Neuwirth is een rijzende ster. Ik hoorde voor het eerst van haar toen ze een stuk bleek te hebben geschreven ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van Pierre Boulez in 2000. Daarmee had zij zichzelf danig gepositioneerd. Dat leidde niet alleen tot verzet (waarover Siebe Riedstra schreef in zijn recensie van de cd: klik hier), maar ook een erkenning die typerend is voor de modernistische traditie waar zij in staat: een mix van bewondering en verwondering. Bewondering, omdat ze een uitstekende componist blijkt te zijn. Onlangs ging haar opera Orlando in Wenen in première bij de Wiener Staatsoper, de eerste keer dat een opdracht van die instelling ging naar een vrouw. En van haar trompetconcert .miramondo multiplo. verscheen onlangs een nieuwe opname, net als de eerste met als solist Hakan Hardenberger, maar nu o.l.v. Martyn Brabbins (op BIS). Over inzet door superieure musici heeft ze niet te klagen, ook niet wat deze cd betreft. Verwondering, omdat Neuwirth net als de beste modernisten onder wie Pierre Boulez vrijwel helemaal weigert zich in een hokje te laten persen. Ze is, afgaande op de werken op deze cd, geen vriend van neoromantiek, postmodernisme, religieus gefundeerde verstilling, minimal music en andere modieuze fenomenen. Uitgesproken nationaal, zoals Reich Amerikaans is en Rihm Duits, kan men haar muziek onmogelijk noemen. Wat haar bindt met de beste modernisten en dat haar daarmee toch een beetje in een hokje plaatst, is de liefde voor abrupte gebaren, onverwachte wendingen, nieuwe klankkleuren, schijnbaar pulsloze muziek en instrumentale virtuositeit. De lange lijn in haar stukken is grotendeels een kwestie van intuïtie, energie en humor. Zeer persoonlijk aan haar taal is ook haar gevoel voor theater. Andere stijlen zijn er om op de hak te nemen. Händel maakt zijn opwachting in het trompetconcert, Mahler in Remnants, volksmuziek uit Masaot, maar de toespelingen zijn vaak flarden 'in de stijl van' die meteen worden geparodieerd of door de context een geheel nieuwe lading krijgen. Het ongemakkelijke aan deze werken is dat de componiste ons elk stilistisch houvast onthoudt en het aangename zoekt in het onzekere avontuur. Geen wonder dat de schrijver van het tekstboekje ons overal heen stuurt maar nergens een systeem uit peurt, geen wonder ook dat critici (zoals Siebe Riedstra in zijn recensie schreef) haar betitelen als elitair. Ze gooit alle ingrediënten door elkaar en niet toevallig is een van haar voorbeelden Miles Davis die voortdurend keek naar wat er buiten zijn eigen hokje te beleven viel en dat gretig opnam in zijn werk. Dat systeemloze is in zekere zin ook het gevaar van haar werk. Ik begrijp waarom van het trompetconcert al twee opnamen bestaan (het is het meest speelse stuk van het cd), maar ook waarom van de niet zo talrijke cd's met haar werk de meeste zijn verschenen op Kairos dat net als vroeger Wergo, Vega en Donemus een staalkaart biedt van de beste hedendaagse en (om met de critici te spreken) elitaire muziek (en daarmee een heel ander eigentijds repertoire brengt dan ECM, Orangemountain en Universal). Haar opera Orlando, afgaande op de radio-uitzending, vond ik wisselend van niveau, net als de twee overige werken op deze cd. Wat ook betekent dat er ijzersterke momenten in zitten die aandacht verdienen in een andere sfeer. Dat Neuwirth filmmuziek heeft geschreven, verbaast mij niet. Haar muziek is beeldend zonder conventioneel te zijn en evenzeer een aanvulling op een ander medium als zelfstandige muziek die bevredigt omdat ze uitdaagt. Deze elite is er om te koesteren. index |
|