CD-recensie

 

© Bas van Westerop, maart 2009

 

 

Brahms: Vioolconcert in D, op.77 - Dubbelconcert voor viool, cello en orkest in a, op.102.

Vadim Repin (viool), Truls Mørk (cello), Gewandhausorchester Leipzig  o.l.v. Riccardo Chailly.

DG 477.7470 • 73' •

Opname: Gewandhaus, Leipzig, augustus 2008.

 


Nauwelijks had ik de opname van Nikolaj Znajder met de Wiener Philharmoniker en Valery Gergiev besproken (klik hier) of deze cd van Vadim Repin lag in de winkel. Met een enorme reclamecampagne van DG (inclusief promotievideo op YouTube!) zal deze opname zeker meer aandacht krijgen dan die van Znajder die (heel verrassend) was gekoppeld aan het Vioolconcert van Korngold.

Maxim en Vadim: maatjes

Vadim Repin hoorde ik voor het eerst live aan het einde van de jaren tachtig toen hij samen met zijn "klasgenootje" Maxim Vengerov een lunchconcert gaf in het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Voor die gelegenheid was alleen een kleine studio beschikbaar zodat de aanwezigen er met hun neus bovenop zaten. Iedereen die er toen bij was zal beseft hebben dat hier iets heel bijzonders gebeurde: twee aankomende topviolisten, die op dat moment technisch al volleerd waren, gingen even helemaal los! Repin ging het virtuoos spelen misschien net wat makkelijker af maar Vengerov bleek ook muzikaal al heel ver.  Hij maakte een meer "ontwikkelde", volwassen indruk terwijl Repin duidelijk op instinct speelde maar daarbij technisch geen enkele hindernis kende.

Hoe het verder ging is (wellicht) bekend:

Maxim Vengerov stond van meet af aan én langdurig in de schijnwerpers en speelde zich haast letterlijk kapot. Hij nam om die reden een jaar vrijaf  maar een schouderblessure heeft nu (voorlopig) een einde gemaakt aan zijn vioolcarrière.

Vadim Repin groeide in de tussentijd rustig door: zijn eerste cd-contract (bij Erato) gaf hem meer ruimte voor eigen keuzes en hij bouwde zijn carrière op alle wereldpodia met een ijzeren discipline op.

Repin is (voor wie hem nooit heeft gehoord) een echt podiumbeest. Met zijn formidabele techniek is hij in staat om elk concert op zijn minst goed te spelen maar als hij in orkest en dirigent "soulmates" herkent kunnen er wonderen gebeuren. Eén van die "soulmates" is Valery Gergiev: ik hoorde ze samen o.a. in het Brahms concert maar ook in het Eerste Vioolconcert van Sjostakovitsj. Uitvoeringen die in mijn herinnering staan gegrift: bezeten en vol risico's, living dangerously!

Hoe goed je elk woord ook articuleert, het gaat om de zinnen!

Dat je bij cd-opnamen niet altijd een Dream Team kan formeren moge duidelijk zijn maar in dit geval is het wel heel jammer dat Riccardo Chailly hier flink roet in het eten gooit. 

Hij kiest voor een heldere, slanke, afgetrainde Brahms met een zeer open orkestklank. De cello's duidelijk hoorbaar in het midden en de eerste en tweede violen resp. links en rechts van de dirigent. In Beethoven en Schubert een groot voordeel maar bij Brahms (die veel harmonischer schrijft) een discutabele beslissing.

Op zich is deze heldere benadering best mogelijk (zie ook Gardiner in zijn Brahms-cyclus) maar veel vervelender is dat Chailly de muziek te vaak in stukken uiteentrekt.

De grote lijn is zoek en een vergelijking met Gergiev (bijvoorbeeld in de inleiding van het eerste deel) maakt het al snel duidelijk: hoe goed je elk woord ook articuleert, het gaat om de zinnen: die maken het verhaal.

Chailly's Brahms cyclus in Amsterdam (opgenomen door Decca) leed onder hetzelfde euvel: alles was te horen, maar het muzikale betoog was verre van meeslepend.

Dit alles zou uiteraard nog te begrijpen zijn geweest als Repin was meegegaan in deze benadering (of er zelf om had gevraagd!). Maar vanaf zijn eerste inzet is duidelijk dat hij juist voor een prachtige, gloeiende, romantische interpretatie gaat. Hij speelt de solopartij werkelijk fantastisch en waar Chailly graag in kleine boogjes fraseert trekt Repin prachtige lange spanningsbogen.

Hoogtepunt is dan ook logischerwijs de solocadens (van Jascha Heifetz) die Repin fenomenaal speelt: wat een genot om iemand zo makkelijk en muzikaal te horen spelen.

Het Gewandhausorchester klinkt op deze opname zeer gemanipuleerd: er is nooit een totaalklank, er komen altijd groepen of solisten te voorschijn uit het orkest. Heel merkwaardig en kunstmatig: ook de dynamiek ligt hier dus in handen van de opnametechnici!

Het Dubbelconcert

Brahms' Dubbelconcert is in de concertzaal een ondergeschoven kindje vanwege de balansproblemen: vooral de cellist heeft het knap moeilijk om zich te kunnen handhaven in een zaal. Op een opname is dit uiteraard makkelijk te verhelpen en hoeft de cellist zich niet uit de naad te spelen: hier kan dan ook het kamermuzikale aspect van dit werk beter worden belicht.

Truls Mørk is een betrouwbare partner van Vadim Repin maar zeker geen gelijkwaardige, en ook dat is heel jammer! Hij speelt zijn partij technisch goed maar zonder enige fantasie (luister naar het begin van zowel het eerste als het derde deel). Alles klinkt oerdegelijk maar zonder noodzaak, er is geen stuwing in zijn spel en de (vele) omspelende loopjes klinken verbijsterend netjes en plichtmatig.

Een uitstapje naar Rostropovitch (EMI met Oistrach/Szell of Perlman/Haitink) of Maisky  (DG met Kremer/Bernstein) maakt het verschil wel heel pijnlijk duidelijk.

Maisky bijvoorbeeld maakt van elke noot een gebeurtenis en na 5 minuten van het eerste deel zit je met een brok in je keel: wat een prachtig werk is dit toch!

Bij Truls Mørk krijg je het idee dat Brahms misschien toch mindere composities op zijn naam heeft staan..

Maar ook cellisten als Milos Sadlo, André Navarra, Gregor Piatigorsky of Leonard Rose: ze vonden allemaal een eigen toon en waren zo op hun eigen manier betoverend in dit prachtige werk in herfstkleuren. Technisch viel er dan misschien af en toe een steekje, maar zonder karakter spelen, nee dat nooit!  

Ook Repin lijkt hier af en toe ook de weg kwijt te zijn: alles is afgestemd op het samenspel met Mørk en het orkest. Als één woord zijn spel kan samenvatten is dat: voorzichtig. En dat is een woord dat normaal niet voorkomt in Repin's vocabulaire. Merkwaardig!

Het orkest klinkt in het Dubbelconcert nog kleiner dan in het Vioolconcert en fraseert af en toe zo licht dat het meer op Mendelssohn begint te lijken dan op Brahms. Maar de opnametechnici halen ook nu weer streken uit: terwijl in de partituur de eerste maat van het tweede deel forte (4 hoorns) en de tweede (als echo!) piano (houtblazers) staat aangegeven klinken beide maten hier forte. En dat kan onmogelijk zo gespeeld zijn.

Een merkwaardige plakfout in de opname zorgt ervoor dat in maat 239 van het eerste deel duidelijk hoorbaar een tel mist. Een raadsel hoe dat kan gebeuren.

Conclusie

Alles bij elkaar genomen dus gewoon een gemiste kans. Vadim Repin speelt het Vioolconcert live buitengewoon fraai en meeslepend. Waarschijnlijk had hij dus beter (net als Znajder) een compilatie kunnen laten maken van enkele live uitvoeringen.

En denk je eens in wat er dan, in combinatie met bijvoorbeeld Gergiev, had kunnen gebeuren! Maar ook Ricardo Muti (waarmee hij Beethoven opnam) of Maris Jansons

(waarmee hij ook veel memorabele concerten gaf) zouden hem zeker een passender begeleiding hebben bezorgd.

Aanraders voor deze combinatie van werken: Oistrach/Rostropovich/Szell/Klemperer op EMI en zeker ook Kremer/Maisky/Bernstein op DG (ook dvd). 


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links