CD-recensie
© Basia Jaworski, juni 2016
|
Anders dan Elektra van Richard Strauss of Iphigenie en Tauris van Gluck (Orest van Trojahn laat ik gemakshalve buiten beschouwing), die zich op maar één episode uit het drama van Aeschylos richten, heeft Tanejev de hele trilogie als onderwerp van zijn opera gekozen. We vangen aan met de terugkomst van Agamemnon uit de oorlog en eindigen met de door Athena opgeroepen rechtbank, die zich over de schuld en boete van Orestes moet buigen. Maar vóór het zover is wordt Agamemnon door zijn vrouw en haar minnaar Aigisthos vermoord. Beiden worden op hun beurt gedood door Orestes, die met hulp van zijn zus Electra wraak neemt op de moord van zijn vader. In het laatste deel roept Orestes - tot waanzin gedreven door de hem achtervolgende furiën - de hulp in van Athena, waarna de rechtbank volgt. Maar liefst twaalf jaar heeft Teneyev aan zijn opera gewerkt. Hij was nu eenmaal geen snelle schrijver en het componeren betekende voor hem echt zwoegen. Het resultaat is tegelijkertijd overweldigend en bevreemdend. Oresteia is een zeer atypisch werk voor een Rus, zeker in die tijd. Of dat een reden was voor de totale vergetelheid weet ik natuurlijk niet, maar het zou zo maar kunnen. Daar waar zijn tijd- en landgenoten hun ogen strak op hun vaderland en zijn geschiedenis hielden gericht, week hij uit naar de Griekse tragedie, waarbij hij ook de klassieke vorm niet uit het oog verloor. Tanejev zelf noemde zijn werk dan ook geen opera, maar een muzikale trilogie. Ik ken geen van de (in de rolverdeling alleen met hun achternaam vermelde) zangers, maar de uitvoering is voor zo ver ik het kan beoordelen - zonder enig vergelijkingsmateriaal is het best lastig - zonder meer goed. De grootste indruk maakte op mij N. Tkachenko (Cassandra). Haar sopraan klinkt blij vlagen best scherp, maar dat mag wel, zeker omdat zij met heel veel gevoel en betrokkenheid zingt. Haar grote "visioenaria" is ronduit hartverscheurend. Kippenvel. I.Dubrovkin (Orest) beschikt over een mooie, lyrische tenor. Zijn hoogte is af en toe een beetje geknepen en soms overschreeuwt hij zich. Maar in de rustiger momenten klinkt hij echt mooi. Kwestie van het orkest een beetje dimmen? Electra (T.Shimko) klinkt behoorlijk hysterisch. Ik snap dat (een beetje) wel, maar haar hoge noten zijn niet altijd zuiver en in vind haar stem aan de dunne kant. I.Galushkina, een echte Russische mezzo met veel borsttonen, zingt Clytamnestra. Zeer indrukwekkend. Toch: in haar gesprekken met Aegisthus (de fantastische bariton A. Bokov) laat zij zich ook van haar fragiele kant zien. Bokovs geluid is zeer mannelijk en heroïsch, wat Clytaemnestra's verliefdheid zeer aannemelijk maakt. V.Chernobayev (Agamemnon) stelt mij een beetje teleur: zijn bas is best indrukwekkend, maar echt zuiver klinkt hij niet en af en toe ontbreekt het hem aan laagte. index |
|