CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Reminicenses - Un monde en soi

Fauré: Élégie - Après un rêve op. 7 nr. 1 - Les Berceaux op. 23 nr. 1 - Sicilienne op. 78

Saint-Saëns: Le Cygne (uir Carnaval des animaux) - Sérénade (uit de Suite voor cello en piano op. 16)

Franck/Delsart: Cellosonate (bewerking van de Vioolsonate)

Ysaÿe: Sonate voor cello solo op. 28

Duparc: L'invitation au voyage (bewerking voor cello en piano)

Camille Thomas (cello), Julien Libeer (piano)

La Dolce Volta LDV29 • 72' • (2016)

   

Het label La Dolce Volta stelt zich ten doel om onze perceptie van cd's zo te veranderen dat we ze gaan zien als luxe producten. De strategie is erop gericht om een unieke koppeling te bewerkstelligen tussen label en artiest, en de geheimzinnige connectie tussen beide. Iedere uitgave zal worden ontworpen als een kunstwerk om daarbij het zeldzame gevoel van elegante uniciteit te creëren naast het verlangen om tot de club van muzikaal epicuristen te behoren.
Het is misschien enigszins vrij vertaald vanuit het Engels, maar zo staat het er toch echt. Dat lijkt bijzonder, maar is dat nu niet precies wat ieder label en iedere artiest graag wil? Afgezien van de vraag of die connectie in de praktijk wel zo geheimzinnig is (zelf denk ik van niet). Het cd-boekje is keurig uitgevoerd, daar niet van, maar jammer genoeg mis ik wel de opnamegegevens (datum, locatie, namen van de technici). Dat is een omissie die inmiddels toch wel zeldzaam is geworden.

Deze nogal zure introductie heeft echter een bijzonder positief vervolg, want het duo Thomas-Libeer speelt in dit repertoire grote troeven uit. Er stroomt zoveel gepassioneerde maar ook intuïtief gedoseerde muzikaliteit uit deze vertolkingen dat het je de adem bijna beneemt. En daar koop je uiteindelijk deze cd voor, nietwaar? 'Un monde en soi', een wereld op zich, staat op de achterkant van de cover. Het had werkelijk niet treffender kunnen worden gezegd. Dit is een wereld op zich, een bijzondere, schitterende, flonkerende, gedreven en lyrische wereld waarin pure klankschoonheid (wát een celloklank!) samenspant met imposante verbeeldingskracht. Dat levert zoveel meer op dan de som der delen, zo blijkt als de laatste klanken zijn weggestorven. Er zijn hier twee mensen aan het 'woord' die de kunst verstaan van het naar elkaar luisteren, die afwisselend en respectvol jegens de muziek het heft in eigen handen nemen en dat met evenveel gemak weer afstaan. Camille Yhomas en Julien Libeer creëren binnen het gehele discours een werkelijk ideale balans. De fijnmazige textuur van cello en piano is de drager van een diep gevoelde en gekleurde expressie. Een prachtig voorbeeld daarvan is hun visie op Francks Cellosonate in de door de cellist Jules Delsart met volle instemming van de componist geconcipieerde versie voor cello en piano.

Maria João Pires schreef over Libeer dat hij de 'complete muzikant is die op elk muzikaal moment een grondige kennis van het werk, een solide intellect en een onfeilbaar instinct voor het omvatbare verenigt'. In mijn eerdere recensie (klik hier) hoorde ik een pianist die de stukken 'vanuit ieder denkbaar perspectief had bestudeerd, de magie ervan als het ware had ingedronken en zich vervolgens had verlaten op zijn esthetische intuïtie'. Daar was ook de deels postume 'ontmoeting' tussen drie meesters van het klavier: Lipatti, Ravel en Libeer. Het is toeval, maar het bandje met de tekst 'Reminiscenses' dat rond de cd-cover was bevestigd bracht juist dat direct in herinnering.

Camille Thomas (Parijs, 1988) blijkt een geweldig celliste. Deze nieuwe release betekende een eerste kennismaking. Haar debuutalbum 'A Century of Russian Colors' op het label Fuga Libera had ik dus helaas gemist. Ik hoop deze omissie binnenkort alsnog goed te maken,
Ze heeft met name in de langzame delen de ruimte nodig om haar celloklank te kunnen laten bloeien en groeien en die krijgt ze van haar in dit opzicht gulle partner Libeer. We horen een verfijnd bovenregister en een gloedvol midden en laag, de melodische lijnen zich ontvouwend als kleurrijke panorama's. De combinatie van een warme akoestiek en haar fijnzinnige articulatie helpt bovendien duidelijk mee om ver boven een doorsnee vertolking te eindigen.
Camille Thomas komt blijkbaar niet uit een (Franse?) celloschool die hecht aan een fijnmazig bovenregister en een krachtig midden en laag, anders dan bij een Mstislav Rostropovitsj wiens cellospel zich juist uitstekend leende voor grotere ruimten en wat minder voor de intimiteit van een kleine zaal (het is in zijn vele studio-opnamen ook terug te horen). Bij Thomas ligt dat anders, maar wat de verschillen ook mogen zijn, haar hoofd en hart creëren de ideale muzikanteske ambiance voor deze soms pittoreske en romantische stukken, de samenwerking met Libeer is ideaal en daarmee een prachtig voorbeeld van fraai opgebouwde spel van geven en nemen. Over de cello kan ik nog mededelen dat die is gebouwd door Ferdinand Gagliano in 1788 en de benaming 'Château Pape Clément' heeft meegekregen. Ene monsieur Bernard Magrez heeft het instrument aan haar beschikbaar gesteld. Hij weet alles van wijn. Vandaar wellicht de verwijzing in het boekje naar 'Grand Clu Classé de Graves'. Wein, Weib und Gesang (en reken maar dat haar cello 'zingt'!), hoe verschillend er ook over kan worden gedacht, het is in ieder geval door de eeuwen heen veel beproefde combinatie gebleken en is dat her en der nog steeds, de voortschrijdende emancipatie ten spijt. Het instrument van Libeer wordt helaas niet vermeld, maar het lijkt geen drieste gok dat het een Steinway D is. Genoeg gezegd. Luisteren!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links