CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2018

 

Stravinsky: The Soldier's Tale

Malcolm Sinclair (verteller, soldaat, duivel), LSO Chamber Ensemble o.l.v. Roman Sinovic (viool)
LSO Live LSO5074 • 56' • (sacd)
Live-opname: 31 oktober 2015, Jerwood Hall, LSO St Luke's, Londen

   

Herinnert u zich misschien nog een tamelijk recente theatervoorstelling in ons land, van Stravinsky's Histoire du soldat, ofwel De geschiedenis van de soldaat (hier in de vertaling van Martinus Nijhoff)? Voor alle duidelijkheid: dus niet de suite, maar het complete melodrama? Met een verteller, twee acteurs, dansers en een klein ensemble bestaande uit viool, klarinet (in A en Bes), fagot, trompet, trombone (tenor-bas), slagwerk en contrabas? Ik niet.
Terwijl het een zeer interessant stuk is, dat precies honderd jaar geleden werd gecomponeerd, in Zwitserland, niet lang nadat Stravinsky in contact was gekomen met Sergej Diaghilev en diens Ballets Russes, de grote inspirator van de grote balletten als L'Oiseau de Feu (1910), Petrouchka (1911) en Le Sacre du Printemps (1913).

In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en verhuisde Stravinsky met zijn gezin naar Zwitserland. In 1917 volgde tot overmaat van ramp de Russische Oktoberrevolutie die Stravinsky niet alleen hardhandig van zijn vaderland afsneed, maar hem en zijn familie ook beroofde van al hun Russische bezittingen. Waar nog bijkwam dat de oorlogstoestand in Europa Diaghilev verhinderde om met zijn balletgezelschap op tournee te gaan, waardoor Stravinsky het zonder nieuwe opdrachten moest stellen. Het werd er niet beter op toen ook de royalties die hem toekwamen slechts mondjesmaat of zelfs helemaal niet binnenkwamen. Ten huize van de Stravinsky's werd armoe geleden. Maar componeren voor grote orkesten lag voorlopig niet in lijn van de verwachtingen en dus besloot Stravinsky om dan maar voor kleine ensembles te gaan schrijven. Er immers moest brood op de plank komen, en snel ook, terwijl de grote orkesten gezien de heersende barre omstandigheden met nieuwe compositieopdrachten niet in de rij stonden.

Zo bezien werd De geschiedenis van de soldaat uit financiële, maar zeker ook uit artistieke nood geboren. Dat de Zwitserse Franstalige auteur Charles-Ferdinand Ramuz daarin een belangrijke rol zou spelen, zal Stravinsky toen nog niet hebben voorzien. Ramuz had evenals Stravinsky de wijk genomen naar Zwitserland, nadat hij in 1914 in Parijs (waar hij in 1903 zijn intrek had genomen), met het eerste oorlogsgeweld was geconfronteerd. Via de Zwitserse dirigent Ernest Ansermet, met wie Stravinsky intussen een sterke vriendschapsband had ontwikkeld, hadden ze kennis met elkaar gemaakt. Het klikte al snel tussen hen, zowel in persoonlijk als in artistiek opzicht en al spoedig werkten ze intensief samen aan wat de theaterproductie van De geschiedenis van de soldaat zou worden, een verhaal dat zijn wortels had in 1850 en dat was opgetekend door de Russische historicus Aleksandr Afanasiev. Daarin draait het om een soldaat die zijn ziel (viool) aan de duivel verkoopt in ruil voor een toverboek dat hem grote rijkdom zou brengen en waarmee hij tevens de toekomst kon voorspellen. Een verhaal ook dat in zijn uitbeelding bij uitstek geschikt leek voor jaarmarkten en andere locale evenementen. Stravinsky moet al vanaf het begin in de ban zijn geraakt van het door Ramuz geopperde idee om met muzikanten, acteurs, decors en andere rekwisieten in een grote bestelbus het land door te trekken.

Maar hoe kende Ramuz dat verhaal? Ongetwijfeld door Stravinsky, die de toen nog niet vertaalde Russische sprookjesboeken uit zijn vaderland had meegebracht. Hij moet dus de tekst zelf voor Ramuz hebben vertaald, waarna deze er een in het Frans geschreven, schitterend verhaal van maakte.

Die ontmoeting tussen Stravinsky en Ramuz in 1915 in het Zwitserse Morges, vlakbij Lac Léman, leverde niet alleen De geschiedenis van de soldaat op. Zo hielp Ramuz Stravinsky met het libretto van de balletopera Renard, maar ook met de Franse parafrasering van typisch Russische volksliedteksten (bestemd voor Berceuses du chat en Pribaoutki). Het is het zoveelste voorbeeld van een vruchtbare samenwerking tussen componist en librettist, zoals in ongeveer diezelfde tijd Richard Strauss samenwerkte met Hugo von Hofmannstal, de librettist van onder meer Elektra (1904), Der Rosenkavalier (1911) en Ariadne auf Naxos (1912).

De grote verscheidenheid in klankkleuren in Stravinsky's partituren vinden we - uiteraard! - ook terug in De geschiedenis van de soldaat. De sterk gesyncopeerde dansritmes, de kruidige jazzinvloeden en de veelkleurige slagwerkeffecten lijken rechtstreeks uit Amerika te zijn geïmporteerd, in eerste instantie dankzij Ansermet, die, op tournee in Amerika, voor zijn vriend Amerikaanse bladmuziek had verzameld. Anders dan je misschien zou verwachten is de Russische volksmuziek, toch een niet te missen kenmerk van Stravinsky's componeren, in dit werk vrijwel nauwelijks terug te vinden. Terwijl niemand in dit spel van metamorfoses ver hoeft te zoeken naar de Weense wals, de tango en de snelle Spaanse dans. Ondanks deze fascinerende smeltkroes is het beeld dat van een heldere en hechte structuur waarvan het gehele werk is doordesemd.

Een paar weken terug stond dit tweedelige melodrama op het programma van het Barga Opera Festival in het Italiaanse Toscane. Een plaats van niet meer dan 10.000 zielen, maar met een heus door Nick Hunt gerund operatheater waar op de heuvel, in het pittoreske Teatro dei Differenti, het 52ste seizoen op 28 juli om 21.30 uur werd geopend met een nieuwe choreografie van De geschiedenis van de soldaat. De aanleiding: dat het werk precies honderd jaar geleden werd geschreven en voor het eerst uitgevoerd.

Op cd is het complete werk, anders dan de suite, helaas niet al te riant vertegenwoordigd, met als 'heel dicht bij de bron' op het Claves-label de uitvoering onder Ansermet, met onder meer Charles-Ferdinand Ramuz als de verteller. 'Authentieker' kun je het bij wijze van spreken niet krijgen. Dan is er op het Erato-label de uitvoering onder Charles Dutoit en op Philips die onder Igor Markevitch, beide van uitstekend gehalte en eveneens in de Franse versie. Tot slot is er de vrij kort geleden verschenen uitgave van de Engelse versie onder de onlangs overleden dirigent en componist Oliver Knussen, hier door collega Emanuel Overbeeke besproken. Wie prijs stelt op geluid én beeld kan prima terecht bij Arthaus: een excellente en dito vastgelegde Nederlandse productie van het Nederlands Dans Theater met als dirigent David Porcelijn en als choreograaf Jirí Kylián.

Op 31 oktober 2015 vond een uitvoering plaats in de Jerwood Hall van LSO St Luke in Londen, met Malcolm Sinclair als zowel de verteller, de soldaat als de duivel. Het enige compromis zijn de Engelse tekst (wat ook geldt voor de door Nicholas Ward geleide uitvoering op Naxos) en dat er geen acteurs in het spel zijn (de dansers worden op de cd uiteraard niet gemist). Hoe het op de door Ansermet gedirigeerde première heeft geklonken, op 28 september 1918 in het Théâtre Municipal in Lausanne, weten we niet, maar afgezien van de Engelse tekst mag deze nieuwe uitvoering onder leiding van de violist Roman Simovic puur muzikaal zeker idiomatisch worden genoemd; en niet in de laatste plaats dankzij de uitmuntende bijdragen van Malcolm Sinclair. Ook klanktechnisch is deze productie van uitstekend gehalte. Sterker nog, het is in auditief opzicht de beste tot nu toe. Dat een typische theatersfeer veelal ontbreekt heb ik niet als een echt bezwaar ervaren. De Super Audio layer biedt zowel 2.0 stereo als 5.1 multi channel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links