CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2016
|
Het blijft een lastig vraagstuk: waar komen pianotrio's het beste tot hun recht? In de grote of in de kleine zaal, of in nog kleinere ruimten? Ze zijn weliswaar niet geschreven voor ruimten die we onze huiskamer noemen, maar wel voor de negentiende-eeuwse salons van de beter gesitueerden. Het staat vrijwel vast dat eind januari 1828 in een van die salons, in het woonhuis van Schuberts goede vriend Joseph von Spaun, het Pianotrio in Bes, D 898 geklonken moet hebben. En naar alle waarschijnlijkheid technisch minder perfect dan op deze cd, maar misschien wel net zo intens muzikaal. Het komt mij voor als een ideale combinatie: de fortepianist Andreas Staier, de violist Daniel Sepec en de cellist Roel Dieltiens. Gedrieën benaderen zij deze pianotrio's, mogelijk aangestoken door de kruidige klankkleuren van de fortepiano, anders dan het Beaux Arts Trio (Philips) en het gelegenheids trio Frank Braley, Renaud en Gautier Capuçon (Warner). Wie de voorkeur geeft aan een scherp geprofileerde benadering met de daarbij behorende, messcherpe ritmiek kiest voor Staier, Sepec en Dieltiens. Wie meer oog heeft voor de romige kanten van de muzikale romantiek kiest voor het Beaux Arts of voor Braley en de broers Capuçon. Wat deze drie ensembles wel met elkaar delen is de energieke levenslust en de lyrische sprankeling die deze werken zozeer boven de middelmaat uittillen. Een rijk gevulde etalage waarin de meest uiteenlopende gevoelsstemmingen in vlekkeloze eendracht worden gepresenteerd. Wat zeker een bonus oplevert is de scherp gestoken klank van de fortepiano die Staier in deze pianotrio's meesterlijk weet uit te buiten. Voor mij zijn dit niet uitvoeringen, maar dé uitvoeringen, daarbij geholpen door de strikt heldere tot in detail doortekende klank van de fortepiano (van Christopher Clarke naar een Conrad Graf uit 1827, het jaar van ontstaan van de beide grote trio's). Hoe authentiek kan het zijn? De vraag stellen is hem gelijk beantwoorden. Er wordt onweerstaanbaar gemusiceerd, ingebed in een vorm van van hogere vertelkunst.
Schuberts romantiek wordt niet opgezocht maar is er gewoon, volkomen natuurlijk sprekend uit de noten.
Wat deze vertolkingen ook duidelijk maken is dat Schubert het hoge soortelijk gewicht van de piano volmaakt wist in te bedden in de minder dominante strijkersklank. Waar bij Beethoven de piano domineert, koos Schubert doelbewust voor een meer uitgebalanceerd en tegelijkertijd uiterst verbeeldingsvol klankconcept. De partituur bewijst het, het trio Staier/Sepec/Dieltiens volgt naadloos. Ook in het 'authentieke' kamp Jan Vermeulen, Christine Busch en France Springuel, door collega Siebe Riedstra lovend besproken. index |
|