CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juni 2013

 

Schubert – Complete werken voor Pianotrio  

Schubert: Pianotrio in Bes, D 898 – in Es, D 929 – in Bes, D 28 - Notturno in Es, D 897

Jan Vermeulen (fortepiano), Christine Busch (viool), France Springuel (cello)

Et’cetera KTC 1495 • 53' + 60' • (2 cd's)

Opname: september 2012, Studio Arteca, Sint-Martens-Latem (B)

   

Dit is voor OpusKlassiek een eerste kennismaking met Jan Vermeulen en zijn zorgvuldig gerestaureerde Tröndlin pianoforte, een instrument dat voor de verandering geen kopie is. De bouwer, Johann Nepomuk Tröndlin (1790-1862), was de Steinway van zijn tijd. Zijn werkplaats produceerde vijftig tot zestig instrumenten per jaar, favorieten van Robert en Clara Schumann en Felix Mendelssohn. Het Leipziger Gewandhaus had een jarenlange werkovereenkomst met de firma Tröndlin. Tröndlin leerde het vak in Wenen, maar vestigde zijn bedrijf in Leipzig, waar hij instrumenten vervaardigde volgens het Weense model. De karakteristiek daarvan zit vooral in een dempermechanisme dat de boventonen temt. Tröndlin verkocht zijn bedrijf in 1855, vijfenzestig jaar oud en een rijk man. Het instrument dat Vermeulen hier bespeelt werd gebouwd tussen 1825 en 1830, en is zorgvuldig gerestaureerd door Chris Maene.

De Belgische fortepianist Jan Vermeulen heeft deze Tröndlin in zijn armen gesloten, nadat hij de complete pianosonates van Schubert voor het label Etcetera opnam op een instrument van Nanette Streicher uit 1825. Eerder in zijn carrière was er sprake van een Tröndlin Pianotrio, maar dat is niet het ensemble dat we op deze dubbel-cd begroeten. Vermeulen vormt sinds 2010 met celliste France Springuel een duo dat grote plannen heeft inzake Beethoven, Schubert en Brahms. Voor deze gelegenheid is het duo uitgebreid met violiste Christine Busch. Uiteraard bespelen beide dames instrumenten die bespannen zijn met darmsnaren, en hanteren ze bijpassende strijkstokken.

Beethoven presenteerde zich als componist trots met zijn drie pianotrio's opus 1 - Schubert sloot zijn kamermuzikale carrière af met twee pianotrio's. Ze behoren tot de absolute top van het genre, en ook tot het beste dat uit Schuberts pen vloeide. Een vroege Sonatensatz voor pianotrio, D 28, is het enige uitstapje dat we kennen van de jeugdige Schubert. Het blijft raadselachtig waarom Schubert zich volop bezighield met strijkkwartetten en pianosonates, maar het pianotrio tot een jaar voor zijn dood links liet liggen.

Het trio dat Jan Vermeulen om zijn Tröndlin pianoforte heeft verzameld kan zich meten met het beste dat de catalogus te bieden heeft. Het meeste daarvan is uiteraard geregistreerd op moderne instrumenten, en vergelijken heeft dan weinig zin. Hier wordt Schubert gepresenteerd op een manier die ons werkelijk terugvoert in de tijd, naar dat wanhopige jaar 1827. Misschien is het daarom dat het langzame deel van opus 100 je door de ziel snijdt. Niet alleen behoort het tot het mooiste dat Schubert ons heeft nagelaten, het idee dat we luisteren naar een instrument dat bijna tweehonderd jaar oud is maakt deze cd tot een onvergetelijke luisterervaring. Wie van de Streicher-fortepiano uit 1825 wil weten verwijs ik graag naar de recensie van collega Aart van der Wal van Schuberts pianowerken door Jan Vermeulen (klik hier).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links