![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2015
|
Gisteren luisterde ik weer eens naar Schuberts Impromptu in f, Allegro scherzando, D 935, uitgevoerd door de Zwitserse pianist Edwin Fischer (een historische opname, oorspronkelijk op HMV verschenen). Het klonk wanhopig, Fischer bijna struikelend, de muziek als een desperate wervelwind, radeloos, rauw en beklemmend, een mens in ademnood, ten einde raad. Dan nu de keurige Schiff, alles volmaakt op zijn plek, in betoverde klankkleuren, met iedere denkbare nuance in de beide handen. Volgens een recensie (met daarbij afgedrukt het verkeerde plaatje) van Merlijn Kerkhof in NRC Handeldblad zou Schiffs Schubert klinkende openbaring zijn. Is dat zo? Gidst Schiff ons werkelijk, zoals de tekst ons moet doen geloven, hartstochtelijk en vol variatie door de laatste Sonate, D 960? Werkelijk? Ik zou zeggen: pak Artur Schnabel er eens bij! Schiffs Schubert-spel is in de loop der jaren niet of nauwelijks veranderd. Het enige werkelijk opzienbarende is zijn stap geweest van de gewone vleugel naar de fortepiano; of beter gezegd, hij die eerst niets moest hebben van de 'authentieke' uitvoeringspraktijk ging zich meer en meer toeleggen op de fortepiano. Inmiddels vindt hij zelfs dat iedere rechtgeaarde pianist zich wel degelijk om de oude instrumenten moet bekommeren, zeker als onderdeel van dat nooit aflatende leer- en ervaringsproces. Maar waar ik mee blijf zitten is het simpele feit dat ook Schiff - want laten we wel wezen, hij is bepaald de enige niet - het grensverleggende, vaak uitgesproken romantische karakter van Schuberts pianomuziek ondergeschikt maakt aan die vorm van interpretatieve netheid die nooit vuile handen maakt. Zelfs dat aangrijpende Andantino sostenuto uit de laatste sonate blijft qua expressiviteit aan de oppervlakte en is in mijn oren niet meer dan vooral een keurige vingeroefening, ver verwijderd van die typerende onrust die Schwanengesang typeert. Het getuigt allemaal van een rimpelloze schoonheid, geen smetje, dat wel; maar wat zegt het eigenlijk over Schubert? Schiffs spel past in een traditie zoal die zich in de afgelopen vier decennia - soms bijna onmerkbaar - heeft ontwikkeld, met frases en tempi precies afgekaderd, oog en oor gericht op de dominantie van de lange lijnen, spannend noch visionair. Er is wat dat betreft geen nieuws onder de zon, het is - de bijzondere klank van de fortepiano (u kunt er hier meer over lezen) en de fraaie opname daargelaten - uitwisselbaar geworden. Het leeft bij de gratie van de conventie, niet meer, niet minder en daardoor heeft deze uitgave iets overbodigs dat door die fortepiano niet (meer) kan worden gecompenseerd. Schiff heeft ons in het verleden spannender, boeiender vertolkingen gegeven, onder meer van de werken van Bach en Beethoven. Deze Schubert-vertolkingen horen er wat mij betreft niet bij. Koop dit doosje en stel uzelf vervolgens de vraag. index |
|