CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2023 |
Enjott Schneider (1950) heeft een behoorlijke staat van dienst achter de rug. Deze doctor in de filosofie (1977) en tot 2012 professor muziektheorie en compositie aan het conservatorium van München staat niet alleen bekend als ijverig muziekpublicist, maar hij telt ook danig mee als componist; en niet alleen in Duitsland, met maar liefst negen avondvullende opera's, talrijke orkest- en kamermuziekwerken, ettelijke bundels geestelijke muziek en oratoria, orgelconcerten en (orgel)symfonieën. En dan zijn er nog ruim 600 filmcomposities. Het heeft hem een groot aantal prijzen opgeleverd. Ook de Chinezen wisten hem te vinden: in 2018 beleefde de opera Marco Polo op een Chinees(!) libretto en gecomponeerd in opdracht van de Chinese overheid, zijn première in Guangzhou en in Peking. Eigentijdse muziek - en als ik dat onderscheid mag maken: ook moderne muziek - heeft het algemeen aanvaarde etiket opgeplakt gekregen van onvoldoende (of helemaal niet) toegankelijk te zijn. Dat 'verwijt' richt zich dan primair op het ontbreken van een herkenbare melodische boven- of onderstroom, want dat is wat de westerse mens toch vooral verlangt. Een ander vaak geuit bezwaar is het onontwarbare in die muziek doordat de ene boven de andere laag is gestapeld en die lagen samen tot klinken komen waardoor het perceptieve onderscheid merendeels of zelfs geheel verloren gaat. Dan is er de vaak complexe ritmiek die afbreuk doet aan (mogelijke) herkenningspunten met ten slotte de structuur als heus labyrint. Vorm en inhoud raken verloren in een concept dat niet als coherent wordt ervaren, eerder sprake is van chaos en geen moeite wordt gedaan om het impulsieve oordeel aan te scherpen door meerdere malen beluisteren (wat de concertzaal niet, maar de geluidsdrager wel biedt). Het is de treurnis van het muziekgenot dat plaats heeft moeten maken voor een uitputtende oefening in muzikaal intellect.
Het goede nieuws is dat in de composities van Enjott Schneider het mes aan twee kanten snijdt: het is zowel vooruitstrevend als toegankelijk. Dat heeft alles te maken met zijn gemakkelijk te identificeren melos, de inventieve klankkleuren (de instrumentatie is uiterst verbeeldingsvol), de knap toegepaste, heldere structuurprincipes en aldus vorm en inhoud in hun juiste proportionele verhoudingen. Het gaat Schneider niet om het denken in reeksen, om 'mathematisering' van de muziek, maar om de emancipatie van klankparameters binnen de kaders van melodie en harmonie. Schneider is het type componist dat eerst de melodie lijkt te ontwerpen en daarna pas de instrumentatie erbij 'zoekt' (al zal hij ongetwijfeld soms van dat 'rechte' pad afwijken). De titel van het album Wood & Metal - Colors of Percussion, licht al een tipje van de sluier op: het muzikaal exploreren van door de natuur gegeven en de door de mens bewerkte fenomenen. Geen beter medium dan percussie (houten en metalen slagwerkinstrumenten van allerlei aard) om dit naar organische hoogten en diepen te stuwen. Hout als onmisbaar onderdeel van ons ecosysteem, metaal als belangrijkste symbool van een anorganische wereld. Hout en metaal, twee antagonisten die het zinnebeeld vormen van Schneiders beide 'percussieconcerten': Secret of Trees en Machine Worlds, aangevuld met Studies in Metal van Stefan Blum en Fuyugeshiki (winterscènes) van David C. Panzl.
Machine Worlds is geconcipieerd voor schroot, slagwerk en orkest en opgedragen aan de reeds genoemde Stefan Blum, de percussionist die op 15 januari 2018 met het filharmonisch orkest van Augsburg onder Domonkos Héja de eerste uitvoering gaf. Het stuk lijkt inhoudelijk vooruit te lopen op wat sinds kort tot een hype is uitgegroeid: AI, ofwel 'Articifical Intelligence', door menigeen - terecht of ten onrechte - beschouwd als regelrechte bedreiging voor het mensdom. Machine Worlds loopt er al op vooruit, in de betekenis van de door de mens geschapen metalen machine, een werktuig bestaande uit talloze onderdelen, mechanisch aangedreven en van een dusdanige dimensie en complexiteit dat het tot een ware tegenspeler van diezelfde mens is geworden. Met als belangrijkste vraag: blijft de mens als levend en organisch wezen nog wel in de goede relatie tot de natuur staan, of zijn het machine en mechaniek (ook robotten en automaten) die toenemend als levenloze, anorganische en dode materie het mensdom bedreigen? De machine als zielloze nachtmerrie? Misschien is hier niet alleen de componist maar ook de filosoof Schneider aan het 'woord'. Nieuw is deze angst en tevens sombere toekomstbeeld niet, getuige bijvoorbeeld films als Batman, Gotham City, Metropolis en Koyaanisqatsi: het leven dat eerst door de industriële revolutie en vervolgens ontwikkeling danig uit balans is geraakt en de geest niet meer kan terugkeren in de fles. Geen wonder dus dat we in het tweede deel van Machine World worden geconfronteerd met de onderwereld van Gotham en Batman. Daar leven de verstotenen en verdoemden uit de arbeiderswereld, daardoor psychisch gestoord geraakt, opgesloten in de keldergewelven van gevangenis of psychiatrische instelling. De finale is niet minder tekenend, met rechtstreekse verwijzingen naar het werk van de Zwiterse schilder en beeldhouwer Jean Tinguely (1925-1991), ontwerper van kinetische (bewegende) kunstwerken die door ingenieuze aandrijftechnieken automatisch in beweging blijven. Hij werd tevens bekend om zijn zelfvernietigende machinerieën. Tinguely was een van die kunstenaars die ervan uitgaan dat al het leven en alle kunstuitingen gepaard gaan met voortdurende verandering, beweging en instabiliteit. Het was wat zij in het diepst van hun kunstenaarsziel verafschuwden: het mechanische en technologische, en de daarmee verbonden, alom geprezen vooruitgang. Polariserende esthetiek, het is ook wat Schneider tin Machine Worlds heeft bewogen. Het hout vinden we terug in Secret of Trees, voor het eerst uitgevoerd in Bad Reichenhall op 23 juni 2017 door de plaatselijke filharmonie onder Wolfgang Lischke. Beide hoekdelen hebben als inspiratiebron twee bomen: de olm en de spar. Het middendeel symboliseert wortel, stam en gebladerte. De achterliggende gedachte (we gaan er veelal aan voorbij): bomen existeren in een ander tijdsgewricht dan de mens: ze kunnen immers duizenden jaren bestaan. Hun invloed strekt zich uit in vele culturen en op uiteenlopende wijze, van het geheimzinnige, mystieke en heilzame tot het naar de hemel reikende, als brug tussen de materiële en geestelijke wereld. 'Körper, Seele und Geist verstehen diese Sprache und werden berührt,' zo wordt in het cd-boekje opgemerkt.
Percussie zoals gebruikt in de eigentijdse muziek, hetzij als melodie- of als slagwerkinstrumentarium, heeft als (extra) voordeel dat het een tegenwicht kan vormen tegen de melodische en harmonische complexiteit die havoc speelt met onze muzikale perceptie (omdat we de 'organisatie' van de bestanddelen niet meer kunnen waarnemen). Dat blijkt bijvoorbeeld uit de twee kleinere werken die dit album vullen: het driedelige Studies in Metal (2021) van Stefan Blum (1963) en het vierdelige Fuyugeshiki (2021) van David Christopher Panzl (1985), twee componisten én tevens percussionisten die dus ook als uitvoerend musicus de - in feite talloze - klankmogelijkheden van het percussie-instrumentarium van haver tot gort en tot in ieder denkbaar detail kennen: levende klank is hen immers op het lijf geschreven. In dit werk van Blum treft het buitenissige (oliedrums, dozen, schroot en de gehoorgrens naderende diepte van de klanken), bij Panzl het geraffineerde gebruik van meerdere japanse daiko-trommels. In beide stukken is sprake van een nieuw klankarsenaal dat nog een lange weg te gaan heeft alvorens het als 'historisch versleten' zou kunnen worden aangemerkt. De vele spectrale kenmerken zijn fascinerend, met in het verlengde daarvan tevens een andere waardering van begrippen als consonantie en dissonantie. Het Duitse muzieklabel Wergo (waarop meerdere werken van Schneider zijn verschenen, o.a. het door Siebe Riedstra besproken Mystic Landscapes met de Vijfde en Zesde symfonie: klik hier) heeft evenals het Oostenrijkse Kairos een grote naam wat betreft het uitbrengen van moderne en eigentijdse muziek. Dat wordt opnieuw bevestigd door Wood & Metal - Colors of Percussion, een album dat uitsluitend bestaat uit 'first recordings'. De detailrijke, maar ook sonore opname is een ware lust voor het oor. index |
|