![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2014
|
Toevallig, maar wel symbolisch: het vijfentwintigjarig jubileum van het Nederlandse Osiris Trio valt samen met het vijfentwintig bestaan van de compact disc, eveneens van Nederlandse herkomst. In een krimpende muziekmarkt is het een heksentoer om staande te blijven, maar zelfs als die markt niet krimpt vereist het marketingacrobatiek om boven te drijven en daar ook te blijven, te midden van al die vrolijk ronddartelende muziekgezelschappen die zich in dezelfde vijver ophouden. Terwijl - om in beleggingstermen te spreken - vandaag behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst vormen. Alle professionele musici die aan de weg timmeren en die ik heb geïnterviewd, en ik ken geen enkele uitzondering, spraken zelf spontaan uit dat achterover leunen er niet bij was, dat ieder concert opnieuw een enorme uitdaging betekende en dat er tussen succes of falen niet meer dan een haarbreedte zat. In de beleving van die musici dan. Het is eigenlijk een krankzinnige opgave: vrijwel iedere dag weer het beste van jezelf geven, ongeacht de eigen persoonlijke omstandigheden, de zaalakoestiek of het instrument (pianisten gruwen soms van wat ze in dit opzicht alleen al tegenkomen .). En dan al dat reizen, het lange wachten op luchthavens, de ongezellige hotelkamers en wat er al niet meer aan ongerief te bedenken valt. Wat dacht u van lastige douaneambtenaren ("u moet uw instrument echt aangeven, mevrouw, tegen de reële marktwaarde."), zoekgeraakte koffers, een verzwikte enkel, voedselvergiftiging, enzovoort. Grenzen vallen weg, maar vaak gaat het gepaard met grenzenloze ongemakken. Geen wonder dat binnen trio- of kwartetverband het soms behoorlijk kan roken, irritaties hoog kunnen oplopen, soms om niks, maar daarom nog niet minder schrijnend. Veelal valt het allemaal weg op het podium, als het om de muziek zelf gaat, met een geconcentreerd luisterend publiek dat zich na de uitvoering dankbaar toont. In het boekje trof me deze zin: "We found the entire process of recording, listening back and selecting the right takes to be really important." Dat pleit voor het ensemble. Ik heb vaak genoeg ervaren dat ná de opname er van de kant van het ensemble langdurige stilte heerst en het aan de producer en editor wordt overgelaten hoe het kant-en-klare product er uiteindelijk uitziet. Wat mij betreft is dat nu juist de 'missing link' in het geheel, en vanuit mijn gezichtsveld volkomen onlogisch. Want het zou niet alleen hard werken tijdens de opname moeten zijn (en dat is altijd het geval!), maar ook daarna, als meer dan alleen punten op de i moeten worden gezet. Dat heb ik nooit goed begrepen: úren doorbrengen in de studio, keihard werken aan een frase, een akkoord, een bepaalde spanningsboog en in de nabewerkingsfase het vervolgens overlaten aan anderen zonder eigen inbreng. Er zijn dirigenten - nee, ik noem geen namen - die na de opname het gehele verdere hoofdstuk als gesloten beschouwen en niet eens de moeite nemen om serieus te luisteren naar wat de producer uiteindelijk uit al die stukken en brokken, fragmentjes en nog kleinere fragmentjes heeft samengesteld. Zoals er ook musici zijn die de kwaliteit van de opname thuis beoordelen op een huis-, tuin- en keuken-setje met de fase verkeerd om, uit de categorie Witgoed en Herrie, en het zo wel goed vinden. De kracht van ieder ensemble huist per definitie in de zelfkritiek. Musici worden voortdurend aangespoord om het morgen beter te doen dan vandaag, een perpetuum mobile dat onmisbaar is voor het hoogste spelniveau. Daarop kan niet worden afgedongen, het is onvoorwaardelijk. Het 25-jarig succes van het Osiris Trio houdt er rechtstreeks verband mee: de drie leden verstaan de kunst om naar elkaar te luisteren, zoals tijdens en na een opname: "[.]an object(ive) lesson in listening to oneself through the ears of another. Every professional ensemble is continually involved in a dialogue with itself: practising, discussing and playing again, hunting for the right sound and interpretation." Uiteraard speelt het daarbij geen enkele rol welke muziek er wordt gespeeld, want daardoor veranderen de uitgangspunten niet. Dit betekent ook dat het klankbeeld zoals het ensemble dat in de loop van een kwarteeuw heeft ontwikkeld en onderhouden, mede tot stand is gekomen door invloeden van buitenaf, van meeluisterende 'objectieve oren' van opnametechnici en editors, maar ook van componisten die speciaal voor het trio muziek schreven, en uiteraard van de verschillende musici waarmee werd samengewerkt. Kennis en ervaring geven de drie leden van het Osiris Trio, de pianiste Ellen Corver, de violist Peter Bunt en de celliste Larissa Groeneveld, op hun beurt door: ze doceren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag index |
|