CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2013

 

Olthuis: Capricho (voor fagot en strijkers) (1997)

Pons: Concertino de Verano (voor fagot, strijkers en slagwerk) (1975)

Villa-Lobos: Ciranda des sete notas (voor fagot en strijkers) (1933)

Goebaidoelina: Concert voor fagot en lage strijkers (1975)

Gustavo Núñez (fagot), Pepijn Meeuws, Hans Woudenberg en Rares Mihailescu (cello), Joost Maegerman en Pieter Smithuijsen (contrabas), Leden van het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Kees Olthuis (Capricho) en Ed Spanjaard

Channel Classics CCS SA 33813 • 71' • (sacd)

Opname: herfst 2012, Waalse Kerk, Amsterdam

   

Er is tegenwoordig nogal wat voor nodig om een cd-uitgave werkelijkheid te laten worden. In het boekje zijn de sponsors opgenomen: Rens-Holle Stichting, Stichting Donateurs Koninklijk Concertgebouworkest, American Friends of the Royal Concertgebouw Orchestra (zeg maar de Amerikaanse vriendentak), B.H. Bell, bassoons, Lakefield, Ontario, Canada (Gustavo Núñez, eerste fagottist bij het KCO, bespeelt een fagot van Bell), Stichting Douglas Kane Fonds, Gilles Hondius Foundation en Stichting Virtutis

Opus. Alvorens een opname werkelijkheid wordt en als cd en via downloads zijn weg vindt komt er heel wat kijken, terwijl hoge verkoopcijfers geen vanzelfsprekendheid meer zijn (tenzij er een in tv-programma aandacht aan wordt geschonken, denkt u maar aan De Wereld Draait Door). Het is best triest dat zelfs pure schoonheid - op deze sacd ruimschoots voorhanden - niet gemakkelijk meer verkoopt.

Kees Olthuis (1940) componeerde het Capricho oorspronkelijk voor fagot en strijkkwintet, maar wordt op deze sacd uitgevoerd in een versie voor fagot en strijkorkest (door Olthuis zelf in 2008 gearrangeerd). Het stuk bewijst zich door zijn fraaie mixture van geïnspireerde grilligheid in een vrije stijl (capriccio), gezet in een weliswaar modern, maar wel gemakkelijk toegankelijk idioom, en met groot vakmanschap geschreven (wat trouwens ook geldt voor het Concertino van Pons, de Ciranda van Villa-Lobos en in mindere mate het Fagotconcert van Goeibaidoelina, dat over de gehele linie weerbarstiger is, maar voor wie volhoudt veel moois in petto heeft). Olthuis, van 1970 tot 2005 fagottist bij het KCO, componeerde het stuk voor Gustavo Núñez, wiens virtuoze speelwijze (dat blijkt hier ook uitdrukkelijk!) bij het componeren een regelrechte uitdaging vormde (ook meesterlijk vastgelegd door Bram van Sambeek en Sinfonia Rotterdam o.l.v. Conrad van Alphen; klik hier voor de recensie).

De Uruguayaanse componist Lamarque Pons (1917-1982) schreef het Concertino de Verano, een mengeling van lichte amusements- en meer serieuze muziek, op verzoek van zijn vader, die onder de indruk was geraakt van Lamarques muziek voor de film La Raya Amarilla. Het driedelige stuk, hier gepresenteerd als cd-première, is knap geschreven en heeft een alleraardigste uitstraling, met de milonga, tango en candacombe als kruidig hoofdmenu. De virtuoze fagotpartij is Núñez op het lijf geschreven.

De ciranda is oorspronkelijke een dans uit het Braziliaanse Pernambuco, een van de vele danças brasileiras, die doorgaans in bars, op straat en uiteraard op de zonnige stranden en in een kring worden gezongen en gedanst. Het herhalende ritme symboliseert de hoop van de vissersvrouwen van Itamaracá dat hun mannen weer terug zouden keren van zee. Heitor Villa-Lobos (1887-1959) geboren en overleden in Rio de Janeiro, gebruikte de Braziliaanse muzikale folklore voor zijn composities. Zo componeerde hij op de de melodie en het ritme van de ciranda niet alleen dit werk voor fagot en strijkers, maar ook een zestiendelige serie voor piano solo. De titel, Ciranda das sete notas, verwijst naar de zeven tonen van een diatonische toonladder dat in dit stuk is verbonden met het typische ritme van de ciranda. Ik vermeld ook hier maar even dat Bram van Sambeek en Sinfonia Rotterdam hiervan een uitstekende vertolking op hun naam hebben staan (klik hier).

Voor de Russische componiste Sofia Goebaidoelina (1931) was het Concert voor fagot en lage strijkers geen compositorische vingeroefening maar een zoektocht naar het diepere wezen van de fagot, door haar betiteld 'als een figuur in een drama', met daarin centraal een clown in relatie tot zijn publiek. De tragikomische die graag serieus genomen wil worden ten overstaan van de alsmaar lachende toeschouwers, waardoor hij in woede ontsteekt, maar in het vijfde deel uiteindelijk gaat dansen.

Magnifiek gespeeld en opgenomen mogen we bijzonder verheugd zijn met deze imposante aanwinst, met bovendien repertoire dat in de concertzaal schittert door afwezigheid. Alleen al wat dat betreft valt er nog heel wat in te halen, bezuinigingen of niet.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links