CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2007


Historic Russian Archives: David Oistrakh Edition

Miaskovski: Vioolconcert in d, op. 44 (1-1-1939).

Lalo: Symphonie espagnole (1-1-1947).

Glazoenov: Vioolconcert in a, op. 82 (1-1-1947).

Chausson: Poème voor viool en orkest op. 25 (15-3-1948).

Kabalevski: Vioolconcert in C, op. 48 (12-5-1949).

Dvorák: Vioolconcert in a, op. 53 (7-9-1949).

Mendelssohn: Vioolconcert in e, op. 64 (25-10-1949).

Glazoenov: Mazurka-Oberek in D voor viool en orkest (25-2-1950).

Sjostakovitsj: Vioolconcert nr. 1 in a, op. 77 (18-11-1956).

Tanejev: Concertsuite voor viool en orkest op. 28 (20-9-1960).

Szymanovski: Vioolconcert nr. 1 op. 35 (20-9-1960).

Bruch: Schotse fantasie op. 46 (24-12-1960).

Ravel: Tzigane voor viool en orkest (24-12-1960).

Bartók: Vioolconcert nr. 1 Sz 36 (24-12-1960).

Beethoven: Vioolconcert in D, op. 61 (25-12-1962).

Hindemith: Vioolconcert (25-12-1962).

Stravinsky: Vioolconcert (8-2-1963).

Prokofjev: Vioolconcert nr. 1 in D, op. 19 (7-9-1963).

Sibelius: Vioolconcert in d, op. 47 (14-2-1966).

Sjostakovitsj: Vioolconcert nr. 2 in cis, op. 129 (27-9-1968).

Tsjaikovski: Vioolconcert in D, op. 35 (27-9-1968).

Beethoven: Romance nr. 1 in G, op. 40 (27-9-1968).

Beethoven: Romance nr. 2 in F, op. 50 (27-9-1968).

David Oistrach (viool), Staatssymfonieorkest van de USSR, Leningrads Filharmonisch Orkest, Moskous Filharmonisch Orkest o.l.v. Kirill Kondrashin, Jevgeni Mravinski, Gennadi Rozjdestvenski, Carl Eliasberg, Kurt Sanderling, Gabril Joedin en Alexander Gauk.

Brilliant Classics 92609 (10 cd's)


Toen David Oistrach, een van de grootste violisten van de vorige eeuw, op 24 oktober 1974 in een Amsterdamse hotelkamer aan een hartaanval overleed, liet hij een imposant discografisch oeuvre na dat via allerlei labels zijn weg vond naar tienduizenden liefhebbers over de gehele wereld. Zo verschenen zijn opnamen bij onder andere Melodyia, Le Chant du Monde, Monarch, HMV, Colosseum, Vanguard, MusiDisc, Delta, Everest, Gala, Murray Hill en Vox. Daarbij regende het doublures en viel het voor de liefhebber niet mee om uit dit deels nogal obscure doolhof wijs te worden.

De door Brilliant Classics (u weet wel, van het Kruidvat) samengebrachte opnamen van de Russische omroeporganisatie Gostelradiofund zijn zonder uitzondering live-registraties van door Oistrach gegeven concerten, waarin hij door diverse orkesten en dirigenten werd begeleid. De vroegste opname dateert van Nieuwjaarsdag 1939, de meest recente van 27 september 1968. Daarmee wordt dus een periode van niet minder dan dertig jaar overbrugd, wat tevens inhoudt dat we Oistrachs spel hier op zijn best kunnen horen: de grote violist leverde zijn beste prestaties tussen de eerste oorlogsjaren en het midden van de jaren zestig, de periode waarin hij door geen enkele andere violist werd overtroffen.

Oistrach was niet een alleen een groot violist, maar had ook als mens een grote statuur. Bescheiden, vriendelijk en respectvol vond hij - hoe moeizaam ook vaak - zijn weg in de bureaucratische krochten van de Sovjet-Unie. Dikwijls letterlijk tegen de verdrukking in bleef hij de muziek in al zijn facetten dienen, speelde hij ondanks alles de sterren van de hemel. Oistrachs moeizame leven en zijn schitterende vioolspel lijken twee gescheiden werelden. Het kan niet anders dan dat de vele tegenslagen en obstakels die overwonnen moesten worden in zijn vertolkingen aan het licht kwamen. Bevlogenheid was een van de kenmerken van zijn spel, al viel dat niet van zijn houding en gelaatsuitdrukking af te lezen. Ook dat leken twee gescheiden werelden: zijn gloedvolle, meestal door merg en been gaande musiceren en zoals hij daar bijna stoïcijns op het podium stond.

In tegenstelling tot Mstislav Rostropovitsj sprak Oistrach zich nooit negatief uit over het regiem. Hij stond niet op de barricaden, was geen openlijke voorvechter van de mensenrechten. Hij liet zich door de bureacuraten koeioneren en leek dat lijdzaam te aanvaarden. Hij paste niet in het beeld van de dissident, hij hield zich liever afzijdig. Een keer nam hij echter publiekelijk stelling tegen Rostropovitsj, in de Pravda, wat op een geregisseerde aktie wees en waarvoor Oistrach een dag vóór publicatie aan de grote cellist om vergiffenis vroeg. Hij voelde zich op de een of andere manier verplicht aan zijn vaderland, waar hij de kans had gekregen zich als violist te ontwikkelen en zijn landgenoten met zijn spel in verrukking te brengen. Het was het soort dankbaarheid dat bijvoorbeeld Rostropovitsj volkomen vreemd was.

De grote pleitbezorger van onder andere de muziek van Sjostakovitsj (hij verzorgde meerdere premières van diens werk) besefte ter dege dat hij voor de Sovjet-Unie een nuttige rol vervulde. Oistrach had, als belangrijke culturele vertegenwoordiger van het regiem, zijn rol in het Westen te vervullen. Als drager van de Lenin Orde en met de onderscheiding Kunstenaar van het (Russische) Volk op zak, deed hij dat ook trouw. Hij leek zo een willig werktuig, maar toch waren er tijdens zijn buitenlandse tournees altijd wel KGB-medewerkers in zijn omgeving om hem in de gaten te houden. Het merendeel van zijn in het buitenland verdiende geld verdween onverbiddelijk in de zakken van de staat, maar als hij zich het onrecht zou hebben verzet, zouden wij hem - aldus de Russische dirigent Gennadi Rozjdestvenski - niet hebben gehoord.

Het historische belang van Oistrach mag niet worden onderschat. Hij speelde in 1927 Glazoenovs Vioolconcert in Kiev en Odessa, met de componist als dirigent. Zo bezien kan de op deze uitgave vertegenwoordige uitvoering uit 1947 best als authentiek worden bestempeld. Hij gaf de premières van de beide vioolsonates van zijn vriend Prokofjev, en van de vioolconcerten van Katsjatoerjan, Miaskovski en Sjostakovitsj. Diens Tweede vioolconcert was bedoeld als geschenk voor Oistrachs zestigste verjaardag.

De uitgave van Brilliant Classics - weer tegen een bijna-weggeefprijs - biedt niet alleen een indrukwekkend uitzicht op het grootse spel van David Oistrach, maar ook op een belangrijk deel van de Russische uitvoeringstraditie in de vorige eeuw, mede ook dankzij dirigenten als Kondrashin, Gauk en Rozjdestvenski. Dat de opnamen deels stevig gedateerd zijn en ook zo klinken - met inbegrip van een aantal ongelukkige bandlassen - mag hierbij geen geen enkel beletsel vormen: daarvoor zijn de uitvoeringen te glorieus en te belangrijk. Zo is deze uitvoering van Sjostakovitsj' Eerste vioolconcert (1956) een grammofoonklassieker en zal niemand erin slagen om een betere uitvoering van het Dvorák-concert (1949) te vinden (alleen de ietwat latere uitvoering door Josef Suk en Karel Ancerl komt er dichtbij). Het vormt tevens een schoolvoorbeeld van Oistrachs stijl: diepgravend, met steeds wisselende kleuren en strijkschakeringen, een perfecte balans en fraseringen die zo intens muzikaal zijn dat ze de muziek als het ware een panoramisch aureool verlenen. Alleen al die zo bijzondere gloed die zich in vele facetten van zijn spel voortdurend openbaarde maakt Oistrachs vioolkunst onvergetelijk en onvervangbaar. Zijn kunst, enerzijds romantisch en anderzijds klassiek, is niet uitwisselbaar en direct herkenbaar, wat van veel zogenaamde topmusici vandaag de dag helaas niet (meer) kan worden gezegd. Hij moest het zonder pr-machine stellen. De commerciële buitenkant lijkt inmiddels veelal belangrijker te zijn geworden dan de muzikale inhoud. Oistrach daarentegen was en blijft een legende, zeldzaam en bovenal in alle aspecten van het vioolspel volkomen soeverein. Deze uitgave is daarmee een hommage aan een van de allergrootste violisten van zijn tijd. Jammer alleen dat de opnamelocaties niet zijn vermeld, maar de opnamen zullen in ieder geval merendeels in Moskou en Sint-Petersburg zijn gemaakt.

—————————————
Zie ook: EMI-opnamen van David Oistrach (klik hier)


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links