CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2020 |
In mijn bespreking van mei 2017 naar aanleiding van Ockeghems Missa L'homme armé en de Missa Quinti Toni door Beauty Farm (klik hier) scheef ik dat voor zes stemmen de differentiatie in de stemvoering gemakkelijker te realiseren is. Het karakter ervan is logischerwijs ook meer individualistisch. Een gemengde bezetting (falset-, vrouwen-, mannenstemmen) heeft als belangrijkste voordeel een van nature groter bereik. Sommigen zullen misschien zeggen: ook een groter expressief bereik, want zo zou het kunnen worden ervaren. Al houden differentiatie en expressie vanzelfsprekend eveneens met elkaar verband. Het is echter net zo belangrijk om - als we tenminste terug willen naar de uitvoeringspraktijk ten tijde van Ockeghem - de stemming van het geheel een kwart lager te leggen. Dat brengt niet alleen interessante, maar ook doelmatige verschuivingen teweeg: de bovenstemmen worden voor de hoge tenorstemmen gemakkelijker bereikbaar terwijl het diepe laag wordt toevertrouwd aan navenant diepe basstemmen. Een ander belangrijk punt is het wel of niet nastreven van de esthetica, ofwel klankschoonheid. Het is slechts een geringe stap van homogeniteit naar een soort engelenzang, een schoonheidservaring die wij vandaag de dag misschien zo graag willen horen, maar waarvan het maar de vraag is of dat vanuit historisch perspectief wel juist is. Dat geldt evenzeer voor de versieringen (ornamentatie) van unisono (met dezelfde toon in verschillende stemmen of in verschillende octaafliggingen) tot kwint (vijfde trap op de toonladder) in stijgende of dalende intervallen. Versieringen brengen in principe een hogere vorm van kunstgenot, maar zijn ook mede bepalend voor de algehele sfeer van het desbetreffende werk. Vandaar dat een geornamenteerde uitvoering met dulce (in de betekenis van zacht, lieflijk) en een onversierde met duro (hard) wordt aangeduid. Dergelijke aspecten meewegende kan dit het expressieve beeld danig doen kantelen. Het ideaal van schoonheid, gelijkheid, zuiverheid niet als belangrijkste uitgangspunt voor de vertolking, maar het 'wringende' en juist daardoor verrassende avontuur. Beauty Farm doet wat dit betreft zijn naam eer aan: 'beauty' ofwel schoonheid staat voorop. Iets om wel degelijk rekening mee te houden: het is niet een kwestie van zangkwaliteiten, maar van opvatting. Met de op de cover en in het boekje afgedrukte titel 'Missa My My' wordt natuurlijk de 'Missa Mi-mi' bedoeld. Vreemd is ook dat de eerste cd wel alle metadata bevat en de tweede niet (alle seinen staan daar op 'unknown'). Misschien goed om te weten dat de stemverdeling in de vier missen als volgt is. In de Missa Mi-mi en Missa Ecce Ancilla Domini: Bart Uvyn, Adriaan de Kosterm Tomás Lajtkep en Achim Schulz; in de Missa Caput en Missa Cuiusvis Toni: Hannes Wagner, Arnout Lems en Joachim Höchbauer. Scholen index |
|