CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2023

Mozart: Strijkkwintet nr. 3 in C, KV 515 - nr. 4 in g, KV 516

Quatuor Ébène m.m.v. Antoine Tamestit (altviool)
Erato 5054197213328 • 72' •
Opname: juni 2020, Auditorium, Seine Musicale

Verschijnt op 17 maart

 

Wie wil als ensemble niet met de Franse altist Antoine Tamestit samenwerken? Ik vermoed dat ze voor hem in de rij staan, want beter kun je het niet treffen. Ik ken inmiddels nog een altist wiens grandioze spel van een zeldzaam inbeeldingsvermogen getuigt: de Brit Timothy Ridout, wiens Elgar/Bloch-opname ik nog maar enige dagen terug hier besprak en die gisteravond (19 februari) nog te horen en te zien was in het tv-programma Podium Klassiek.

Wie vindt (of zelfs roept) dat ‘klassieke muziek dood is' mist blijkbaar de enorme inzet en betrokkenheid van een nieuwe generatie musici die er werkelijk alles voor over heeft om diezelfde doodverklaarde - door velen onbegrijpelijk genoeg als elitair bestempelde klassieke muziek - juist uit het verdomhoekje te halen en vooral te houden. Jonge musici die met het daarbij behorende elan hun muzikaliteit willen uitstralen, zowel op het concertpodium als in de platenstudio. Al is het, mogelijk door een commercieel ingestelde omgeving gedwongen, veelal het geijkte repertoire dat daarbij de hoofdrol vervult, wat dan weer onvermijdelijk weer iets museaals heeft. Het is ook nooit goed...

Dat geldt ook voor dit nieuwe Erato-album waarop twee zéér bekende Mozart-werken broederlijk naast elkaar zijn gepositioneerd: de strijkkwintetten KV 515 en 516, waarin het zonnige C-groot van KV 515 wordt afgewisseld door het minder opgewekte g-klein van KV 516 (al is het bij Mozart wat de gekozen toonsoort betreft slechts zelden zwart of wit).

Een wereldwijd als topensemble (h)erkend Quatuor Ébène en een altist van eveneens inmiddels wereldfaam leveren datgene op dat al bij voorbaat ervan wordt verwacht: technisch spic en span, interpretatief diepgravend. Typisch zo'n uitvoering die tevens een weldaad vormt voor Mozarts expressieve gelaagdheid. Zozeer zelfs dat de vijf musici er door hun spel geen enkel misverstand over laten bestaan dat Mozart in zijn keus voor een tweede altviool de enig juiste weg bewandelde. Dus geen tweede cello, zoals bij Boccherini ( Schubert is dienaangaande een verhaal apart).

Het samenspel is verrukkelijk, energie, passie en lyriek stromen frank en vrij binnen het gegeven, hecht gestructureerde concept en de opname is net zo'n een juweel. De contrasten worden niet overdreven sterk aangezet, frasdering en accentuering zijn evenzo muzikantesk als de dynamische vormgeving. Het Adagio uit KV 516 sleept zich niet voort en mondt gelukkig niet uit in een stroperig, tranentrekkend discours (Mozart schreef niet voor niets: Adagio ma non troppo). Hopelijk volgen nog de overige vier strijkkwintetten en dan uiteraard op hetzelfde artistiek en opnametechnisch zeer hoge peil!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links