|
CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2014
|
W.A. Mozart after Bach: Adagios & Fugues
Mozart: Prélude en Fuga in d, KV 405/4 (naar BWV 877) - Larghetto cantabile in D en Fuga KV 405/5 (naar BWV 874) - Adagio en Fuga in a (naar BWV 867) - Allegro in c, KV Anh. 44 en Fuga a due Cembali KV 426 - Adagio cantabile en Fuga in Es (naar BWV 876) - Adagio en Fuga in c, KV 546 - Adagio en Fuga in E, KV 405/3 (naar BWV 878) - Adagio en Fuga in b (naar BWV 849) - Adagio en Fuga in d (naar BWV 849)
Akademie für Alte Musik Berlin
Harmonia Mundi HMC 902159 • 52' •
Opname: Teldex Studio, Berlijn
|
|
|
Op 4 augustus 1782 trouwde Wolfgang Amadeus Mozart in de Weense Stefansdom met Constanze Weber. Die gebeurtenis viel vrijwel samen met de Vioolsonates KV 402 en 403 die in een verfijnde contrapuntische stijl zijn geschreven. Toeval? Waarschijnlijk niet, want Constanze was dol op fuga's en vroeg haar kersverse echtgenoot die voor haar te componeren. Maar mogelijk heeft ook een rol gespeeld dat Mozart in die tijd de zondagmiddagconcerten ten huize van baron Gottfried van Swieten bezocht en daar had kennis gemaakt met de contrapuntische stijl van met name Bach en Händel. De kunstzinnige Van Swieten had zich al eerder, tussen 1770 en 1777, daarmee vertrouwd gemaakt, toen hij als afgezant van de Oostenrijkse keizer was verbonden aan het Pruisische keizerlijke hof in Berlijn en daar de gelegenheid had zich in de muziek van Bach en Händel te verdiepen. Hij bracht afschriften van manuscripten en gedrukte uitgaven mee naar zijn Weense vrienden die zo op hun beurt met deze muziek vertrouwd raakten, waaronder Mozart. Op 17 april 1782 schreef hij aan zijn vader Leopold: 'Ich gehe alle Sonntage um 12 Uhr zum Baron von Suiten - und da wird nichts gespiellt als Händl und Bach. Ich mache mir eben eine Collection von den Bachischen fugen.' Later werd Mozart de muzikale leider van de 'Gesellschaft der Associierten Cavaliere', een midden jaren 1780 door Van Swieten opgerichte vereniging van hoogst adellijke en (heel belangrijk!) financieel draagkrachtige muziekliefhebbers die onder meer garant stonden voor de uitvoering van grote koorwerken. Het was voor de concerten van de 'Cavaliere' dat Mozart tussen 1788 en 1791, zijn sterfjaar, diverse oratoria van Händel voor uitvoering bewerkte, door ze zowel in te korten als de instrumentatie aan te passen aan de speltechnische mogelijkheden van dat moment en de heersende smaak.
Gedrukte uitgaven van Bachs Wohltemperierte Klavier verschenen pas na Mozarts dood, zodat hij voor zijn bewerkingen was aangewezen op afschriften van het manuscript. Daarbij staat vast dat in Wenen rond 1782 de préludes uit het WTK in enigerlei vorm niet beschikbaar waren. De (langzame) introductie die aan de fuga voorafgaat, is niet van Bach, maar van Mozart zelf.
Uit het tweede deel van Bachs WTK selecteerde Mozart vijf vierstemmige fuga's (KV 405) die hij instrumenteerde voor twee violen, altviool en cello, te weten BWV 871 (in c), 876 (in Es), 878 (in E), 877 (oorspronkelijk in dis, en door Mozart naar d getransponeerd) en 874 (in D). Ze zijn in de Köchel catalogus opgenomen als KV 405 en ongetwijfeld bedoeld geweest voor de muziekmatinees van Van Swieten in 1782-83. Een zesde fugafragment werd pas in de jaren zestig van de vorige eeuw ontdekt: een bewerking van BWV 891 in Mozarts handschrift die echter al na 39 maten afbreekt, gezet voor strijkkwartet en getransponeerd van b naar c. Dit torso (KV deest) lijkt sterk verband te houden met de vijf fuga's KV 405 en hoewel niet voltooid zou het mogelijk een 'formeel' plaatsje verdienen als zesde fuga van KV 405.
Rond KV 405 valt een aantal soortgelijke bewerkingen voor strijkers van Bachfuga's aan te wijzen, waarvan de bewerker onbekend is gebleven. In het archief van de Oostenrijkse Nationalbibliothek (ÖNB) bevindt zich een uit 1796 (dus vijf jaar na Mozarts dood) stammende verzameling fugabewerkingen uit een anoniem gebleven bron (het handschrift voert niet naar Mozart). Vijf ervan zijn ingericht voor strijkkwartet en in die zin overeenkomend met KV 405/2-5 en KV deest, naast een bewerking van de orgelfuga BWV 548. Maar nog interessanter is misschien wel dat alles zes fuga's worden voorafgegaan door een nieuw gecomponeerde, langzame inleiding zoals we die ook in de fugabewerkingen van Mozart aantreffen.
De Akademie für Alte Musik Berlin heeft voor deze cd-opname gekozen voor een uitbreiding van de fuga's KV 405/3-5 met het genoemde anonieme materiaal uit het ÖNB-archief. Daarnaast is Mozarts onvoltooid gebleven bewerking van de fuga BWV 891 alsnog opgenomen, maar in dit geval niet in c maar in het oorspronkelijke b, en aangevuld met een langzame inleiding op basis van eveneens die anonieme ÖNB-collectie. Of het uiteindelijke resultaat bevredigend mag worden genoemd, moet u zelf uitmaken: het mozartiaanse karakter is niet in alle gevallen evident. U weet nu in ieder geval waarom de Köchel-nummering hier ontbreekt.
Van dezelfde anonieme kopiist en eveneens stammend uit 1796 bevindt zich in de ÖNB een afschrift van fuga's voor strijkkwintet. Het betreft bewerkingen van twee vijfstemmige fuga's uit het eerste deel van het WTK: de fuga's BWV 849 (in cis, getransponeerd naar d) en 867 (in b, getransponeerd naar a). Ook deze fuga's zijn van een nieuw gecomponeerde langzame inleiding voorzien. Ook in dit geval is er geen enkele aanwijzing omtrent de herkomst. Maar daarmee zijn we er nog niet: er bestaat nog zo'n verzameling afschriften, ditmaal in verschillende onbekende handschriften, maar met zekerheid uit de negentiende eeuw stammend, met zes fuga's in de bewerking voor viool, altviool en cello; en eveneens voorzien van een langzame inleiding. Het zijn bewerkingen van zowel fuga's uit het WTK als van orgelsonates en Die Kunst der Fuge, naast een bewerking van een fuga van Bachs oudste zoon Wilhelm Friedemann. Deze bewerkingen werden zonder uitzondering aan Mozart toegeschreven en kregen een dienovereenkomstig KV-nummer: 404a. Hoewel ze waarschijnlijk met Mozart niets van doen hebben, houden ze wellicht wel - evenals de overige vier- en vijfstemmige fuga's in de Weense handschriften - verband met de Van Swieten matinees.
Van de overige hier niet met name genoemde werken op deze cd staat wel onomstotelijk vast dat die van de hand van Mozart zijn. Niet oninteressant daarbij is dat KV 546 tot voor kort nog werd beschouwd als geconcipieerd voor strijkkwartet, waarbij over het hoofd werd gezien dat Mozart aan het slot van de fuga eigenhandig 'Violoncelli' en 'Contra Bassi' vermeldde, wat onmiskenbaar op een strijkorkest wijst.
Tot slot nog een opmerking over de door de Akademie gekozen bezetting. Op zich is het merkwaardig dat het ensemble deels Mozarts eigen instrumentatie volgt, maar elders uitwijkt naar andere of mengvormen: strijkorkest, strijkkwartet, alleen blazers of een combinatie van blazers en strijkers. Het ensemble deed dat al eens eerder, zij het in een andere context: in Bachs Kunst der Fuge (klik hier), terwijl al meer dan een halve eeuw geleden Gustav Leonhardt een overtuigend pleidooi hield voor de uitvoering op uitsluitend het klavecimbel, een opvatting die voor zover ik weet nooit effectief is bestreden. Maar afgezien daarvan: de door de Akademie gekozen instrumentatie is effectief en kleurrijk, terwijl de vertolking als geheel bij het Berlijnse ensemble in uitstekende handen is. Het kan wel anders, maar echt niet beter. De opname vind ik heel mooi: iedere belangrijke stem is goed te volgen, terwijl het integrale klankbeeld onaangetast blijft. In het boekje ontbreekt de opnamedatum.
|
|