CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2021

Philippe de Monte - Madrigalen en Chansons

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Ratas del viejo Mundo: Michaela Riener (sopraan), Soetkin Baptist mezzo),
Anne Rindahl Karlsen (alt), Tomàs Maxé
(bas), Salomé Gasselin en Garance Boizot (viola da gamba), Floris De Rycker (luiten en gitaar)
Ramée RAM 2004 • 51' •
Opname: september 2020, Jezuïtenkerk, Lier (B)

   

Interessant om in het boekje te lezen dat Philippe de Monte (Mechelen, 1521 - Praag, 1603) in de zestiende eeuw tot een van de grootste componisten van zijn generatie werd gerekend en zowel in Wenen als Praag de prestigieuze positie van Hofkapellmeister vervulde. Hij componeerde meer muziek dan welke tijdgenoot ook: zo'n achthonderd werken vloeiden er uit zijn nijvere pen, waaronder zowel geestelijke als seculiere madrigalen, missen, liederen en motetten. Zijn muziek werd overal in Europa gepubliceerd en uit de overgeleverde archieven blijkt dat zij werd uitgevoerd van Lissabon tot Danzig en van Napels tot Dublin. Lof was daarbij zijn deel, met name uit adellijke kringen maar ook van connaisseurs, dus van hen die het weten én appreciëren konden.

Stilistisch mag Monte worden gerekend tot de vijfde generatie Vlaamse polyfonisten, naast andere bekende namen als die van Orlando Lassus, Giaches de Wert (die onlangs nog door Cappella Amsterdam met hun cd 'In Umbra Mortis' in het zonnetje werd gezet, broederlijk naast werk van Wolfgang Rihm - klik hier), Philippe Rogier en Cipriano de Rore.

Ook de muziek van Monte heeft het door de eeuwen heen af moeten leggen tegen de tijdgeest. Het is het 'oude liedje': beroemdheden van toen die in het collectieve geheugen van latere generaties vrijwel volledig zijn weggezakt. Vaak ten gunste van juist veel minder belangrijke componisten, zoals we dat ook vandaag de dag zien. Disproportionaliteit ten voeten uit. Die nogal merkwaardige tegenstelling heeft dus ook voor de muziek van Monte helaas negatieve gevolgen gehad. Zozeer zelfs dat een aanzienlijk deel ervan nog steeds op een nieuwe, geredigeerde editie wacht. Een ander schrijnend voorbeeld is dat het maar liefst tot 2016 heeft geduurd alvorens een volledige werkenlijst was samengesteld en gepubliceerd. Wat in dit verband ook wel iets zegt: van de muziek van Lassus bestaan tienmaal meer opnamen dan van die van Monte.

Discriminatie is wellicht ietwat te kort door de bocht, maar een feit is wel dat we vanuit het perspectief van de westerse muziekgeschiedenis nogal selectief plegen om te gaan met onze keuzes, zonder dat daaraan echt heldere of anders gezegd goed gemotiveerde criteria aan ten grondslag liggen. Soms wordt als reden aangevoerd dat Monte's muziek minder innovatief of baanbrekend zou zijn. Althans vergeleleken met andere Vlaamse en Italiaanse tijdgenoten. Maar zelfs als dat zo zou zijn betekent dit nog niet dat een 'volger' geen ravissante muziek heeft gecomponeerd of dat geen sprake is van uitmuntend vakmanschap. Wat Monte betreft: hij schreef muziek waarin de finesse hoogtij viert en waarin de structuur ervan een even uitgelezen rol vervult als het melodische en harmonische verloop. Waarbij het dan vervolgens wel aan ons is of oor en ziel nog voldoende fijn kunnen worden afgestemd op muziek van zo'n vijfhonderd jaar geleden.

Fijnafstemming is in ieder geval zo ongeveer het eerste criterium voor iedere (vocaal of instrumentaal) ensemble dat zich aan deze muziek waagt. De kracht van de expressie huist immers in het detail, terwijl het discours zich op een volstrekt natuurlijke wijze dient te ontwikkelen. Hier past het grote gebaar dus niet, laat staan strapatzen, is het filigraan leidend, straalt de polyfonie strikte helderheid in de stemvoering uit en zijn zelfs geringe balansverschuivingen al dodelijk. En dan zijn er nog toonomvang en dictie die zonder erbarmen om perfectie vragen. De realisatie van ultieme schoonheid (met inbegrip van stemkleuring!) vereist alles bijeen genomen de krachtigst denkbare artistieke én technische impuls. Het is bij Ratas del viejo Mundo in de beste handen, het ensemble dat door de Belgische luitist Floris De Rycker in het leven werd geroepen en nog in februari van dit jaar stond ingepland met een concert in de Waalse Kerk in Amsterdam. Het zoveelste evenement dat als gevolg van corona moest sneuvelen. Maar gelukkig is dit in de renaissancemuziek gespecialiseerde gezelschap op dit album te horen. Het vocale en instrumentale worden met elkaar afgewisseld, wat het contrast binnen het gekozen concept alleen maar ten goede komt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links