CD-recensie

Het pianowonder Alexandre Kantorow

 

© Aart van der Wal, augustus 2019

Liszt: Pianoconcert nr. 1 in Es, S 124 - nr. 2 in A, S 125 - Malédiction S 121 (voor piano en strijkorkest)

Alexandre Kantorow (piano), Tapiola Sinfonietta o.l.v. Jean-Jacques Kantorow
BIS-2100 • 58' • (sacd)
Opname: november 2014, Tapiola Concert Hall (Finland)

Saint-Saëns: Pianoconcert nr. 3 in Es, op. 29 - nr. 4 in c, op. 44 - nr. 5 in F, op. 103 (Egypisch)

Alexandre Kantorow (piano), Tapiola Sinfonietta o.l.v. Jean-Jacques Kantorow
BIS-2300 • 81' • (sacd)
Opname: september 2016 (nr. 4 & 5); januari-februari 2018 (nr. 3), Tapiola Concert Hall

Rachmaninov: Pianosonate nr. 1 in d, op. 28

Tsjaikovski: 18 Morceaux op. 72: nr. 5 (Méditation); nr. 12 (Passé lontain) - Scherzo à la russe op. 1 nr. 1

Stravinsky/Agosti: Drie delen uit L'Oiseau de Feu (Danse infernale; Berceuse; Finale)

Balakirev: Islamey op. 18 (1869/1902)

Alexandre Kantorow (piano)
BIS-2150 • 77' • (sacd)
Opname: april 2016, Studio 4'33, Ivry-sur-Seine (Frankrijk)

   


Alexandre Kantorow (1997), zoon van de violist en dirigent Jean-Jaques Kantorow, is de eerste Franse pianist die onlangs de eerste prijs op het zeer prestigieuze Tsjaikovski Concours in de wacht sleepte. Echt wereldbekend was hij voor die tijd niet, maar zo'n concours brengt daar al snel verandering in.

Op Spotify staat een album uit 2014, getiteld 'Sonates françaises', met - de titel zegt het al - vioolsonates van Gabriel Fauré en de minder bekende Camille Chevillard en André Gedalge. Het label, NoMadMusic, zal evenmin veel blikken van herkenning oproepen. Een project van vader en zoon (hij was toen pas zestien) dat althans bij mij onder de radar is gebleven. Terugluisterend op Spotify vond ik daarvoor echter geen enkele reden: op het muzikanteske karakter van hun vertolkingen valt echt niets aan te merken.

Ook het grote Zweedse label BIS moet tijdig de muzikale potentie van Alexandre Kantorow hebben herkend, getuige de in 2015 uitgebrachte Liszt-cd (door collega Siebe Riedstra hier besproken), twee jaar later gevolgd door een cd met uitsluitend Russische componisten, onder de aansprekende titel 'à la russe' (op zijn Russisch). En daar is dan nu de Saint-Saëns-cd aan toegevoegd. Geen overdadige discografie, maar dat kan ook nauwelijks, want Alexandre staat nog maar pas aan het begin. En wie weet, misschien treedt hij wel in de voetsporen van twee grote Polen: Krystian Zimerman en Piotr Anderszewski, die in hun loopbaan slechts mondjesmaat de studio indoken. Terwijl er aan de andere kant van het spectrum natuurlijk wel genoeg pianisten zijn die zich door het publiciteitscircus hebben laten overmannen, maar evenzo goed munt wisten te slaan uit de (doorgaans peperdure) marketingactiviteiten van 'hun' label. Terwijl een eventuele latere verhuizing van het ene naar het andere label voor hen evenmin zonder behoorlijk financieel gewin verliep. De vergelijking met het professionele voetbalcircus dringt zich op. Prompt schiet me in dit verband de naam van Lang Lang te binnen, wiens pianistiek opgelegd pandoer en epaterend klatergoud hem niet verhinderden (in tegendeel zelfs!) er - vooral dankzij Deutsche Grammophon en vervolgens Sony - multimiljonair mee te worden. Met in het kielzog honderdduizenden (piep)jonge Chinezen die hij daarmee aan de piano kreeg. Ik zie dat Kantorow nog niet doen.

Wie het Tsjaikovski Concours wint of bijna wint wacht een glanzende carrière. Daar kan de klok gewoon op gelijk worden gezet: het is een 'fool proof' mechnanisme . Daar heeft de muziekconsument thuis niet zoveel boodschap aan, al zal hij door de vele positieve publiciteit die zo'n groot aangelegd wedstrijdfestijn met zich meebrengt al bij voorbaat net zo positief worden beïnvloed.

Laten we daarbij vooral niet vergeten dat het concourssucces van de winnaar ook dat van de leraar is. Het omgekeerde geldt trouwens ook: de leerling die al in de eerste ronden van een concours door het ijs zakt mag zijn leraar zeker verwijtend aankijken. Hoewel achteraf nooit het soortelijk gewicht meer valt vast te stellen van de muzikale bagage die de leraar in de leerling heeft weten te stoppen.

Wel staat vast dat Kantorow aan de Ecole Normale de Music de Paris Alfred Cortot het wel heeft getroffen met de beste docente die maar mogelijk was: Réna Shereshevskaya, de 'keizerin van de piano'. Allemensen, wat een reusachtig talent moet je al niet hebben om bij haar überhaupt als leerling te worden toegelaten, deze laureate van de op het gebied van het muziekonderwijs net zo prestigieuze internationale Ippolitov-Ivanov prijs. Shereshevskaya, ach, ze heeft zoveel prijswinnaars 'afgeleverd'! Al tamelijk vroeg aan het begin van haar loopbaan als docente aan het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou deed ze al van zich spreken door haar uitzonderlijke pedagogische kwaliteiten. Het is en blijft trouwens een ware kunst op zich: de muzikaliteit in kinderen met veel geduld naar het hoogst haalbare niveau eerst opwekken en vervolgens oprekken.

Kantorow moet er volop van hebben geprofiteerd. Een bijna 'natuurlijk talent' met uitzonderlijke kwaliteiten die breed en diep genoeg zijn om zich op alle denkbare podia als meesterpianist te laten gelden. Dat is bij ons ook doorgedrongen, want op donderdag 28 mei 2020 staat zijn optreden gepland in de serie Meesterpianisten in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw, met op het programma Bartóks Allegro barbaro, de twee rapsodieën en de tweede sonate van Brahms en als hekkensluiter Liszts elfde Hongaarse rapsodie. Als het enthousiasme vanuit de zaal groot genoeg is zal er ongetwijfeld nog een aantal (spectaculaire) toegiften volgen.

BIS heeft met Kantorow in discografisch opzicht eveneens een winnaar in huis. Waarin nu precies de kracht van zijn pianospel huist is niet zo gemakkelijk te preciseren, daarbij sterk n de hand gewerkt door het absoluut overrompelende karakter ervan. Ja, de toonvorming is subliem, het toucher van het edelste soort, de nuancering exemplarisch, de contrasten, spanningsopbouw en agogische accentuering zowel verrassend als natuurlijk, de fraseringen zowel precies als vloeiend, de articulatie volmaakt, de structuur als uit graniet (alleen al zijn vertolking van Rachmaninovs weerbarstige eerste sonate laat daarover geen enkele twijfel bestaan). Maar het is die overrompeling, alsof de pianist zich pal onder de huid van de compositie manifesteert, die de muziek onder zijn handen dat onvergelijkbare aura verleent dat ook na meerdere malen beluisteren niet afvlakt, laat staan verdwijnt. En BIS zou BIS niet zijn zonder deze sprankelende opnamen die dit fonkelende spel begeleiden. Met als extra bijzonderheid dat het label zich sinds kort heeft aangesloten bij de milieuvriendelijke producenten door het hoesje te vervaardigen uit niet milieubelastend materiaal, aangevuld met uit soja gemaakte drukinkt, ecovriendelijke lijm en glansvernis op waterbasis.

Tot slot van dit ietwat uitvoerige betoog is er - last but not least! - het Finse kamerorkest Tapiola Sinfonietta onder leiding van vader Kantorow (hij is daar sinds 1993 chef), dat zijn uitstekende reputatie in zijn aandeel van de Liszt- en Saint-Saëns-vertolkingen ten volle waarmaakt. Bovendien geven de bescheiden omvang van het ensemble en de goed uitgebalanceerde opnamen ons een transparant doorkijkje in de altijd weer fascinerende stemvoering. Al met al drie albumwinnaars van een heel bijzondere prijswinnaar waar we nog ongetwijfeld veel van zullen horen!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links