CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2017
|
Het mag dan een commercieel sausje hebben, het is wel iets waar de huidige muziekconsument blijkbaar om vraagt: cross-over, in dit geval releases die gericht zijn op de (wel of niet logische) verbintenis tussen de klassieke en de populaire muziek. In ons land zijn het met name Tania Kross, Lavinia Meijer en Remy van Kesteren die dit blijkbaar lucratieve pad zijn opgegaan. Dat het 'klassieke prestige' met gemak opzij kan worden gezet blijkt ook uit de vele uitgaven op dit gebied, waarbij grenzen met gemak worden geslecht. Zoals bijvoorbeeld door Deutsche Grammophon, het zo chique gele label dat zich nog niet zo lang geleden uitsluitend bezighield met de top van de klassieke muziek, maar inmiddels de zijpaden bepaald niet schuwt. De Zuid-Afrikaanse violist Daniel Hope (hij werd in 1973 geboren in Durban) is een van de vele musici die de 'lichtere toets' niet schuwt en graag het klassieke met het populaire verbindt. Dat kan, zoals op deze cd, een nogal merkwaardige mengelmoes opleveren die zeker niet ieders smaak zal zijn, maar waarvan de onderstroom wel degelijk enige logica bezit. Hoe groot de contrasten ook mogen zijn. Bovendien is Hope een violist die zich natuurlijk niet zonder reden in de topcategorie heeft weten te nestelen (klik hier voor My Tribute to Yehudi Menuhin). Het is wel niet zo dat alles onder zijn handen in goud kan veranderen, maar middelmatige composities of bewerkingen (en die staan er genoeg op deze cd) winnen wel degelijk door zijn vlekkeloze en fantasierijke spel. Zo kan muzak in zekere zin toch tot nog tot echt muziek uitgroeien. De titel van deze cd, 'For Seasons' lijkt op het eerst gezicht wat vreemd en meer weghebben van een taalkundig grapje, maar lijkt bedoeld - en de inhoud weerspreekt dat niet - om daarmee aan te geven dat het muziek voor (alle) jaargetijden is. Misschien was het grappiger geweest als het 'Fo(ur) Seasons' was geweest, maar laat ik hier Shakespeare nog maar eens citeren: 'What's in a name?' Maar er zijn ook muzikale 'grapjes' te ontdekken, zoals het zelf bedachte glissando van Hope in maat 28 van het openingsdeel. Zo wordt op deze vier concertjes duidelijk een persoonlijk stempel gedrukt, zowel qua frasering als in tempo en dynamiek. Vertragingen en versnellingen zijn duidelijk ook des Hopes, meer improviserend. Het maakt al met al een verfrissende indruk in de wetenschap dat deze vier Vivaldi-concerten al talloze malen zijn opgenomen en dat er dus best wel een wat ander licht op mag schijnen. Dat zal in de Barok trouwens niet anders zijn geweest. Bovendien, deze knipoog naar Vivaldi past uitstekend bij de rest van het programma. Op het postcriptum na zijn de overige twaalf nummers ieder gewijd aan een bepaalde maand, zij het wel keurig in de goede volgorde, dus van januari tot en met december. U vindt de details terug in de hierboven vermelde cd-gegevens. Het is al met al een nogal bont geheel geworden, maar dat is ook uitdrukkelijk de bedoeling ervan geweest. De vier seizoenen en daarmee de twaalf maanden van het jaar op verschillende manieren belicht. Oud en nieuw, het gaat kriskras door elkaar heen. Maar dit is bovendien een cd met een boodschap. Daniel Hope besluit zijn inleiding in het boekje met een treffende slotzin: 'We kunnen slechts hopen verder in een wereld te mogen leven waarin de jaargetijden niet alleen bestaan, maar waarin hun schoonheid ook wereldwijd wordt beschermd. En dat zij ons mogen blijven betoveren en inspireren'. Voorwaar, daarmee heeft u dus tevens een 'klimaat-cd' in handen! index |
|