CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2019
|
Wie de Hoboken-indeling van Haydns werken van binnenuit kent, weet dat de nummers vaak niet corresponderen met de chronologische volgorde van hun ontstaan. Niet erg logisch, maar wel iets om rekening mee te houden. Aan het begin van de toelichting in het boekje wordt gememoreerd dat dit album wordt geopend met 'two late keyboard works', in casu de sonate in c, Hob. XVI:20 ) en de variaties Hob. i.430. Wat de in 1771 gecomponeerde sonate betreft klopt dit niet: Haydn was toen pas 39 en er zou nog een hele trits sonates volgen. Dat geldt uiteraard niet voor de variaties, afgeleid van het Poco adagio uit het in 1797 gecomponeerde, overbekende 'Kaiserquartett'. Maar hoofdzaak is uiteraard het spel van Kristian Bezuidenhout, die niet alleen een meer dan voortreffelijke (forte)pianist is, maar ook als musicoloog naam heeft gemaakt. Hij behoort tot de musici die gedrukte uitgaven niet voor zoete koek aannemen, maar het liefst zelf op zoek gaan naar de bronnen en die dan tot in detail bestuderen, alvorens zich aan de uitvoering te zetten. Het is in de loop der jaren gelukkig een bloeiende en belangrijke (uitvoerings)praktijk geworden: de symbiose tussen muziekwetenschappelijk onderzoek en vertolking. Maar afgezien daarvan heeft Bezuidenhout heeft dit recital met fantasie en smaakvol samengesteld: niet zomaar een aantal sonates op rij, maar een boeiende afwisseling tussen sonate, variatie en divertimento uit verschillende perioden. Dan de vertolkingen zelf, die zonder uitzondering die zowel autoriteit uitstralen als een buitengewoon frisse en soepele indruk maken en waarbij Bezuidenhout niet schroomt om subtiele vertragingen, versnellingen, accenten en versieringen aan te brengen. Het geheel past vlekkeloos bij het beeld van de grote Weense classicus zoals we ons hem moeten voorstellen: oorspronkelijk, met veel esprit, afwisselend gedurfd, uitbundig en poëtisch. Bezuidenhout maakt Frans Brüggens wijze woorden waar: dat Haydn een uitvinder was. De fortepiano is een door de bekende bouwer Paul McNulty vervaardigde replica van een Weense Anton Walter uit 1805. Is dit de eerste cd van een heuse integrale Haydn-cyclus? Het lijkt mij onwaarschijnlijk, maar deze uitgave schept wel zeer hoge verwachtingen! Die lijn kan met een gerust hart worden doorgetrokken naar de opname: de akoestiek van de Doopsgezinde Kerk in Haarlem blijkt ideaal voor dit instrument, met als belangrijk neveneffect dat er geen storende achtergrondgeluiden zijn. De luisteraar kan zich daardoor volledig concentreren op het sublieme, fijnzinnige spel van een van de belangrijkste fortepianisten van dit moment. Een fortepianist overigens die ook op de 'moderne' Steinway bijzonder goed de weg weet. index |
|