Componisten/werken

Haydn en het klavier

 

© Gerard van der Leeuw, mei 2019

 

Toen ik nog op het conservatorium werkte, werd daar op een dag Haydns cantate Arianna a Naxos (Hob. XXVIb: 2) uitgevoerd. Het is een bijzonder werk voor sopraan en klavier dat dateert uit de late jaren 1780. Na afloop van de geslaagde uitvoering meende een van de docentes zang (en ik noem haar naam niet) op te moeten merken dat het stuk ‘onpianistisch’ zou zijn, hetgeen voorzichtig werd tegengesproken door de docent piano (het was Rinus Groot). Het oordeel dat Haydn ‘on pianistisch’ zou zijn hoorde je in die jaren wel vaker. Een oordeel dat meestal nergens op gebaseerd was. En in elk geval niet op kennis van het oeuvre. Immers: wie Haydns uitgebreide klavier-oeuvre van begin tot eind bestudeert maakt niets meer of minder mee dan de geboorte van de moderne klaviertechniek.

Natuurlijk: Haydn was geen pianist zoals zijn opvolger op Esterhazá, Johann Nepomuk Hummel of zijn collegae Mozart en Beethoven dat wel waren. Maar hij had onmiskenbaar grote belangstelling voor de ontwikkeling van het instrument en schreef als een der eersten op het continent werken voor het ‘Engelse’ mechaniek.

Onlangs verschenen twee nieuwe cd's die de hele breedte van Haydns uitgebreide klavieroeuvre bestrijken. Allereerst een nieuwe opname die Kristian Bezuidenhout maakte op een kopie van een instrument uit 1805 van Anton Walter & Sohn. Een instrument derhalve met een Weens mechaniek.
Rebecca Maurer maakte een opname met twee late Haydn sonates en werk van Haydns Londense leerlingen Thomas Haigh (1769 1808?) en Christian Ignatius Latrobe (1758-1836). Zij speelt op een instrument van John Broadwood & Sons uit 1816. Een instrument derhalve met een Engels mechaniek.

Je kunt de hele geschiedenis van de klaviermuziek vanaf Haydn ophangen aan de twee gebruikte, behoorlijk van elkaar verschillende mechanieken: het Weense en het Engelse. De verschillen tussen die twee mechanieken zijn wel zo groot, dat de grote Sonate in Es-groot Hob. XVI: 52 uit 1794 van Haydn in twee versies gepubliceerd is, één voor het Weense en één voor het Engelse mechaniek. (1)

Haydn groeide op met het klavecimbel en het klavichord en veel van zijn vroege klavierwerk is dan ook voor die instrumenten gedacht. Interessant genoeg is een klavecimbel uit zijn bezit bewaard gebleven, een Engels instrument uit 1775 van Burkat Shudi en John Broadwood. Het is een laat instrument met de door Shudi uitgevonden ‘Venetian Swell’, een constructie die crescendo en decrescendo mogelijk maakt. Op Esterhazá was na alle waarschijnlijkheid vóór 1781 geen pianoforte aanwezig. Zijn eerste eigen pianoforte kreeg Haydn pas in 1788, een Weens instrument van Wenzel Schantz (±1757-1790), waar hij zeer over te spreken was. En tijdens zijn eerste reis naar Engeland, waar hij op 1 januari 1791 voet aan wal zette, maakte hij kennis met de piano’s van Broadwood en later bezat hij een groot instrument van 5 1/2 octaaf van Longmann and Broderip. (2)

Beide cd’s zijn, bij alle verschillen, zeer de moeite waard. Kristian Bezuidenhout heeft natuurlijk zijn sporen verdiend met zijn Mozart- opnames. En hij schrijft dan ook in zijn uitvoerige essay bij deze opname:

‘It is fair to say - in a spirit of total honesty - that I have never had the same sort of relationship with Haydn’s music as I have had with Mozart’s. Growing up, it was mature Mozart that we heard in the house, particularly the late symphonies, piano concertos and the Da Ponte operas.’

Voor zijn eerste Haydn opname ging Bezuidenhout dan ook niet over een nacht ijs. Hij las zich in: las artikelen van de Vlaming Tom Beghin (‘Delivery, Delivery, Delivery’) en de Amerikaanse organiste Annette Richards (‘The Free Fantasia and the Musical Picturesque’, 2001) en merkte dat hij zijn oordeel over Haydn grondig moest bijstellen. (3) Hij eindigt bovengenoemd essay dan ook als volgt:

‘Preparing for this recording has been a vivid reminder that it is remarkably difficult to play Haydn’s music well, but that with enough care, and attention to detail, his music has the potential to come jumping from the page. It would be hubris to suggest that I am even close to unlocking any of its secrets, but I am so humbled by the sheer beauty, humanity, wit and delightful irony of this music, that the desire to continue is irresistible.’

Voor Bezuidenhout heeft het Weense mechaniek van Walter uiteraard geen geheimen en hij speelt dan ook prachtig. Wat weet hij de dubbelvariaties in f-klein - een van Haydns meest persoonlijke werken - niet een enorme lading en diepgang mee te geven. Het enige wat ik zou wensen: een volgende cd op (een copie van) een instrument van Wenzel Schantz.

Tenslotte schreef Haydn op 4 juli 1790 aan zijn vriendin Marianne von Genzinger:

‘Zeker, mijn vriend de Heer Walter is heden ten dage zeer beroemd, en ik krijg regelmatig zeer veel complimentjes van hem, maar onder ons, en heel oprecht: van de tien instrumenten is er maar één echt goed te noemen, en daarbij is hij vreselijk duur. (…) vandaar dat ik zou willen, dat Uwe genade er een van de Heer Schantz probeert. Zijn fortepiano's hebben een bijzondere lichtheid en een aangenaam 'tractement'. Voor Uwe genade is een goed fortepiano hoogst noodzakelijk en mijn sonate wint nog eens zoveel daarop. ..’

Ook aan de cd van Rebecca Maurer ging veel research vooraf. Zij werkte samen met de Indiase musicologe Mekala Padmanabhan, die onderzoek deed naar Engelse componisten die rond 1790 werk opdroegen aan Haydn.(4)
De samenwerking resulteerde in een aantal unieke opnames van onbekende composities van Thomas Haigh en Christian Ignatius Latrobe. Curieus is de Fantaisie van Haigh, een ‘medley’ van bekende Haydn melodieën, waaronder het onvermijdelijke ‘Gott erhalte’. Het werk deed me denken aan de brief die sokkenfabrikant William Gardiner in 1804 aan Haydn schreef:

‘Sir,
For the many hours of delight which your musical compositions have afforded me, I am emboldened (although a stranger) to beg your acceptance of the enclosed small present, wrought in my factory at Leicester. It is no more than six pairs of cotton stockings, in which is worked that immortal air God preserve the Emperor Francis with a few other quotations from your great and original productions. Let not the sense I have of your genius be measured by the insignificance of the gift; but please consider it as a mark of the great esteem I bear to him who has imparted so much pleasure and delight to the musical world.’ (5)

Ook Haighs bewerkingen van Haydns 'English Canzonettas': The Sailor’s Song, Pleasing Pain en A Pastoral Song, zijn het beluisteren meer dan waard. Van Latrobe horen we helaas alleen maar één deel uit een van zijn sonates. Jammer dat niet de hele sonate werd opgenomen want dit ene deeltje smaakt naar meer. Christian Ignatius Latrobe (1758-1836) behoorde net als zijn broer, de beroemde architect Benjamin Henry Latrobe (de architect van de Baltimore Basilica) tot de Moravische Broederschap en studeerde dan ook theologie in het Saksische Niesky. Via Charles Burney kwam hij in 1791 in contact met Haydn.

Waar de werken van Haigh en Latrobe typisch huismuziek zijn, horen de sonates van Haydn duidelijk thuis in de concertzaal. Ze werden geschreven voor Therese Jansen een leerling van Clementi en gezien deze muziek een formidabel pianiste. Haydn was in 1795 getuige bij haar huwelijk met graveur en kunsthandelaar Gaetano Stefano Bartolozzi. Rebecca Maurer maakt optimaal gebruik van de enorme resonantie van het instrument, die haar trouwens ook beperkingen qua tempo oplegt. Zie het in het cdboekje opgenomen interview met haar.

Let in het eerste deel van de sonate in C-groot op het effect van het ‘open pedal’, dat hier wonderschoon klinkt en op een moderne vleugel eigenlijk niet gerealiseerd kan worden:

Dit zijn twee goed gedocumenteerde, buitengewoon verzorgde en geslaagde cd’s die elkaar ook nog eens wonderwel aanvullen.

Haydn: Pianosonate in c, Hob. XVI:20 - Variaties op 'Gott erhalte Franz, der Kaiser' Hob. i, 430 - Partita (Divertimento) in G, Hob. XVI:6 - Pianosonate in C, Hob. XVI: 48 - Variaties in f, Hob. XVII:6Kristian Bezuidenhout (fortepiano)
Harmonia Mundi HMM 902273 • 69' •

Haydn: Pianosonate in C, Hob. XVI:50 - Pianosonate in Es, Hob. XVI:52
Haigh: Three Canzonetta’s of Dr. Haydn’s. Arranged as
Rondos for the Piano Forte; Fantaisie for the Piano Forte - Pianosonate
in Bes, op. 10 nr. 2
Latrobe: Pianosonate in A, op. 3 nr. 2 (Lente)
Rebecca Maurer (fortepiano)
Genuin 19650 • 79' •

___________________
(1) Zie voor het verschil tussen beide mechanieken: Christo Lelie: Van piano tot forte: Geschiedenis en ontwikkeling van de vroege piano ca. 1450-1867, Kampen, 1995.
(2) Thans naar alle waarschijnlijkheid in de Cobbe Collection in Engeland. Zie: http://www.cobbecollection.co.uk.
(3) Het artikel van Tom Beghin is te vinden in: Tom Beghin and Sander M. Goldberg: Haydn and the Performance of Rhetoric, University of Chicago Press, 2007. Tom Beghin maakte voor Naxos op 12 cd’s een uiterst interessante complete opname van het oeuvre voor klavier van Haydn op 7 verschillende instrumenten. The Free Fantasia and the Musical Picturesque van de Amerikaanse organiste Annette Richards werd uitgegeven door Cambridge University Press (2001).
(4) Zie haar: Dedications to Haydn by London Keyboard Composers around 1790 en Thomas Haigh and Christian Ignatius Latrobe in Widmungen bei Haydn und Beethoven, Personen - Strategien - Praktiken. Bericht über den Internationalen musikwissenschaftlichen Kongress Bonn, 29. September bis 1. Oktober 2011, Hrsg. von Bernhard R. Appel und Armin Raab, Beethoven- Haus, 2015, p. 45v.
(5) Naast het ‘Gott erhalte Franz, den Kaiser’ stonden op de sokken motieven uit 'My mother bids me bind my hair', een van de English Canzonetta’s; de bassolo ‘Vom tiefsten Meeresgrund', uit het terzet nr. 18 uit 'Die Schöpfung'; het Andante uit de Symfonie nr. 94 en het 'Consummatum est' uit de Zeven Kruiswoorden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links