CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2021 |
Het libretto van de Brockes-Passion is van de hand van de Duitse dichter Barthold Heinrich Brockes (1680-1747), wiens werk ook van grote invloed is geweest op bekende tekstdichters als Christian Friedrich Henrici alias Picander (1700-1764), die Bach van (vrije) teksten voorzag voor een groot aantal cantates, de Matthäus-Passion en het Weihnachtsoratorium. Brockes inspireerde meerdere componerende tijdgenoten: Reinhard Keiser (1712), Georg Philipp Telemann (1716), Georg Friedrich Händel (ca. 1717), Johann Mattheson (1718), Johann Friedrich Fasch (1723) en Gottfried Heinrich Stölzel (1725). Het onderwerp was er ook naar: 'Der für die Sünde der Welt gemarterte und sterbende Jesus'. Na de eerste publicatie in 1712 werd het zo populair dat er in de daarop volgende vijftien jaar maar liefst ruim dertig edities van verschenen. Er is geen enkele twijfel over: het is Händels Brockes-Passion HWV 48 (voor het eerst uitgevoerd in Hamburg in 1719) die het meest bekend is geworden, hoewel in het buitenland ook die van Telemann nogal eens op het programma verschijnt. In Duitsland geldt een andere traditie, met name in het gebied rond Leipzig, waar (gelukkig!) ook ruimte wordt gemaakt voor de Brockes-Passion van andere componisten. Dat die van Keiser ergens in de schaduw daarvan is blijven hangen laat zich niet zo gemakkelijk verklaren, want het is zeker niet zo dat deze passiemuziek van Keiser de mindere is van die van Händel of Telemann; zelfs niet na een kritische vergelijking. Op sommige punten is het toch wellicht Händel die het hoogste 'scoort', zoals in het werkelijk subliem getoonzette duet tussen Maria en haar Zoon. Zijn ensembletechniek getuigt hier en daar van net iets groter raffinement, maar Keisers verbeeldingskracht doet er zeker niet voor onder. En net als Händel had ook Keiser een sterk 'operagevoel' dat in de Brockes-Passion net zo verbeeldend, zij het uiteraard religieus omkadert, uitpakt als in zijn meest bekende opera's Großmütige Tomyris uit 1717 en Croesus uit 1730. Het is overigens niet minder treffend dat Bach grote delen van Händels Brockes-Passion overschreef en dat het werk zeker in diens Johannes-Passion meerdere sporen heeft achtergelaten. Ook Händel moet in Brockes' passietekst alles hebben gevonden dat hem tot dit grootse drama in muziek aanspoorde. Hij kende Brockes persoonlijk: hij was met hem bevriend geraakt tijdens zijn studietijd in de Duitse universiteitsstad Halle. We weten het niet precies, maar het lijkt erop dat Händel rond 1717 in Londen met Brockes libretto aan de slag is gegaan. Waarom de in Londen zetelende Händel uitgerekend voor een uitvoering in Hamburg zijn passiemuziek schreef heeft geen duidelijk antwoord opgeleverd, al is er wel de logische verklaring van de musicologe en historica Ruth Smith, die erop wijst dat in die tijd in Engeland geen passietraditie bestond (nog afgezien van de nogal 'pittige' tekst van Brockes die bij de Engelsen sowieso niet in de smaak zou zijn gevallen). Dit in tegenstelling tot Duitsland, waar in de Lijdensweek wel veel passiemuzieken werden uitgevoerd. Zoals zo vaak ontbreekt ook in dit geval het oorspronkelijke handschrift van de componist en moeten we het doen met meerdere overgeleverde afschriften, waaronder een uit 1746 daterend exemplaar dat Bach gebruikte voor de uitvoering van het werk op Goede Vrijdag van dat jaar in Leipzig. Maar ook die kopie was niet volledig en werd een paar jaar later door anderen alsnog gecompleteerd. Het grootste probleem van al die afschriften is dat ze van elkaar afwijken en dat de enige manier om daarin helderheid te verschaffen het aanboren en onderzoeken van andere bronnen is. Anders dan in de passiemuzieken van Bach, maar ook van andere Duitse componisten heeft Händel de verhalende tekst van de evangelist bescheiden gehouden, maar daarentegen die van de 'hoofdrolspelers' in het drama er op een bijzondere, zelfs fascinerende manier uitgelicht: de recitatieven, aria's, arioso's, koralen en koren staan alle ten dienste van een afwisselend gedreven, spanningsvolle en contemplatieve verbeelding en bespiegeling van de gebeurtenissen. En zoals we ook elders bij Händel aantreffen is het onderscheid tussen oratorium en opera alleen al daardoor niet altijd scherp omlijnd. In dit geval bovendien duidelijk geholpen door Brockes tekst die niet alleen uitermate levendig is, maar op sommige punten zelfs barbaarse trekken vertoont. Wat in dit dramatisch getoonzette discours al snel duidelijk wordt is dat het Händel diepgaand heeft geïnspireerd, al staat het werk niet op hetzelfde niveau als bijvoorbeeld zijn Messiah. De instrumentale bezetting in deze uitvoering is bescheiden gehouden met twee hobo's, taille, twee fagotten, twee luiten, kistorgel, klavecimbel, vijf violen, twee altviolen, twee celli, contrabas. Er is geen teorbe aan toegevoegd. Naast de drie solisten in hun rol van Evangelist, Jezus, Dochter van Zion en Maria is er het uit acht leden bestaande koor dat de gebruikelijke rollen vervult van maagd, gelovige zielen, Johannes, Judas, Jakob, Petrus, Pilatus, Hoofdman en Kajafas. De door Jonathen Cohen geleide uitvoering (in de Duitstalige versie) is gestoeld op de nieuwe, in 2019 gepubliceerde editie van Händels Brockes-Passion, waardoor de voorgaande uitgave uit 1965 overbodig is geworden. Deze nieuwe uitgave werd tot in de puntjes voorbereid door Leo Duarte (hij is tevens hoboïst bij de Academy of Ancient Music), daarin bijgestaan door een groot aantal wetenschappers van verschillende disciplines. Aan de basis ervan stonden zo'n vijftien manuscripten en verschenen uitgaven, verspreid over acht steden in vier landen, bijeengeschraapt uit bibliotheken en archieven, met ijverige, om niet te zeggen gedreven curatoren tijdelijk in de hoofdrol. Daarbij werd tevens de oorspronkelijke Engelse vertaling (vanuit het Duits) van Charles Jennens ((1700-1773) opnieuw onder de loep genomen, een taak die door Moritz Grimm met hulp van vele andere deskundigen voor zijn rekening nam. Richard Egarr was de eerste dirigent die deze nieuwe editie gebruikte (klik hier voor de recensie). Sinds de eerste opname van het werk door Schola Cantorum Basiliensis onder leiding van August Wenzinger (1967) heeft Händels Brockes-Passion aan populariteit alleen maar gewonnen, getuige de inmiddels vijf uitgebrachte albums (waarvan maar liefst drie in 2019), twee scènische producties (tijdens het London Handel Festival 2002 en in 2005 in de Berliner Philharmonie) en dan nu deze schitterende uitvoering (uiteraard in de barokstemming) op het Alpha-label. Want dat niemand eromheen kan staat voor mij wel vast, met Stuart Jackson als een geboren verteller, Sandrine Piau als een ideale dochter van Sion (die vocale hoogstandjes bepaald niet uit de weg gaat en bovendien het volle pond geeft, zoals in 'Was Bärentatzen, Löwenklauen'), Konstantin Trimmel als de zowel met diepe menselijkheid als autoriteit omgeven Jezus, het subliem zingende en net zo verbeeldingsvolle koor en het instrumentaal fonkelende Arcangelo. Er spreekt zoveel passie(!) en engagement uit deze vertolking dat het meer dan hartverwarmend is. index |
|