CD-recensie

Schatgraven in een ver verleden (3) - Annie Fischer

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Annie Fischer - Mozart & Schubert

Mozart: Pianoconcert nr. 20 in d, KV 466
Annie Fischer (piano), Philharmonia Orchestra o.l.v. Adrian Boult
Opname: februari 1959, Londen

Mozart: Pianoconcert nr. 22 in Es, KV 482
Annie Fischer (piano), Philharmonia Orchestra o.l.v. Wolfgang Sawallisch
Opname: april 1959, Londen

Mozart: Rondo in D, KV 382
Hongaars Radio Symfonieorkest o.l.v. Ervin Lukács
Live-opname: februari 1965, Boedapest

Schubert: Impromptu in f, D 935 nr. 4
Opname: april 1959, Boedapest

Praga Digitals PRD 250 339 Genuine Stereo Lab • 82' •

 

Onlangs was ik op bezoek bij Polyhymnia in Baarn. Ik was uitgenodigd om het proces bij te wonen van de omzetting van analoge moederbanden van oude(re) opnamen naar het digitale domein. Ze worden later op sacd uitgebracht door het label PentaTone (dat in hetzelfde pand huist). Aan dit proces hoop ik later een artikel te wijden.

Bij thuiskomst trof ik - het kon werkelijk niet toevalliger - een grote doos aan, tot aan de rand gevuld met cd's, waaronder zes van het label Praga Ditigals in de serie 'Genuine Stereo Lab' en twee in de s, oude opnamen die zijn overgezet van studioband naar cd. Dus in feite een vergelijkbaar proces als in Baarn.

Onvoldoende informatie
Ik vind dat labels als PentaTone, Duton en Praga Digitals de consument naar behoren moeten inlichten omtrent het gevolgde proces. Een verantwoording: dit waren onze uitgangspunten en we hebben het zus en zo gedaan. Praga besteedt er in het cd-boekje geen letter aan. Zijn het studio- of radio-opnamen? Ook ontbreekt de aanduiding stere of of mono. Het enige dat de koper te weten komt zijn de opnamedata en -locaties. Wie trots is op zijn werk wil erover vertellen. Toch? Dat hoeft niet eens een lang verhaal te zijn: de kernpunten zijn voldoende. Ik zou als koper bijvoorbeeld graag willen weten of het geluid dat uit mijn luidsprekers komt overeenstemt met het origineel; en of dat de daadwerkelijke studiomaster is geweest, of een andere band. Het Duitse label Audite brengt het voor de cd-koper werkelijk tot in detail in kaart en zo hoort het volgens mij ook.

Het omzettingsproces begint zowel bij de moederband (studiomaster) als bij de recorder die oorspronkelijk werd gebruikt (vaak een Studer). Hopelijk is het referentiesignaal op de band gezet en zijn de technische gegevens die de opnametechnicus heeft genoteerd nog aanwezig. Dat is al een goed begin voor een nauwkeurig omzettingsproces. Dat de recorder er nog is, is mogelijk maar niet waarschijnlijk. En als die er nog is dient deze up-to-date te worden gebracht, waaronder reiniging en uitlijnen van de (afzonderlijke) weergavekop, de bandgeleiders en het loopwerk. Wat deze 'Genuine Stereo Lab' en 'Limited'series betreft tast ik wat dit betreft geheel en al in het duister en kan ik slechts afgaan op hetgeen ik hoor. Dat is duidelijk een gemiste kans. Positief is wel dat de naam van degene die verantwoordelijk is geweest voor de remastering en editing (het verwijderen van ongerechtigheden) wel wordt vermeld.

Annie Fischer
De Mozart-stijl van de Hongaarse pianiste Annie Fischer (1915-1995) staat dicht bij die van twee grote Roemenen: Clara Haskil en Dinu Lipatti. Fischer was een van de velen die hun jood-zijn moesten bekopen met of vluchten of blijven (wie onder de nazibezetting niet onderdook wachtte de vernietigingskampen). Zij vluchtte naar Zweden en kon daardoor uit handen van de nazi's blijven. Pas na het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam haar spel meer en meer in de belangstelling te staan en herkende men haar absolute meesterschap. De parallellen met Haskil dringen ook hier zich op.

Ondanks die lange smalle handen en het tengere postuur schuilde in haar gehele muzikale wezen een kolossaal vuur dat volmaakt in toom werd gehouden door een feilloos gevoel voor structuur en proportie. Die geweldige energie ging samen met volkomen eerlijkheid ten opzichte van de partituur. Dat betaalde zich met gouden munt uit, met name in de muziek van Schumann, Beethoven, Schubert en...Mozart. Haar Mozart. Fischer kon de muziek subliem naar haar hand zetten en creëerde daarbij grote spanningsbogen, zoals een Artur Schnabel en Wilhelm Furtwängler dat zo goed konden. De frisheid van haar vertolkingen en de spontaniteit van haar musiceren gaven de indruk dat zij de muziek pas net had ontdekt. Dat wist ze, communicatief als ze was, ook op haar toehoorders over te brengen. Voor hen werden die zo vertrouwde stukken in zekere zin nieuw. Soms was de suggestie zelfs sterker dan de realiteit.

Haar grootse pianospel had prestigieuze wortels. In Boedapest, aan het Liszt Ferenc conservatorium, was het Ernst von Dohnányi die haar de finesses van het pianospel bijbracht. Ze zou er een muziekleven lang op teren. Haar neorme talent mondde in 1933 in de Hongaarse hoofdstad uit in de eerste prijs tijdens het fameuze Internationale Liszt Concours. Haar Huwelijk met de bekende muziekwetenschapper Aladár Tóth bracht niet alleen huwelijksgeluk maar ook nieuwe muzikale inzichten en - niet in de laatste plaats - Tóths voortdurende steun en begeleiding in het veeleisende muziekvak.

Tijdens de nazibezetting was Zweden het toevluchtsoord voor het echtpaar. Reizen buiten Zweden was onmogelijk en dus besteedde Fischer een deel van haar tijd aan lesgeven. De leerlingen brachten vaak uren achtereen met haar door, veeleisend als ze was. En als de les was afgelopen was er nog wel de echtgenoot die de leerlingen uitvoerig kennis liet maken met de geheimen van de opera.

In 1946 keerden Fischer en Tóth terug naar hun vaderland, voor Annie de uitvalsbasis voor een grootse concertcarrière. Haar studio-opnamen maakten discografisch geschiedenis. Jammer is dat het merendeel daarvan niet meer commercieel verkrijgbaar is.

Ze gaf haar laatste concert in Londen in een volgepakte Royal Festival Hall, met Schumann en Beethoven, twee van haar favoriete componisten, op de lessenaar. Zij was toen en wellicht nu nog de enige pianist die de slotfuga uit Beethovens 'Hammerklavier' als encore speelde...

De op deze cd verzamelde opnamen zijn wijd en zijd bekend. Zo verschenen de beide pianoconcerten al eerder in EMI's (nu Warners) fraaie door ons besproken Icon-serie. Die opnamen klonken toen al redelijk goed, maar Praga wist er nog een behoorlijk schepje bovenop te doen: het klinkt ondanks de opnametechnische beperkingen van die tijd echt voortreffelijk Wie nog iets verder wil kijken: KV 482 met Otto Klemperer als dirigent van het Concertgebouworkest is nog een fractie spannender (u vindt de opname in deel 2 van de indrukwekkende serie Anthology of the Royal Concertgebouw Orchestra), maar de opname weer beduidend minder.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links