CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2023 |
Een van de meest begaafde leerlingen van Alessandro Scarlatti (1660-1725) was ongetwijfeld Francesco Durante (1684-1675) aan wiens Concerti per archi dit gehele dubbelalbum is gewijd. Samen met een andere zeer talentvolle leerling, Leonardo Leo (1694-1756), was hij in hoge mate verantwoordelijk voor de stijlbreuk die in die dagen zeker niet door zijn strenge leraar werd gewaardeerd. Voor Durante gold dat vooral de kerkmuziek, voor Leo het genre van de opera. Alessandro Scarlatti (wie kent hem niet) was de stichter van de Napolitaanse school, een fenomeen dat ik op onze site al eerder aan de orde heb gesteld. Bondig gezegd lagen aan de basis ervan de weeshuizen en hospitalen voor begaafde kinderen van overleden of berooide musici die wel of niet liefdevol werden opgenomen en waaruit een belangrijke generatie componisten, zangers en instrumentalisten voortkwam in de binnen de kaders van de Napolitaanse school toen heersende stilistische mores. Het waren deze bewaarscholen of conservatoria die de talentvolle leerlingen de kunst bijbrachten van het musiceren, zingen én componeren (met de nadruk op het contrapunt). Wat de zangkunst betreft draaide het naar de mode in die tijd daarbij vooral om het 'mooi zingen', het bel canto. Het belang van die conservatoria, gegrondvest in 1537, werd veel later nog eens dubbel en dwars onderstreept toen in 1808, op aanwijzing van koning Murat, zij de officiële status van koninklijke instelling verwierven. Een belangrijk stilistisch kenmerk van de in het achttiende-eeuwse Napels in zwang zijnde zangkunst iwas wat later in musicologische kringen later op nogal wat kritiek stuitte: de nadruk op virtuositeit (Händels operagezelschap zou er in Londen danig gebruik van maken). Zangers werden aldus de slaaf van de publieksvoorkeur, wat zeker voor een kunstvorm als de opera maar ook in de religieuze muziek niet alleen maar winst betekende. Maar afgezien daarvan: de Napolitaanse school zorgde wel degelijk voor een uiterst grondige opleiding en diende aldus als voortreffelijke springplank voor de verdere individuele creatieve ontwikkeling. Ook de instrumentale muziek (en zij niet alleen) van Durante is daarvan een representatief voorbeeld. Representatief zijn ook deze uitvoeringen door het in de historiserende uitvoeringspraktijk gespecialiseerde Italiaanse ensemble Accademia dell'Annunciata, geleid door Riccardo Doni. Er wordt met verve gemusiceerd, maar niet alleen dat: ook de expressieve en dynamische grenzen worden opgezocht, wat het avontuurlijke karakter van deze muziek zeker ten goede komt. In dit programma met achttiende-eeuwse Napolitaanse concerten is tevens plaatsgemaakt voor een Sinfonia van Nicola Fiorenza (ca. 1700-1764) en een Celloconcert van Nicola Porpora (1686-1768), twee belangrijke tijdgenoten van Durante. Kort en bondig samengevat mag u rekenen op een spetterend klankfeest in het domein van de Napolitaanse Barok. Guido Olivieri tekende voor de uitstekende toelichting, eens te meer van belang omdat dit relatief onbekende muziek van een voorts nogal onderschatte toondichter betreft. Tot slot nog de bezetting, die bestaat uit negen violen, drie altviolen, twee celli, violone, teorbe, barokgitaar, klavecimbel en kistorgel. __________________ index |
|