CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2022

Frédéric Chopin - 57 Mazurka's

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Maurice Lammerts van Bueren (piano)
Zefir ZEF 9691 • 160' • (2 cd's)
Opname: april & juni 2021, juni 2022, Zeeuwse Concertzaal, Middelburg

   

Het is en het zal wel gissen blijven: het aantal precieze aantal mazurka's dat Chopin heeft gecomponeerd. Die onzekerheid hangt samen met het simpele feit dat het enige dat daadwerkelijk vastligt de composities zijn die tijdens zijn leven - uiteraard met zijn instemming - zijn gepubliceerd; naast die welke toen geen muziekuitgeverij hebben bereikt maar wel in manuscript zijn overgeleverd. Daarbuiten heerst helaas mist en kunnen we niet terugvallen op verschillende bronnen met evenzo verschillende uitkomsten. Zelfs de Poolse bronnen zijn - en niet alleen wat de mazurka's betreft - eenduidig.

Als we uitgaan van het 'officiële' aantal van 57 (zoals op dit onlangs uitgebrachte dubbelalbum van het vaderlandse muzieklabel Zefir) weten we met zekerheid dat zij werden gecomponeerd vanaf 1825 (Chopin was toen pas 15!) tot in zijn sterfjaar, 1849. Dit betreft dan de reeksen mazurka's die zijn ondergebracht onder de opera 6, 7, 17, 24, 30, 33, 41, 50, 59 en 63. Alleen deze werden tijdens Chopins leven gepubliceerd. De opera 67 en 68 zagen eerst in 1855/1856, onder redactie van Julian Fontana, het licht. Voor de goede orde: ieder opusnummer omvat drie tot vijf mazurka's. Dan zijn er nog acht mazurka's die eerst veel later in druk verschenen, maar waarvan wel het manuscript is overgeleverd.

In de liner notes heeft pianist Maurice Lammerts van Bueren hierover het volgende opgemerkt:

"Op verwarring stuiten we eveneens als we proberen om de mazurka's logisch te nummeren. Dit heeft waarschijnlijk voor een groot deel te maken met het aantal uitgevers dat Chopin had. De meeste mazurka's werden uitgegeven in drie landen, te weten Frankrijk, Engeland en Duitsland. In die uitgaven vinden we vaak diverse verschillen, niet alleen waar het noten en interpunctie betreft, maar ook waar het de nummering betreft. Of dat komt door de uitgever of door de kopiist (partituren moesten in die tijd telkens opnieuw met de hand worden gekopieerd) is vaak moeilijk na te gaan.

Opvallend is het feit dat niet alleen hedendaagse uitgevers de mazurka's  zonder opusnummers anders hebben genummerd, maar dat uitgevers ten tijde van Chopins leven diverse werken  met  opusnummer ook al op verschillende manieren uitbrachten. De ellende begint al meteen bij op. 6 en 7. Beide opusnummers bestonden aanvankelijk uit vier mazurka's, de mazurka in C werd later toegevoegd. In de Franse uitgave werd deze toegevoegd aan op. 6, maar daarna zette de Duitse uitgever de mazurka in op. 7. Die laatste keuze wordt tegenwoordig aangehouden, maar het blijft gissen wat de intentie van Chopin was. 

Er zijn ook opusnummers waarbij de onderlinge volgorde van de mazurka's is omgedraaid: zo is er blijkbaar onenigheid over de volgorde van op. 24. In navolging van de eerste Duitse editie begint het opusnummer in diverse uitgaven met de mazurka in cis, gevolgd door de mazurka's in e, B en As. Wij hebben in dit geval gekozen voor de oorspronkelijke volgorde (e, B, As en cis), die eveneens terugkomt in de correspondentie van Chopin.

Ook de schrijfwijze van namen en titels treffen we verschillend aan. Zo vinden we de mazurka À son ami Émile Gaillard terug als Emil Gaillard of A Emile Guillard en krijgt deze mazurka in de Urtext uitgave van Jan Ekier zelfs een opusnummer, te weten 42A. In La France Musicale / Notre Temps  wordt op. 42B genoemd, terwijl beide mazurka's in andere uitgaven geen opusnummer hebben.

Tot slot bestaan er voor de werken zonder opusnummers diverse andere catalogiseringen: zo vinden we WN (Jan Ekier), Dbop (Jan Ekier), B (Maurice J.E. Brown) en KK (Krystyna Kobylanska) in verschillende uitgaven. Wij hebben ons beperkt tot de weergave van de toonsoorten.

Het bepalen van een juiste en tegelijkertijd heldere volgorde van de mazurka's is door al deze verschillen en onduidelijkheden bijna onmogelijk. Op dit album staan eerst alle werken met een officieel opusnummer, vervolgens de twee mazurka's die uitgegeven werden tijdens Chopins leven in tijdschriften, maar - voor zover wij konden nagaan - geen opusnummer kregen, en tot slot de overige mazurka's zonder opusnummer. Op dit album staan geen alternatieve versies van diverse mazurka's, die wel in verschillende uitgaven terug te vinden zijn."

Kortom, waar staan we nu? Het totale aantal dat in verschillende bronnen (de betrouwbaarheid ervan laat ik in dit bestek verder ongemoeid) loopt in ieder geval nogal behoorlijk uiteen: van 57 tot (zelfs) 67 (Vladimir Ashkenazy kwam in zijn - nog steeds! - fenomenale Decca-vastlegging tot 59).

Frédéric Chopin

De kern van Chopins mazurka's (ze werden eens omschreven als 'lyrische dagboeken') wordt gevormd door de typisch Poolse volksmuziek, een voor de componist zeker na zijn vrijwillige ballingschap (hij verhuisde van Warschau naar Parijs) belangrijk thema in zijn werk: denk bijvoorbeeld ook aan de polonaises, het Rondo à la Krakowiak, het slotdeel van het Pianoconcert in f en de Fantasie op Poolse thema's. in Chopins muziek is de Poolse folklore nooit ver weg.

Later zouden meerdere componisten met mazurka-stokje van Chopin overnemen, waaronder Karol Szymanowski, die 22 mazurka's op zijn naam heeft staan en waarvan er vier nog onlangs door zijn landgenoot, de pianist Krystian Zimerman, op cd werden gezet (hier door mij besproken). Aleksander Tansman schreef er 36 en Roman Maciejewski zelfs ruim 50. Wat betekent dat de typische eigenschappen van de gestileerde mazurka niet alleen de negentiende eeuw waren voorbehouden.

In Chopins mazurka's staan drie bekende Poolse volksdansen centraal: de mazur of mazurek (vandaar de term mazurka), de kujawiak en de oberek, met als hun voornaamste kenmerken de driekwartsmaat en het (wel of niet) gepunteerde ritme. De oorsprong ervan gaat terug tot ergens in de zestiende eeuw, naar het nabij Warschau geleden gebied Mazovia, voornamelijk boerenland waarvan de bewoners Mazurs werden genoemd. De kujawiak stamt uit de nabijgelegen streek Kujawy.

Het draait daarbij - letterlijk! - om de snel van partner wisselende dansparen die stampvoetend (de sterke accenten worden met de hak aangeduid), met de heupen draaiend en tegen elkaar aan schurend, er een wervelend dansfeest van maken. Chopins mazurka's zijn er de ingenieus gestileerde afgeleide van. Het tempo van de mazur ligt in tegenstelling tot de polonaise iets hoger en anders dan de beroemde Weense wals ligt het accent op afwisselend de tweede en derde tel. In de door Chopin gekozen modellering leent de muziek zich niet meer om erop te dansen, maar is zij eerder de zoetzure schepping vanuit een diep gewortelde nostalgie, de muzikale personificatie van het onuitblusbare verlangen naar het geboorteland. Zoals zij ongetwijfeld zal hebben geklonken in de vele Parijse salons, met de componist zelf aan de piano.

Chopin: Mazurka op. 30 nr. 2

Eenvormig zijn deze mazurka's beslist niet, getuige ook het menigmaal experimentele karakter ervan: Chopin heeft de relatief gefixeerde vorm ervan aangegrepen om met de meest uiteenlopende toonaarden te 'spelen' en de lichtinval van melodiek en harmoniek zo naar eigen hand te zetten dat daardoor steeds weer een ander panorama wordt voorgetoverd dat varieert van energieke opgewektheid tot vervreemdende distantie, van diep gevoelde lyriek tot bijna kale verlatenheid, met hier daar meer dan slechts een vleugje wanhoop (zoals in op. 17 nr. 4).

Technisch hoeft er door de pianist weliswaar geen Parnassus te worden beklommen, inhoudelijk zijn dit zeker geen miniaturen die zich in verkeerde handen gewonnen geven. De interpretatieve eisen zijn hoog, met in de verschillende hoofdrollen al naar gelang het fijn geslepen rubato, naast een vlekkeloze frasering en ultieme precisie, met daaraan toegevoegd het vereiste kleurraffinement. Wat er zeker niet bij hoort is het overdreven aanzetten van de door de componist met een fenomenaal gevoel voor nuance neergeschreven noten en aanduidingen. Wie het anders wil doen verzandt in epaterende stemmingsbeelden die sterk afbreuk doen aan het wezen van deze muziek. Het is een bont discours dat de pianist af moet gaan, reikend van energieke fonkeling tot desolate uitzichtloosheid. De verschillen zijn groot en bovendien binnen een kort tijdsbestek.

Het nieuwe album
In het begeleidende persbericht wordt onder meer verwezen naar The Mazurki Project dat vanaf 16 september 2021 iedere donderdag in het teken stond van een mazurka van Chopin, geplaatst op het gelijknamige YouTube-kanaal (klik hier voor de playlist), voorzien van een cover met daarop afgebeeld een door de pianist zelf gemaakte straatfoto met daarop een verwijzing naar het nummer van de desbetreffende mazurka. Vorige maand, op 13 oktober, was het de beurt aan de laatste mazurka, waarna op 21 oktober dit dubbelalbum met de 57 mazurka's.

Dat het er uiteindelijk 57 zijn geworden hangt samen met het besluit van zowel pianist als label om de 'dubbele' versies buiten beschouwing te laten, d.w.z. vroegere versies die pas later door de componist hun definitieve vorm kregen. Uiteraard kun je hierover twisten, maar het besluit valt zeker te respecteren. Wie er meer over wil lezen verwijs ik graag naar de liner notes op de website van de pianist (klik hier) en die van het label (klik hier).

Tijdens het presentatieweekend van 22 en 23 oktober in Het Concertgemaal in Amsterdam speelde Lammerts van Bueren, verdeeld over twee recitals, de 57 mazurka's. Wellicht kunt u, als u dit heeft gemist, in het lopende concertseizoen nog terecht in Zeist (Pianosalon), Eindhoven (Podium Klassiek) en Ermelo (Randmeerconcerten).

Dan dit album waarop pianospel is vastgelegd dat uitmunt door feilloze karakterisering met als voornaamste kenmerken het menigmaal bijna intuïtief aanvoelende rubato, de volmaakte articulatie en accentuering en het exquise klankbeeld. Dit door en door aristrocratische spel wordt bovendien mede bepaald door het nobele toucher dat voortdurend in het teken staat van de expressie die reikt van bekoorlijk, elegant en subtiel tot energiek, parmantig, desperaat, opstandig of klagend. Net zo belangrijk: ook deze pianist rekent in zijn visie op deze stukken af met de fictie dat Chopins muziek door gestileerde sentimentaliteit wordt beheerst. Lammerts van Bueren propageert duidelijk een volkomen natuurlijke speelwijze waarin de uitdrukkingskracht uitsluitend uit de muziek zelf voortkomt, en niet op grond van een of ander buitenmuzikaal bedenksel. Dat binnen de contouren van dit eminente spel de onderlinge karakterverschillen tussen de verschillende mazurka's optimaal tot hun recht komen betekent tevens dat ze nergens onnodig worden verfraaid, maar ook dat het evocerende karakter ervan niet wordt getemperd.

Arthur Rubinstein en Vladimir Ashkenazy mogen in dit repertoire - alweer jaren geleden - in eerste instantie de toon hebben gezet (waarna nog velen zouden volgen), een nieuwe opname als deze is zeker meer dan welkom. Waarbij Jakko van der Heijden, de motor achter het Zeeuwse Zefir, voor een meer dan voortreffelijke registratie heeft gezorgd. Het enige minpuntje is dat voor de liner notes men zijn toevlucht moet nemen tot het internet. Dat mag eigentijds en kostenbesparend zijn, menigeen van de oude(re) generatie maakt daarvan nu eenmaal geen gebruik of is er onvoldoende bedreven in.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links