CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2012
|
Brahms: Ein deutsches Requiem op. 45 Schütz: Wie lieblich sind deine Wohnungen - Selig sind die Toten Katharine Fuge (sopraan), Matthew Brook (bariton), Monteverdi Choir, Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner Soli Deo Gloria SDG 706 • 77' • Live-opname: Usher Hall, Edinburgh, augustus 2008 (Requiem), Royal Festival Hall, Londen, oktober 2007 en Salle Pleyel, Parijs, november 2007 (Schütz) De door Gardiner bedachte cd-formule werkt: relatief onbekend (koor)repertoire verbinden met bekende (symfonische) werken. We kennen het procédé van de Brahms-symfonieën, bijvoorbeeld de Eerste symfonie gekoppeld aan Brahms' Begräbnisgesang en Schicksalslied, en Mendelssohns Mitten wir im Leben sind (klik hier). Het pakt ook op deze nieuwe cd heel goed uit, al vroeg ik me in eerste instantie wel af waarom Gardiner nu zo nodig opnieuw Brahms' Requiem moest opnemen. Er was immers al een prima uitvoering én (Philips)opname uit het begin van de jaren negentig, met nota bene hetzelfde koor en hetzelfde orkest. Sterker nog, die 'oude' opname is zelfs een fractie transparanter, hoewel dat in zo'n 'donker' werk als dit Requiem niet a priori een extra voordeel is. Interpretatief is er weinig verschil tussen de 'oude' en de 'nieuwe' uitgave, of het zou het klankkarakter moeten zijn dat niet in de opnamekarakteristiek, maar in Gardiners door de jaren heen gebeitelde en vervolgens fijngeslepen opvattingen over klankesthetiek schuilt. Want puur vanuit de klank geredeneerd worden de details fijnmaziger uitgewerkt dan zo'n twee decennia geleden, zowel wat het aandeel van het orkest als van het koor betreft. Dat begint al in het openingsdeel, Selig sind, die da Leid tragen, waar de door Gardiner gezochte, filigrane gelaagdheid onbetwistbaar een grandioos affect sorteert, zonder daarbij in maniërismen te vervallen. Dat is altijd al een kunst op zich: evocatieve beelden oproepen en gekunsteldheid vermijden Ik herkende ook voor het eerst een merkwaardige parallel tussen het slotdeel van dit Requiem, Selig sind die Toten, en het slotdeel van Beethovens Missa Solemnis, waar in het Agnus Dei letterlijk om innerlijke vrede wordt gesméékt, maar het karakter ervan niet minder dwingend is. Gardiner heeft die parallelen uiteraard het eerst gezien, want hij zet in het slotdeel van het Requiem een net zo smekend én dwingend parcours in als in dat Agnus Dei: Selig sind die Toten, die in dem Herrn sterben, von nun an / Ja, der Geist spricht / dass sie ruhen von ihrer Arbeit / denn ihre Werke folgen ihnen nach. In dit geval mag na ...von nun an wel een uitroepteken volgen! Deze passage uit de Openbaring van Johannes 14:13 is onder de bijna zegenende handen van Gardiner eveneens een openbaring. De beide solisten voegen zich naadloos naar Gardiners opvattingen, maar er kan over worden getwist of in dit geval een wat warmere, zo niet soepeler fraserende baritonstem niet beter op zijn plaats was geweest. Die paar slijtplekjes die er zijn passen overigens wel bij de gezongen tekst (Psalm 39): Herr, lehre doch mich, dass ein Ende mit mir haben muss [...] und ich davon muss. Siehe, meine Tage sind einer Hand breit von dir. Katherine Fuges sopraanstem ia wat dun, maar haar mooi afgewogen, gevoelige benadering maakt veel, zo niet alles goed. Bovendien: een strálende stem is niet het eerste dat je in verband brengt met de tekst van Ihr habt nun Traurigkeit. index |