CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2021

Boulez: Livre pour Quatuor révisé (1949/1954/2012)

Quatuor Diotima: Yun Peng Zhao, Guillaume Latour, Franck Chevalier, Pierre Morlet
Megadisc MDC 7796 • 46' •
Opname: febr. 2014, Studio Acoustique, Passavant (F)

https://megadisc-classics.com

Klik hier voor de recensie van Emanuel Overbeeke

 

We weten het van zijn interviews, repetities en niet in de laatste plaats de uitvoeringen dat bij de Franse componist en dirigent Pierre Boulez (1925-2016) de lat altijd zeer hoog heeft gelegen. Dat hij niets moest hebben van compromissen en dat dit in niet mindere mate gold voor de musici die zich, samen met hem, over zijn werk bogen. Dat heeft ook het Franse Quatuor Diotima ervaren toen het zich met Boulez over diens Livre pour Quatuor boog.

De eerste verkenning van het werk ging ver terug: naar 1996, het eerste jaar van het bestaan van het ensemble. Het stond al vanaf het begin vast dat het een een uitdagend project zou worden, maar eenmaal ermee aan het werk rezen er gaandeweg dusdanig veel vragen en bleken de technische problemen zo groot dat uiteindelijk werd besloten om het voorlopig maar te laten rusten. Tot rond 2010 het idee rees om een Schönberg- en Beethovenprogramma samen te stellen en wellicht daarin ook een plaats zou kunnen worden ingeruimd voor het kwartet van Boulez. Gelet op de ervaringen uit 1996 lag het voor de hand om de componist eerst maar eens een bezoek te brengen.

De kwartet leden togen naar het IRCAM, het Institut de Recherche et Coordination Acoustique/Musique, gevestigd aan de Place Igor Stravinsky 1 in Parijs, waar Boulez kantoor hield. Hij was de drijvende kracht achter het instituut dat in 1977 voor het eerst zijn deuren had geopend voor componisten en musici die zich wilden verdiepen in de meest uiteenlopende facetten van de eigentijdse muziek en die ook aan de praktijk wilden toetsen. Vanaf 1990 gonsde het er bovendien van de vele studieprojecten en trainingen op het gebied van de computer- en elektronische muziek.

Pierre Boulez met leden van het Quatuor Diotima
(foto Gravrand Marion)

Tijdens dat eerste gesprek tussen het Diotima en Boulez werd het oorspronkelijke plan voor het concertprogramma besproken: Schönberg en Beethoven naast het Livre pour Quatuor. Het idee sprak Boulez onmiddellijk aan en hij was zeker bereid om samen met de vier musici aan het speelklaar maken van zijn kwartet te werken. Daaruit resulteerde al kort daarna het eerste serieuze werkoverleg, zonder instrumenten. De eerste echte sessie vond niet plaats in Parijs, maar in Baden-Baden. Hij verscheen met alle partijen en vroegere schetsen onder de arm. Ieder deel werd sessie na sessie scrupuleus onder handen genomen. Het eerste dat daarbij sneuvelde waren de tempoaanduidingen die volgens het Diotima danig aan een ingrijpende herziening toe waren omdat het werk anders niet uitvoerbaar was. Boulez luisterde aandachtig naar de ingebrachte argumenten, bekeek aandachtig de mogelijkheden en onmogelijkheden en liet zich uiteindelijk overhalen om de tempi naar de wensen van het ensemble aan te passen. Echter, ook een groot aantal passages dienden om die reden te worden aangepast, tegelijkertijd als collectief werkend aan de stilistische en karaktereigenschappen van ieder deel afzonderlijk. Het bleek een monsterklus.

Dat het Diotima het werk in zijn originele staat onspeelbaar achtte en dat Boulez zich daaraan ten slotte conformeerde (anders had hij niet zoveel moeite gestoken in het van begin tot eind begeleiden van dit project) had alles te maken met de ontstaansgeschiedenis ervan: Boulez was pas 23 toen hij het stuk in 1948/49 schreef, met een bescheiden revisie in 1954. Hij was in die tijd een componist die graag provoceerde van uit het idee dat de 'chaos moest worden georganiseerd', als fervent aanhanger van de avant-gardistische schrijver, criticus, acteur en regisseur Antonin Artaud die theatervernieuwing tot speerpunt had verheven en daardoor allerwegen op onbegrip stuitte. Twee provocateurs avant la lettre. Echter, een halve eeuw later stond het Diotima tegenover een geheel andere Boulez, waren de barricaden van wleer al lang en breed opgeruimd, de ruwe kanten ervan af gepolijst. Zoals dat in de muziekwereld zo vaak voorkomt: dat in latere revisies de vroegere ‘wilde haren' min of meer zijn afgelegd. Bovendien paste het wel in Boulez' al decennialang gevolgde werkwijze van work in progress: een stuk dat daadwerkelijk nooit echt af is. Daarop was Livre pour Quatuor dus geen uitzondering, al was in dit geval niet de componist zelf maar het Diotima de aanstichter.

Het resultaat van al die inspanningen werd Livre pour Quatuor révisé, voltooid in 2012 en twee jaar later in de Studio Artistique in het Franse Passavant vastgelegd. Het zal duidelijk zijn dat van deze opname van de dernières révisions pour le Quatuor Dotima de authenticiteit afstraalt. Dat Boulez bij de opname zelf niet aanwezig was doet daaraan weinig tot niets af.

Tot slot nog een apart compliment voor Serge Thomassian van Megadisc Classics die het kwartet een schitterende omlijsting heeft meegegeven. Zeker in een diep gelaagd, complex werk als dit Livre pour Quatuor is dat eigenlijk een eerste vereiste: ieder detail wordt geopenbaard, waardoor het ook zonder partituur mogelijk is de muziek tot in haar diepste krochten te volgen. In het cd-boekje is tevens een uitgebreid interview opgenomen met het Diotima over de achtergronden van deze uitvoering.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links