CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2019 |
Het is een goede zaak dat het Britse label Chandos het plan heeft opgevat om alle orkestwerken van Sir Richard Rodney Bennett (1936-2012) op cd te zetten. De Britse, maar in Amerika gesettelde componist heeft dit fraaie project helaas niet zelf meer mogen meemaken, want hij overleed in 2012 in zijn woonplaats New York, 76 jaar oud. Ik heb zoal het een en ander over hem verteld in de bespreking van het tweede deel (klik hier) en daarin tevens de loftrompet gestoken over de kwaliteit van de uitvoering door het BBC Scottish Symphony Orchestra onder leiding van John Wilson, die daar in 2016 werd aangesteld als 'associate guest conductor' (ik zou bijna zeggen: 'what's in a name': tegenwoordig verzint men wat dit betreft van alles). Een initiatiefrijk baasje, die Wilson, want hij richtte zelfs een eigen orkest op: het Wilson Orchestra en hij kreeg het zelfs voor elkaar om daarmee in 2009 voor het eerst op het podium van de Royal Albert Hall te staan, daartoe uitgenodigd door de BBC Proms. Bennett wist heel goed hoe hij voor een orkest moest schrijven, zoals veel filmliefhebbers ongetwijfeld zullen weten: hij schreef immers de muziek bi een groot aantal films, waaronder 'Far from the madding crowd' (1967), 'Murder on the Orient Express' (1974), 'Enchanted April' (1992) en 'Four weddings and a funeral' (1994). Ook de jazz was hem aan het hart gebakken, getuige zijn vele optredens als jazzpianist in het Alonquin Hotel in New York. Als componist schreef hij toegankelijke muziek, met als motto: "I don't want to write for me-me-me. I want to write for concert audiences in the world." Hoewel hij kort bij Pierre Boulez studeerde werd het met het serialisme uiteindelijk toch niks. Wat hij wel goed kon: inventief en kleurrijk orkestreren. zoals hij ook melodisch en harmonisch uitstekend uit de voeten kon en daarin zijn eigen weg te zoeken. Amerikaanse glitter en glamour hoorde erbij, maar ook het orkestrale spektakel is in Bennetts muziek nooit ver weg. Dat zou de indruk van oppervlakkigheid kunnen geven, maar niets is minder waar: er is wel degelijk expressieve gelaagdheid in zijn muziek te ontdekken. Bovendien: componeren was voor Bennett geen eenvoudig tussendoortje, Integendeel: "It wasn't like putting on my hat," zei hij in 1999 over het fraai gestileerde variatiewerk Reflections. Het werk was tevens bedoeld als compliment aan het adres van dirigent Wilson: "He [Bennett] dedicated the Reflections to me because he said I 'had a way with strings' and once made the observation that I carry my string sound around me from orchestra to orchestra. And I was flattered and honoured that he should say so, and even more honoured that I should be the inspiration behind him writing a piece." Het orkestwerk Zodiac droeg Bennett op aan zijn Britse collega Elisabeth Lutyens, naar aanleiding van haar zeventigste verjaardag. De enige solist in dit derde deel uit de reeks Orchestral Works is de Britse mezzosopraan Sarah Connolly (inmiddels 'Dame', want ze is door koningin Elisabeth in de adelstand verheven), die in A History of the Thé Dansant (oorspronkelijk voor mezzo en piano, maar hier in de bewerking voor mezzo en kamerorkest) de nogal bizarre teksten van Margaret Ruth Peacocke (geboren in 1930 en de zus van de componist) de passende vocale en interpretatieve omlijsting geeft. Wilson en zijn 'troupe' evenaren in dit vervolgalbum de kwaliteiten van het vorige en daarmee is wat dit betreft het belangrijkste wel gezegd. index |
|