CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2020 |
In februari besprak ik de door Vinzenz Lachner (1811-1893) gemaakte bewerking van respectievelijk Beethovens Pianoconcerten nr. 3 en 4 (hier te lezen), in een uitstekende uitvoering met eveneens Hanna Shybayeva in de hoofdrol, maar toen bijgestaan door het Utrecht String Quartet en Luis Cabrera op contrabas. Dit nieuwe album is gewijd aan het Eerste pianoconcert, eveneens in de bewerking van Lachner voor piano en strijkkwartet, gevolgd door de Tweede symfonie in Beethovens eigen arrangement voor pianotrio. Wat ik er toen over opmerkte geldt uiteraard nog steeds: in de negentiende eeuw wemelde het van dergelijke bewerkingen die een belangrijke functie hadden: concertoptredens waren dun gezaaid en voor veel geïntresseerde muziekliefhebbers bestond er geen andere mogelijkheid dan er thuis of elders in kleine kring kennis mee te maken. Daar was echtert wel een behoorlijke vertaalslag voor nodig, wat een dergelijke bewerking per definitie ook was: het was een reuzenstap van bijvoorbeeld volledige orkestbezetting naar de eenzame piano (twee- of vierhandig), of anders in behoorlijk afgeslankte vorm als kamermuziek. Niet alleen voor de liefhebbers maar ook voor de componist waren dergelijke arrangementen of transcripties belangrijk. Immers, het verspreidingsgebied nam er aanzienlijk door toe en het betekende per saldo (nog) meer brood op de plank. Als hij het al niet zelf deed liet hij de klus over aan arrangeurs die uiteraard hun vak verstonden, met of zonder zijn aanwijzingen maar altijd wel met zijn consent. De echte noodzaak tot dergelijke bewerkingen is er nu niet meer, want niet alleen zijn er de opnamen te kust en te keur, maar er is ook het concertpodium en het theater waar we gemakkelijk toegang toe hebben. Al heeft het coronavirus sinds maart een behoorlijke streep door die rekening gehaald. Het staat gelijk aan het intrappen van een open deur, maar toch vermeld ik het: dat iedere bewerking onherroepelijk de aantasting betekent van het origineel. Al zijn er - zij in bescheiden aantal - voorbeelden van bewerkingen die beter uitpakken dan het origineel. Maar niet alleen vanuit puristisch oogpunt kan geen enkele bewerking het origineel vervangen en heeft die pretentie ook niet. Het gaat er slechts om een muziekwerk in aangepaste vorm toegankelijk te maken dat anders niet of nauwelijks toegankelijk zou zijn geweest. Zoals ik al eens eerder opmerkte zijn bewerkingen van deze aard noodgedwongen ontdaan van blazers en pauken, een omissie (als het zo mag worden genoemd) die Beethovens klankspectrum maar ook perspectief rechtstreeks raakt. En te meer omdat met de komst van Mozarts KV 453 de blazers een aanmerkelijk belangrijker, kleurrijker en fijnzinniger uitgewerkte rol te vervullen kregen, in tegenstelling tot o.a. het rudimentaire colla parte in de concerten daarvóór. Er werden toen belangrijke stappen gezet die we in dit soort bewerkingen uiteraard niet terughoren. Wel betrapte ik mij erop dat ik als het ware datgene automatisch aan het 'invullen' was wat ik van het origineel ken. Dat is iets dat de negentiende-eeuwse muziekliefhebbers zeker niet zullen hebben ervaren! Aan de uitvoering ligt het niet: de pianiste Hanna Shybayeva, het Animato String Quartet en contrabassist Bas Vliegenthart hebben zich vol compassie en engagement op deze twee o zo verschillende partituren gestort en wie niet beter weet zou waarlijk denken dat hij te maken heeft met een regulier pianosextet (op. 15, met een heel aparte cadenza in het openingsdeel, om de vingers bij af te likken) en pianotrio (op. 36, ook door o.a. het Van Baerle Trio op cd gezet); wat tevens iets zegt over de hoge kwaliteit van deze arrangementen. Slava Poprugin zorgde voor de geslaagde vastlegging van dit zeer aantrekkelijke spel. index |
|