CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2018
|
Het Belgische Ricercar Consort dat zich onder leiding van Philippe Pierlot heeft bekwaamd in de historiserende uitvoeringspraktijk, is een goede bekende. Zo besprak collega Maarten Brandt in april 2011 de Johannes-Passion door dit ensemble, waarbij hij onder meer opmerkte dat Pierlot een duidelijke voorkeur had voor een scherper geëtst klankbeeld; ook vergeleken met de uitvoering op Channel Classics door De Nederlandse Bachvereniging onder Jos van Veldhoven. Beide dirigenten staan een klein en aldus zeer wendbaar vocaal en instrumentaal ensemble voor, een opvatting die inmiddels tot een nieuw gevormde traditie is uitgegroeid. Het kleinschalige karakter levert doorgaans alleen maar winst op en dan met name in termen van stemvoering, balans en - niet in de laatste plaats - transparantie. Men 'kijkt' als het ware niet langs maar door de muziek heen. Dat beeld kan hoogstens nog worden vertroebeld door een galmende akoestiek of matig presterende solisten en dito instrumentalisten. Soms is het ook een kwestie van wennen, zoals dat bijvoorbeeld geldt voor de ietwat nasale tenorstem van Hans-Jörg Mammel (Brandt wees daar toen al op). Bachs rijke en gevarieerde oeuvre kent een onnoemelijk aantal fijnzinnige gradaties (hier geldt met recht dat een goede verstaander slechts een half woord nodig heeft) en natuurlijk gelden voor zijn passiemuzieken andere (waaronder vormtechnische) criteria dan voor zijn cantates (met het 'Weihnachtsoratorium' als uitzondering). Maar er zijn wel degelijk overeenkomsten die de diepe gelaagdheid van zijn muziek alleen maar bevestigen. Natuurlijk geldt dat, los van hun ontstaansgeschiedenis, niet minder voor de op deze cd vastgelegde drie cantates die door een gemeenschappelijke noemer worden verbonden: 'Consolatio' ofwel 'Troost'. Het idee ook van het schenken van bemoediging en het lenigen van geestelijke nood of fysieke pijn. De diepste smart ook die naar verlichting zoekt. Dat heeft Bach in deze drie solocantates vanuit zijn sterke religieuze overtuiging subliem gestalte gegeven. Pierlot, zijn ensemble en zijn solisten volgen hem daarin naadloos en heeft daarmee een waar kunstwerk geschapen dat ook na herhaald beluisteren indruk blijft maken en zelfs nieuwe vergezichten opent. Wel viel het mij op dat de akoestische omstandigheden enigszins wisselden: de ene track levert iets meer galm op dan de andere. Storend is het echter niet en bovendien went het zeer snel. Laat u zich er niet van weerhouden deze prachtige uitgave te gaan beluisteren! index |
|