CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2013
|
Precies twee jaar geleden besprak ik de eerste uitgave in deze Bach-reeks van Rachel Podger en het Brecon Baroque ensemble (klik hier). Ik kan het mij gemakkelijk maken door te herhalen wat ik toen schreef: Podgers persoonlijke Bach-stijl biedt ons uitstekend gearticuleerd spel, de frases mooi afgewogen, de dynamische contouren scherp neergezet en dit alles met een spiritueel elan dat zonder meer aanstekelijk werkt. Dankzij de klein gehouden bezetting mogen we genieten van de daaruit resulterende helderheid en definitie, waar overigens ook de opname stevig aan bijdraagt: we kijken als het ware dwars door het ensemble heen, zonder daarbij het overzicht op het geheel te verliezen. Dat het weerbarstige materie is en blijft verhelen deze uitvoeringen niet, maar de spelvreugde druipt er voortdurend vanaf en dat is wat mij betreft uiteindelijk toch doorslaggevend. Met de eveneens positieve kanttekening dat Brecon Baroque uit solisten bestaat die elkaar ook in het samenspel optimaal hebben gevonden, met Podger als primus inter pares. Om in dit verband een paar bekende namen te noemen: de celliste Alison McGillivray, de fluitiste Katy Bircher, de hoboïste Alexandra Bellamy en de violiste Jane Rogers. Misschien had ik de vorige keer nog moeten vermelden dat Brecon Baroque niet zomaar een naam is, maar zijn oorsprong vindt in het gelijknamige, jaarlijkse muziekfestival met Podger als artistiek leider. Een uitgelezen gezelschap om Bachs concerti 'avec plusieurs instruments' naar het inspirerende voorbeeld van met name de grote Venetiaan Antonio Vivaldi (over wiens muziek tot mijn verdriet vaak schamper wordt gedaan).. De combinatie van 'echte' Bach en 'gereconstrueerde' Bach is best interessant, zo niet spannend. Om van het reconstructiewerk een voorbeeld eruit te lichten: het Concert voor viool en hobo in c, BWV 1060R is niets anders dan een reconstructie van het verloren gegane model voor het Concert voor twee klavecimbels BWV 1060, waarvan de gereconstrueerde instrumentatie is afgeleid van de deels bewaard gebleven klavecimbelpartijen. Dat maakt het niet minder Bach, want hoe inventief de Thomascantor ook in zijn rijke arbeidzame leven is geweest, er kan instrumentaal vaak wel degelijk worden voortgeborduurd op bekende patronen; terwijl het per saldo prachtige muziek oplevert.. Mooi is trouwens dat Jonathan Freeman-Attwood als producer een stempel op het geheel heeft gedrukt en in een leuk YouTube filmpje het een en ander over die reconstructies uitlegt. Schrijver, docent, recording producer en een van de bestuursleden van de Royal Academy of Music in Londen geniet hij een reputatie die klinkt als een klok. Jared Sacks zorgde weer voor een prachtige opname, wat tevens wil zeggen dat hij mede voor een optimale balans heeft gezorgd, geen sinecure door dit gevarieerde instrumentarium in zowel de solistische bijdragen als de tutti. index |
|