CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2013

 

 

Bach: Sonate voor viool solo nr. 1 in g, BWV 1001 - nr. 2 in a, BWV 1003 - Partita voor viool solo nr. 1 in b, BWV 1002

Isabelle Faust (viool)

Harmonia Mundi HMC 902124 • 61' •

Opname: augustus en september 2011,
Teldex Studio, Berlijn

 


Ik ontmoette de Duitse violiste Isabelle Faust in april 2011 in Brasserie Keyzer in Amsterdam, pal naast het Concertgebouw waar ze net een zware repetitie achter de rug had: het Vioolconcert van Britten, met het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat nog maar ternauwernood in de dirigent Ivon Bolton een vervanger had kunnen vinden voor de kort daarvoor overleden Yakob Kreizberg. Ze stond erop de bestelde salade zelf te betalen, maar zoiets laat een man toch zeker niet over zijn kant gaan? Hoewel, de emancipatie..

Faust behoort tot de vrij kleine kring van musici die niet blindelings afgaat op de door de muziekuitgever verzorgde 'Urtext', maar het liefst zelf de manuscripten bestudeert: voor haar zijn die, naast andere bronnen, essentieel, want ze is voortdurend op zoek naar de 'waarheid', voor zover die überhaupt te vinden is. Oog in oog met het handschrift te staan betekent voor haar bijna getuige te zijn van het ontstaan van het stuk, en om - bladerend door die meestal eeuwenoude pagina's - op die manier een 'work in progress' te volgen.

Wat de dagelijkse studeerpraktijk betreft is het bijna onvermijdelijk dat de muziek zich uiteindelijk bijna ongemerkt vast in het brein nestelt, en dat zij daardoor een gevaarlijke vanzelfsprekendheid krijgt, als een soort tweede huid. Iedere gewetensvolle uitvoerende musicus (maar ook menige componist!) kent het gevaar van de routine en doet er alles aan om die te vermijden. Wat niet wegneemt dat de verleiding groot kan zijn om al die vertrouwde noten ten slotte op de automatische piloot te spelen, zich daarbij niet afvragend of het allemaal wel klopt, tempo, frases, accenten, ritmiek en dynamiek wel goed zijn. Door terug te gaan naar de bron, naar het manuscript, de eerste afschriften, de eerste druk wordt althans bij Faust - zo vertelde ze mij - een mechanisme in werking gesteld dat de deur juist wijdopen zet voor ontdekkingen en avontuur. Dat ziet zij in zekere zin als de beloning voor haar kritische houding jegens de partituur: dat niets vanzelfsprekend is, niets voor zoete koek moet worden aangenomen, dat er altijd wel een reden is om verder te kijken dan de eigen neus lang is. En dat het altijd de moeite waard is om steeds opnieuw bij het begin te beginnen; en niet arrogant te denken: ach, dat weet ik allemaal al, waarbij ze graag dirigent Claudio Abbado als haar grote voorbeeld neemt. Een musicus die gemakzuchtig is en denkt het allemaal wel te weten zal geen belangwekkende ontwikkeling meer doormaken. Die zelfkritische houding heeft ook haar Bach-spel in hoge mate bepaalt, waarbij iedere vraag weer tot nieuwe vragen leidde en menig antwoord alleen in eerste aanleg bevredigend bleek.

In juni 2010 recenseerde ik Fausts vertolking van de Partita's nr. 2 en 3 en de Sonate nr. 3 (klik hier), twee jaar eerder opgenomen in dezelfde Berlijnse studio. Het geeft enigszins aan dat Faust er de tijd voor neemt, wat ook iets zegt over het belang van het 'voorwerk' dat ze essentieel acht, en de noodzaak om bepaalde speltechnische en interpretatieve kwesties te heroverwegen, het uiteindelijk toch weer anders te doen, en vervolgens weer scherp te slijpen. De uitkomst is net zo fascinerend als haar eerste cd al liet horen en zoals ik het toen samenvatte: ze bouwt haar betoog laag voor laag op, met een imposante natuurlijkheid die de innerlijke kracht van deze muziek op niet mis te verstane wijze blootlegt, stralend en muzikantesk, sterk geëngageerd, van een ongenaakbare grootheid en aldus onvergetelijk. Net als in 2009 hebben de technici voor een meesterlijke viooltoon gezorgd. Bach Op Zijn Best, zo mag iedereen dat gráág horen!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links