CD & DVD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2024

Bach: Cellosuite nr. 1 in G, BWV 1007 - nr. 2 in d, BWV 1008 - nr. 3 in C, BWV 1009 - nr. 4 in Es, BWV 1010 - nr. 5 in c, BWV 1011 - nr. 6 in D, BWV 1012

Bonus: Mitten wir im Leben sind Bach6Cellosuiten (choreografie: Anne Terese de Keersmaeker) (BD)

Jean-Guihen Queyras (cello)
Harmonia Mundi HMM 902388.90 (2 cd's + BD)
Opname: okt. 2023, Vereenigde Doopsgezinde Gemeente, Haarlem (cd); juli 2022, Lites Studios, Vilvoorde (BD)

 

Vorst Leopold van Anhalt-Köthen dankt zijn bekendheid vooral aan Johann Sebastian Bach, die bij hem als kapelmeester in dienst was en uit welke verbintenis schitterende muziek is voortgevloeid, waaronder rond 1720 de zes sonates en partita's voor viool solo en de dansant gestileerde zes suites voor cello solo.

Bach heeft zijn vertolkers ampel ruimte gelaten, waardoor het steeds weer interessant is om van individuele interpretaties kennis te nemen. Vrijheid in gebondenheid is immers het onvervreemdbare voorrecht van iedere musicus. Wat niet in beton is gegoten kan hoogst inspirerend zijn, uitmondend in een fascinerende ontdekkingsreis vol inventiviteit en creativiteit. De historiserende uitvoeringspraktijk als ‘leermodel' hoeft dit niet in de weg te staan, mits sprake is van een zekere mate van evenwicht tussen dat historische besef en de eigen creatieve inbreng.

Dat was in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen de Spaanse cellist Pablo Casals wat betreft de zes suites waar pionierswerk verrichtte, bepaald anders: van een leermodel was geen enkele sprake, daarentegen wel de romantische fleur en kleur die zich nestelde in klankkleur, stemvoering en accentuering.

Casals wist al rond het fin-de-siècle, nadat hij een decennium eerder door stom toeval in een boekwinkeltje in Bartcelona was gestoten op een beduimelde uitgave van de cellosuites, dat deze muziek een academisch-mathematische benadering niet verdroeg; al was het alleen maar door de barokke dansvormen die hun eigen 'taal' spraken (allemande, courante, sarabande, menuet, bourée, gigue). Hij zag en voelde er de expressieve ruimte in, de lyriek die eruit opwelde en daarvan zijn publiek onverkort getuige laten zijn. Zo ontstonden in de tweede helft van de jaren dertig de opnamen van Bachs zes Cellosuites door Pablo Casals op His Master's Voice.

De discografie puilt inmiddels dusdanig uit dat het schier onmogelijk is om al die opnamen kritisch te beluisteren. Met dit onbuigzame gegeven lijkt het onbegonnen werk voor welke cellist ook om aan die enorme rijstebrijberg met opnamen nog iets nieuws toe te voegen, Bachs relatief rudimentaire schrijfwijze ten spijt.

Casals uitvoeringen staan zo ongeveer haaks op wat vanuit de historiserende uitvoeringspraktijk al vanaf het begin van de jaren zeventig geleidelijk aan gemeengoed is geworden, tot ons muzikale DNA is gaan behoren. We luisteren aldus geconditioneerd naar de suites met ónze oren en daardoor anders dan de generaties vóór ons.

Ondanks die enige direct aansprekende ankerplaats, de barokke dansvormen, zijn de verschillen tussen vroeger en nu groot, zijn nu vanuit historiserend perspectief articulatie en ritmiek behoorlijk aangescherpt, heeft de retorische karakterisering meer aandacht gekregen en de fraseringen korter, bondiger. De helderheid van het muzikale betoog heeft er zeker door gewonnen, de romantische 'overflow' is danig uitgedund zonder dat aan expressie en klankschoonheid is ingeboet, al blijven er uitvoeringen verschijnen waarop ten onrechte het primaat van dogmatisch gedreven authenticiteit lijkt te rusten.

Dan is er de Franse cellist Jean-Guihin Queyras die op zijn uit 1696 daterende Gioffredo Cappa deze zes Suites in twee verschillende gedaanten presenteeert: als studio-opname én alks dansvoorstelling, met de cellist omgeven door dansers in de choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker (ze haalde vrij onlangs door wel of niet vermeend grensoverschrijdend gedrag de Belgische krantenkoppen).

In 2007 verscheen Queyras' hier besproken eerste opname van Bachs Cellosuites, eveneens op Harmonia Mundi en toen met als bonus-dvd The Making of Bach's Cello Suites (opname en uitvoering van de Suite nr. 3).

Natuurlijk zijn er verschillen met de uitvoering van toen, met op dit nieuwe album de melodische architectuur oprijzend vanuit de harmonie, maar ook vanuit een andere inspirerende bron: de jazz. In oktober 2022, met Queyras als artist-in-residence van de Cello Biënnale, was er het jazzkwartet met naast de cellist de saxofonist Raphaël Imbert, de pianist Pierre-François Blanchard en de percussionist Sonny Troupe, dat in het Bimhuis het publiek meenam op een avontuurlijke reis met zelf gearrangeerde jazzversies van een aantal ‘klassiekers'. Daarmee was het eerste optreden van het kwartet in ons land een feit. De titel van het programma, Invisible Stream, kon worden gezien als rechtstreekse verwijzing naar het gelijknamige, eveneens door Harmonia Mundi uitgebrachte album dat enige maanden eerder was verschenen.

In het cd-boekje dat deze nieuwe uitgave begeleidt is een dialoog afgedrukt tussen Queyras en choreografe en danseres Anne Teresa De Keersmaeker. Daarin komt ook Invisible Stream aan de orde, waarbij de cellist opmerkt dat hij in zijn nieuwe opname van de Cellosuites profijt heeft getrokken uit de ervaringen die hij met Imbert opdeed en waarin improvisatie de kern van de performance uitmaakt.

Ik geef het hem in deze uitvoeringen graag na, maar voor mij ligt het zwaartepunt toch ergens anders: bij Queyras' vermogen om deze suites in een breder perspectief te trekken: dat van de kamermuziek, waarin meerdere gedaanten zich openbaren, dankzij de uitgelezen polyfone, ritmische en harmonische gesteldheid die de cellist deze stukken meegeeft.

Het kan niet anders dan dat hij van de bijna honderd dansvoorstellingen het nodige heeft meegenomen naar de studio-opname in oktober 2023. Met de partituur erbij is dit wat mij betreft zelfs overduidelijk. Het is het idee van de creatie van onzichtbare maar niet minder uitgesproken partners verenigd in een en hetzelfde instrument. Alleen al in die zin is de Blu-ray schijf zeer verhelderend.

Welke lessen er ook geleerd mogen zijn (en welke niet…), de declamatorische speelstijl wordt hier vooral bepaald door retorische expressiviteit van een overtuigend gedoseerde reikwijdte. Er wordt verre van academisch, gedreven maar zonder ruimhartig vibrato gemusiceerd, met verrassende, maar stilistisch volkomen verantwoorde accenten. Het is naast Bach Queyras' uiterst creatieve en vindingrijke muzikal geest die deze muziek uiteindelijk haar volle glorie geeft..

De Blu-ray disc mag als bonus worden beschouwd en geldt als welkome aanvulling op de studio-opname. Er valt niet te ontkomen aan het synergetische effect van de briljante samenwerking tussen cellist en dansers in de door De Keersmaeker (de inmiddels 64-jarige choreografe maakt zelf deel uit van dit dansgezelschap) bijzonder fraai uitgewerkt stelsel van bewegingspatronen waardoor ook de muziek in een bijzonder licht wordt geplaatst. Voor De Keersmaeker overigens geen onbekend terrein, want al eerder hield ze zich als choreografe met Bachs muziek bezig, zoals met de Brandenburgse Concerten, eerst in 1980 in New York (Violin Phase) en in 2018 in Berlijn met het door de violiste Amandine Beyer geleide B'Rock Orchestra.

De studio-opname en de dansvoorstelling Mitten wir im Leben sind (naar de Lutherse hymne Mitten wir im Leben sind mit dem Tod umfangen, de somberte waarvan ik alleen aan de vijfde Cellosuite zou willen toeschrijven) een fascinerende luister- en kijkervaring.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links