CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2022 |
Je zou kunnen zeggen dat Masato Suzuki de muziek met de paplepel is ingegeven, want hij is immers de zoon van een beroemde vader: de klavecinist, organist en dirigent Masaaki Suzuki, en een bekende moeder: de sopraan Tamaki Suzuki. Vanaf 2002 is Masato als klavecinist en organist verbonden aan het ensemble dat zijn vader al decennialang leidt: het Bach Collegium Japan. Op o.a. Wikipedia (helaas niet altijd een betrouwbare gids, maar in dit geval gelukkig wel) kunt u over zijn loopbaan meer te weten komen. Voor Bachs acht klavecimbelconcerten BWV 1052-1059R, verdeeld over deze beide albums, koos Suzuki, al naar gelang het onder handen zijnde werk, terecht voor een bescheiden ensemble, bestaande uit blokfluit, (obbligato) hobo, drie violen en altviool, met als continuo cello, violone en klavecimbel (hier uiteraard tevens als solo-instrument). De enige vreemde eend in de bijt is BWV 1059R, dat teruggrijpt op het slechts negen maten omvattende BWV 1059 in Bachs handschrift, maar waarvan een vroegere versie kan worden teruggevonden in de delen 1, 2 en 5 van de cantate 'Geist und Seele wird verwirret' BWV 35. Met dit materiaal is, zoals velen reeds vóór hem, Suzuki aan de slag gegaan en heeft hij hieruit een absoluut overtuigend klavecimbelconcert geconstrueerd, zij het dat ik daarin de door Suzuki toegemeten rol van de hobo niet helemaal begrijp, want die is uitsluitend colla parte met de eerste-vioolpartij is verbonden. Dat zou Bach vanuit contrapuntisch oogpunt bepaald anders hebben gedaan: een dergelijke 'verdubbeling' maakt het onderscheid qua stemvoering nogal diffuus. Wie dergelijke arrangementen als een 'doodzonde' jegens Bachs erfenis beschouwt wil ik eraan herinneren dat Bach zelf bewerkingen en zelfs parodieën bepaald niet uit de weg ging. Een goed voorbeeld daarvan is het Klavecimbelconcert in d, BWV 1052 dat oorspronkelijk was gestoeld op (waarschijnlijk) een vioolconcert (door de typisch violistische figuraties) en waarvan het manuscript helaas verloren is gegaan. Een bekend scenario is dat toen Bach rond 1730 de leiding kreeg over het Collegium Musicum in Leipzig, hij al naar gelang de omstandigheden pragmatisch te werk ging en zijn nog in Köthen (1717-1723) ontstane voorraad vioolconcerten omwerkte naar een ander solo-instrument, waaronder het klavecimbel. Ook later nog gebruikte Bach voor dit doel graag onder meer instrumentale delen uit zijn cantates. Volgens BIS is er het voornemen om alle klavecimbelconcerten van Bach met dit ensemble onder leiding van Masato Suzuki op te nemen. Al vraag ik mij daarbij af of dit ook geldt voor BWV 1060-1062, de drie concerten voor twee klavecimbels en strijkers, die BIS in 2014, met vader Masaako Suzuki en hetzelfde ensemble, heeft uitgebracht. Echter, als het toch Masato wordt zal het ongetwijfeld niet neerkomen op zomaar een 'dubbelaar'. Gezegd moet worden dat deze beide albums dan alvast minstens een veelbelovend voorproefje zijn, want er wordt expressief en met verve gemusiceerd, in een bijzonder fraai afgewogen, historiserende Bach-stijl (met uiteraard de daarbij behorende ornamentatie!). Het resultaat is zonder meer imponerend, waarbij Suzuki zich als een virtuoos van grote allure ontpopt maar gelukkig ook ampele ruimte schept voor de lyriek in met name de langzame delen, zonder daarbij in sentimentele romantisering te vervallen. Ik pakte er nog de uitvoeringen door il pomo d'oro onder leiding van de klavecinist Francesco Corti erbij (elders op de site besproken) en constateerde dat de hogere tempi in deze muziek net zo op hun plaats zijn als de meer gematigde die Suzuki hanteert. Mits door die hoge tempi de articulatie er maar niet onder gaat lijden, want dan gaat het mis. BIS heeft dit flonkerende spel tot in de puntjes vastgelegd, met voor mij als belangrijkste wapenfeit het transparante karakter ervan, waardoor de stemvoering, ook in surround, tot in detail kan worden gevolgd. Dus welgemoed op naar deel 3! Aardig misschien om te weten dat Masato Suzuki een tweemanualig klavecimbel bespeelt van de Nederlandse bouwer Willem Kroesbergen, vervaardigd in 1987 naar een instrument van J. Crouchet. ________________ index |
|