Thiemo Wind: Als dirigent word je geboren - Een biografisch portret van Anton Kersjes
Uitgeverij Prometheus (2018)
ISBN 978-9-0446-4063-2
334 blz., met notenapparaat
Paperback, verkoopprijs € 25,--
Zie ook de recensie van Emanuel Overbeeke
|
 |
Een boek om in een adem uit te lezen, zeker ook voor degenen die de periode Kersjes en het Kunstmaandorkest, pakweg 1960-1990 hebben meegemaakt! Hoe heette het boek over de assistentdirigent van Mengelberg (Cornelis Dopper) ook alweer? 'Schitteren op de tweede rang'. Wellicht is de biografie over de dirigent Anton Kersjes wel te karakteriseren als 'Glanzend in de schaduw'. Het boek van de oud-Telegraafredacteur ThiemoWind leest als een roman, zeker voor degenen die de succesgang van het Kunstmaandorkest hebben gevolgd. En daartoe horen Wind en uw scribent zeker, ook qua leeftijd.
|
 |
|
Jan Huckriede 1914-2002) |
Eigenzinnig
De vraag is gerechtvaardigd of de veertigers van nu er nog iets aan hebben. Je zou om te beginnen al moeten uitleggen hoe de dirigent zich verhoudt tot de Kapellmeister. En Kersjes hoorde tot die laatste categorie, wars van een internationale carrière en lauwerkransen op podia van Wenen tot Buenos Aires. Met een orkest dat vanuit het niets in 1951-1952 uit de groot groot-Amsterdamse veengrond wordt opgetrokken en via zaaltjes (Rozenstraat, Amsterdam) en via de Kleine Zaal opklom tot de Grote Zaal van het Concertgebouw. De subsidiestroom hield gelijke tred met dit succes, met de hoofdstad als ruimhartige partner. Het orkest werd jarenlang aangestuurd - in zijn eentje - door de eigenzinnige zakelijk directeur en pianist Jan Huckriede. Hoe vindt zo'n koppel elkaar en hoe komt het tot decennialange soepele samenwerking?
Op hun tenen
Zo'n tijdvak waarin de somtijds worgende democratisering-van-nu nog niet tot de uitvoerende kunsten was doorgedrongen en de zakelijke leider annex duizendpoot zowat alles organiseerde, tot aan de programmering toe! En wie denkt aan de successen van het European Community Youth Symphony Orchestra moet beamen dat het zo gek nog niet is om jonge musici, vers van het conservatorium, op hun tenen te laten lopen door ze terstond op het grotere repertoire los te laten. Uit nood geboren weliswaar, maar een stimulans van jewelste. Het zijn danook niet de minsten die in het Kunstmaandorkest zijn opgekweekt: Edo de Waart bijvoorbeeld.
Maar goed, Anton Kersjes (1923-2004), geboren Arnhemmer, studeerde viool en vond tijdens zijn opleiding zijn toekomstige vrouw Margreet van de Groenekan, eveneens violiste. Het kinderloze echtpaar was meer dan 50 jaar getrouwd. Margreets vader Hemsy zou jarenlang als contrabassist en vervolgens als bibliothecaris aan het orkest verbonden blijven. Dan was er een vermogende Groenekan-tante die financieel was binnengelopen op speculaties en voor de miljoenen zorgde in het Kersjes van de Groenekanfonds, waarover achterin in het boek in 80 pagina's aandacht wordt besteed.
|
 |
In de vooroorlogse jaren werd Kersjes concertmeester, naderhand dirigent en groot improvisator van het amusementsorkest van het bioscooptheater Tuschinski. Buiten de filmvertoningen waren in die dagen variété en muziek belangrijke onderdelen van het programma. Daarbij valt ook te denken aan de theaterorgelbespeling van weleer, waarvoor Kersjes evenmin beducht was. Niet onbelangrijk was dat het succesvolle Tuschinksi een ruim budget had voor deze activiteiten en artiesten en kunstenaars er maar wat graag optraden. Opmerkelijk ook is dat Kersjes er zoveel goodwill genoot dat de directie hem zijn werk bij balletorkesten en het Kunstmaand ruimhartig toestond. Nog in het 78-toerenplaattijdperk begeleidde hij Heintje Davids en Lou Bandy, en voor Leo Fuld schreef hij al in de jaren '50 arrangementen. Hij secondeerde de joodse charmezanger met het Tuschinski-orkest voordat Pi Scheffer dat van hem overnam.
Ballet
De prachtigste pagina's uit het boek beschrijven Kersjes' werk als dirigent van balletorkesten In die wereld, met het accent op Sonia Gaskell - altijd vol van fusies, ruzies en opheffingen - was Kersjes een constante factor. Hij werd er op handen gedragen vanwege zijn solide inzet. Zelf zei hij daarover "Ik was in die tijd verslingerd aan ballet. Je moet proberen ze van de grond te krijgen hè. Bij de klassieke balletten ligt het zwaartepunt niet op de grond, het ligt in de lucht. Dat is het moeilijke."
 |
Een nog jonge Anton Kersjes (foto Archief Anton Kersjes) |
Onontgonnen gebied
In 1959 startte de KRO op zondagavond met tv-concerten. Die werden buitengewoon beschaafd doch ietwat schoolmeesterig ingeleid door Wouter Paap, een niet te onderschatten muzieksmaakmaker in die jaren en hoofdredacteur van het muziekblad Mens en Melodie. (grappend wel Paap en Melodie genoemd). En het orkest was het Kunstmaandorkest met Anton Kersjes. Ook daar betrad Kersjes voor ons land onontgonnen gebied. De tv en het publiek waren nog niet gewend aan klassieke muziek op de buis en aanvankelijk regende het danook kritiek op de beeldregie van deze rechtstreeks uitgezonden programma's. Maar de serie werd razend populair en bracht het uiteindelijk tot meer dan 100 uitzendingen, totdat de KRO er in1970 de stekker uit trok. Op het hoogtepunt trokken de uitzendingen meer dan 1,6 miljoen kijkers. Opmerkelijk blijft waarom de KRO niet van een van de orkesten van de omroep gebruik maakte. Maar dankzij die tv-uitzendingen bracht Kersjes het tot landelijke bekendheid en dat bleek een volmaakte opmaat voor de AH-concerten.
|
 |
|
Wouter Paap (1908-1981) |
AH, de Albert Heijnconcerten
Gretig zocht ik in ThiemoWinds vlot geschreven boek naar het hoofdstuk over de Albert Heijnconcerten, in mijn herinnering een immens succes, waarvan ik als scholier menigmaal profiteerde. Je kon voor een habbekrats naar het Concertgebouw, programmablad en vestiaire inbegrepen, in een gemoedelijke sfeer en met aanvankelijk toegankelijke muziek. Bovendien een dirigent die de werken op smakelijke, onopgesmukte doch zorgvuldig voorbereide wijze toelichtte: "Aha, beste mensen, u zult wel denken." Dat was wel wat anders dan die bloedernstige Wouter Paap op KRO-tv.
Spaaractie
AH startte in 1962 een spaaractie voor ijskasten, de burger sprak over koelkast. En dat was een weinig voorkomend fenomeen in die jaren Het contract dat AH sloot met de Duitse fabrikant Liebherr resulteerde in het ongekende aantal van 145.000 tafelmodel koelkasten en een golf van klussende elektriciens, want in die jaren kenden keukens niet of amper contactdozen met randaarde! In 1964 kwamen de PMC (premie van de maand) clubconcerten erbij. Deze activiteit was alweer bekwaam ingekopt door Jan Huckriede bij het Amsterdamse reclamebureau van AH. De AH concerten kwamen in 1990 na 26 jaar aan hun eind en werden ook nadat de PMC-actie was afgelopen, voortdurend ondersteund door de grootgrutter. Terzijde: de VARA matinee op de vrije zaterdag(middag) dateert van eind 1961 en dankte zijn succes mede aan de combinatie van plaatsbewijs en treinkaartje.
De tournees
Wind beschrijft de tournees, onder meer tweemaal naar Rusland (1972 en 1978), dankzij de goede contacten van Huckriede met het Russische concertmanagement dat opereerde onder de naam GOS Concerts. In 1972 werd het publiek in St.-Petersburg vergast op de Vierde symfonie van Oscar van Hemel.
Praktisch tot aan zijn pensionering is Kersjes aan dit ene orkest verbonden gebleven. En daarmee fungeerde de dan 67-jarige leeftijd dirigent ook nog als bruggenbouwer toen alleenheerser Jan Huckriede zowel zijn pensioen- als zijn uiterste houdbaarheidsdatum naderde, wat tot splijtzwamsituaties in de orkestgemeenschap leidde.
Toegegeven, het boek schetst meer een tijdsbeeld dan dat het musicologisch interessant is. Maar het is wel een tijdsbeeld dat met alleenheersers als bijvoorbeeld Herbert von Karajan, maar ook met een echt vaste dirigent definitief tot het verleden hoort. Het zijn nu de gastdirigenten die komen en gaan, waarmee ook aan het fenomeen orkestpedagoog een einde lijkt gekomen.
_______________
In 2014 werd de 5 cd-box plus 1 dvd uitgebracht onder de titel 'Anton Kersjes, dirigent van Amsterdam', met directies uit zijn loopbaan, van het Tuschinski Theater Orkest tot het Nederlands Philharmonisch Orkest, met als solisten Artur Rubinstein, Elly Ameling, Mstislav Rostropovitsj en de kampioen van het jiddische lied, Leo Fuld. Elders op de site beschrijft Maarten Brandt deze box.
In het in 2009 uitgegeven boek 'De witte kuif op het frontbalkon, Jan Willem Loot, muziek en management' pakt auteur Frans Straatman de jaren Kersjes en Huckriede (1979) op. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ISBN 978-9-0468-0530-5.