Boeken

 over componisten

 

© Emanuel Overbeeke,december 2022

 

Roger Nichols: From Berlioz to Boulez

Kahn & Averill (Londen, 2022)
SBN 978-0-9957574-7-9
307 blz., gebonden
Verkoopprijs, € 32.50


Dit is hopelijk niet Roger Nichols' laatste boek. Een paar jaar geleden moest hij een bezoek aan Nederland om te komen praten over Debussy afzeggen wegens ziekte. En zijn laatste boek - over Francis Poulenc – dateert van 2020, voor Nichols' doen bedenkelijk lang geleden (hier door mij besproken). Als hij zijn laatste fase heeft aangegrepen voor een bundeling van oud en verspreid werk, dan is deze bundel een prachtig einde van een prachtig oeuvre.

Roger Nichols, nu 83, is een Engelse francofiel die uitvoerig heeft gepubliceerd over Franse muziek. Hij schreef boeken over Debussy, Ravel, Messiaen, Poulenc en Franse opera, vertaalde teksten van Saint-Saëns en Poulenc en over Fauré, Dutilleux en Honegger, voerde gesprekken met vele kopstukken uit het muziekleven, gaf de correspondentie uit van Debussy, Berlioz en Fauré en stelde bundels samen met verklaringen van personen die kennis hadden aan Debussy, Ravel en Satie – en de opsomming is hiermee verre van compleet.

Zijn nieuwste boek sluit hierop aan. Franse muziek is voor Nichols muziek vanaf Berlioz, al verraden korte vermeldingen dat hij ook in de oudere zeer thuis is. De bundel bevat teksten van allerlei aard, eerder verschenen op uiteenlopende podia en af en toe niet eerder uitgebracht. Sommige zijn inleidingen voor beginners, andere meer voor specialisten. Soms neemt hij de moeite iets uit te leggen, zeker in de ‘lekenteksten', soms laat hij zijn onderwerpen ongestoord meningen en feiten spuien. De interviews tonen hem als een zeer geïnformeerde gesprekspartner die respect toont voor zijn gesprekspartners (wat wil je anders bij Messiaen, Dutilleux en Boulez?), die op het juiste moment de juiste vragen weet te stellen en die informatie over de gast belangrijker vindt dan de eigen agenda. Die kan hij ventileren in de overige teksten. Slechts twee componisten noemt hij in de titel, velen komen aan bod in het boek: Berlioz, Chopin, Lalo, Gounod, Saint-Saëns, Delibes, Fauré, Chabrier, Debussy, Magnard, Schmitt, Satie, Hahn, Ravel, Stravinsky in zijn Franse jaren, Honegger, Duruflé, Poulenc, Messiaen, Dutilleux en Boulez. Nichols kent al deze componisten goed genoeg om te weten in hoeverre de beelden inzake hun leven en werk wel kloppen en grijpt naar de pen als de waarheid vraagt om correctie.

Dat doet hij op een opvallende wijze. Nichols schrijft uitstekend, maar niet literair. Hij is geen Thomas Mann of Simon Vestdijk die als niet-musicoloog maar wel met grote literaire vaardigheid nieuwe inzichten verkondigden. Hij is wel een musicoloog die nieuwe ideeën presenteert en onderbouwt zonder al te uitvoerig te strooien met omgevallen boekenkasten. Veel teksten bevatten geen noten en waren oorspronkelijk niet bestemd voor de wetenschap, maar men voelt aan alles zijn enorme kennis van de materie. Een aanwijzing daarvoor is zijn soeverein, schijnbaar associatief manoeuvreren door de materie. Een tweede aanwijzing is de keuze en de plaatsing van ogenschijnlijke zijstraten die verderop in het betoog hoofdstraten kunnen blijken te zijn. Een derde aanwijzing is zijn liefde voor grappen die niet relevant lijken, maar wel een interessant licht werpen op een componist of compositie. Een mooi voorbeeld uit vele is zijn typering van Mélisande uit Debussy's enige voltooide opera. ‘And like a character in Pinter or Beckett (or, if you prefer, like an MP in difficulties) she answers a quite different question.' Hoewel Nichols het primair te doen is om personen, beseft hij zeer goed de invloed van de context, al weet hij dondersgoed dat alle besproken personen hun kracht ontlenen en onze interesse in hen aan de manier waarop zij op hun situatie reageerden. Het boek is geen gids voor beginners, geen historisch overzicht van de geschiedenis van het muziekleven van een land aan de hand van leven en werk allerlei personen, maar de geboeide lezer smeedt alle informatie aaneen tot dergelijke teksten, daarbij geholpen door bondige analyses, essentiële biografische gegevens en een nuchtere en onderhoudende schrijfstijl. Vooral bij die componisten die vele hoofdstukken kregen toegewezen, is de informatie over details zeer verrassend en de balans tussen incident en het geheel voorbeeldig. De necrologieën van Dutilleux en Boulez behoren tot het beste dat over deze componisten is geschreven. Kortom: hopelijk is dit niet Nichols' laatste boek.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links