Solisten Mirella Freni (1935~2020) De ultieme vocale charme
© Paul Korenhof, februari 2020
|
|||||
Op 9 februari overleed in haar geboortestad Modena, twee weken vóór haar 85ste verjaardag, de Italiaanse sopraan Mirella Freni, met de nu 86 jaar oude Renata Scotto de laatste van de grote sopranen uit het tijdperk 'na Callas en Tebaldi'. Van hen was Freni de ultieme 'lyrische sopraan' die door haar stem, haar zang en haar verschijning in hoog tempo een plaats veroverde in de wereldtop. Ruim twee decennia lang gold zij zelfs als de verpersoonlijking van Mimì (La Bohème), Micaëla (Carmen), Marguerite (Faust), Liù (Turandot) en Juliette (Roméo et Juliette). Daarnaast werd zij tot in de jaren zeventig beschouwd als de ideale Nannetta (Falstaff), Zerlina (Don Giovanni), Susanna (Le nozze di Figaro) en Adina (L'elisir d'amore). En ook toen zij later op zwaardere rollen overstapte, behield haar zang die combinatie van een lach en een traan, gerealiseerd met een stemschoonheid die altijd meisjesachtig bleef aandoen. Karajan
Freni's internationale carrière had intussen een grote vlucht genomen en van Moskou tot New York en San Francisco gold zij als de grootste soprano lirico en lirico-leggiero van haar tijd. Niet zonder trots kunnen wij daarbij terugdenken aan de voormalige Nederlandse Opera, waaraan zij van 1959 tot 1961 vast verbonden is geweest. Zij heeft er haar eerste internationale ervaringen opgedaan en ik heb naast Fred Lingen menige andere Amsterdamse operaliefhebber gesproken, bij wie de tranen nog in de ogen sprongen als hij aan die periode terugdacht. Tatjana Tsjaikovski's Tatjana groeide zelfs uit tot een van haar lijfrollen en de intensiteit van haar 'briefscène' riep herinneringen op aan haar Mimì in de derde akte van La Bohème. In de jaren daartussen was zij de ster van alle grote operatheaters, in het bijzonder van de Scala in Milaan, waar zij meerdere rollen uit het 'grote' Verdi-repertoire zong, en van de Met in New York. Jammer blijft dat opera's in vertaling toen niet meer in zwang waren. Het Duits lag haar niet, maar met de Elsa van Tebaldi in mijn gedachten heb ik heel vaak verlangd naar een Italiaanse Lohengrin met bijvoorbeeld Plácido Domingo en Mirella Freni. Zelf leerde ik Freni kennen als Nannetta in Falstaff met het (K)CO onder leiding van Carlo Maria Giulini tijdens het Holland Festival 1963. Daarna is zij volgens mij niet meer in Nederland opgetreden, maar in het buitenland hoorde ik haar nog regelmatig in diverse opera's, en altijd bleef zij charmeren en ontroeren, ook in 'Olivero-achtige' rollen als Fedora en Adriana Lecouvreur die eigenlijk een maatje te groot voor haar waren.
De mooiste herinnering bewaar ik echter aan haar Mimì, de rol die een kwart eeuw lang haar visitekaartje was en waarmee zij voorgoed vereenzelvigd zal worden. Zelf hoorde ik haar op 27 juni 1980 voor het laatst in die rol in Covent Garden in een schitterende voorstelling met Peter Dvorsky als Rodolfo, Carol Neblett als Musetta, Peter Glossop als Marcello, John Rawnsley als Schaunard en Gwynne Howell als Colline. En dat alles in de legendarische enscenering van John Copley waarin alles en iedereen samensmolt tot volmaakt ensemblespel. Een avond om nooit te vergeten! Noot: In Opera Actueel van 23 februari, 1 en 8 maart (klik hier) zal aandacht worden geschonken aan het overlijden van Mirella Freni met delen uit La Bohème, Faust en Carmen. Op 15 maart zal de hele uitzending gewijd zijn aan een minder bekende opera met daarin een van Freni's mooiste rollen: Suzel in L'Amico Fritz van Pietro Mascagni. Voor de maanden daarna zijn uitzendingen in voorbereiding met onder meer fragmenten uit I puritani, L'elisir d'amore, Manon Lescaut, Suor Angelica, Turandot, Otello, Falstaff en Jevgeni Onegin. index |
|||||