Berg: Wozzeck
Franz Grundheber (Wozzeck), Waltraud Meier (Marie),
Graham Clark (Hauptmann), Günther von Kannen (Doktor),
Mark Baker (Tambourmajor), Endrik Wottrich
(Andres),
Siegfried Vogel (1. Handwerksbursche), Roman Trekel
(2. Handwerksbursche), Peter Menzel (Narr),
Dalia Schaechter (Margret).
Koor van de Deutsche Staatsoper Berlin
Staatskapelle Berlin
Dirigent: Daniel Barenboim.
Regie: Patrice Chéreau
Warner 2564 69742-7 (dvd - opnameapril
1994)
Treffend voorbeeld van de luxe die de
operaliefhebber momenteel omringt: ik had de keuze uit twee dvd's,
beide met fascinerende uitvoeringen van 20ste-eeuwse opera's en
beide met een regie van Patrice Chéreau. Dat de keuze uiteindelijk
is gevallen op een al wat oudere opname van Berg's Wozzeck en niet op de splinternieuwe registratie
van Janáček 's Uit een dodenhuis,
heeft verschillende redenen - en elk van die redenen zou ook
een argument kunnen zijn om juist voor die andere uitgave te kiezen.
ik bedoel maar: alles is relatief, smaken zijn persoonlijk
en een recensent is ook maar een mens.
Uit een dodenhuis
Toegegeven, de uitvoering
van Uit een dodenhuis die Chéreau en Boulez
in 2007 voor hun rekening namen, behoorde tot de absolute hoogtepunten
van dat theaterseizoen en van de Janáček -interpretatie in het algemeen.
Dat die voorstelling toen ook in het Holland Festival te
zien is geweest, was een gebeurtenis van niet te onderschatten belang,
en toch had ik mijn bedenkingen. Het Dodenhuis
is niet bepaald Janáček 's toegankelijkste opera, met een verhaallijn
die absoluut enige kennis van het werk vereist (zelfs met een volledig
verstaanbare tekst houdt een onvoorbereid publiek vraagtekens),
maar op dit punt is Chéreau er de man niet naar zijn toeschouwers
de helpende hand te bieden. Integendeel, zou ik bijna zeggen. Hij
gaat juist graag de psychologische diepte in, maar wie de oppervlakte
niet begrijpt, zal zeker moeite hebben met een naar het abstracte neigende schildering van wat zich daaronder afspeelt.
Zijn productie blijkt er een voor een muziekdramatische incrowd,
en de fascinerende maar tegelijk ook sterk analytische directie
van Boulez versterkt dat effect. Hoe groot mijn
bewondering ook is, ik kan er niet onderuit dat de Salzburger productie
van Claudio Abbado en Klaus Michael Grüber uit
het begin van de jaren negentig voor mij veel meer over 'mensen'
ging en minde rover 'ideeën', of simpeler gezegd: meer navoelbare
emoties uitstraalde. Het blijft een absoluut gemis dat Universal
die productie niet op dvd heeft uitgebracht, maar ja,
de benen van Claudio Abbado zijn nu eenmaal minder
interessant dan die van Anna Netrebko.
Barenboim en Boulez
Hoe belangrijk dat menselijke aspect
is, realiseerde ik me weer eens toen ik luisterde naar de geluidsband
van de Wozzeck die in april 1994 in de Staatsoper Berlin werd opgenomen, en
die we overigens al kenden van de cd-versie. Het verschil tussen
Barenboim en Boulez is evident. Waar de Franse dirigent een grootmeester
van de geciseleerde stokvoering is, blijft Barenboim toch een romanticus,
maar wel een romanticus met groot inzicht in de muziek. Hij bereikt
niet de precisie en de verfijning die we horen in de CBS-opname
van Boulez, maar aan warmte en zindering ontbreekt het niet in zijn
weergave van deze altijd weer meeslepende partituur. Een groot
dirigent was Barenboim in die tijd nog altijd niet, maar mijn eerste
bezwaar betreft zijn onvermogen om lijnen en climaxen op te bouwen
en daarbij dan ook een passende balans te vinden, en juist die punten
staan bij een uitvoering van Wozzeck niet op de eerste plaats. Hier staan attaque, precisie en
de beheersing van muziekdramatische 'cellen' centraal. Daarmee kan
Barenboim uitstekend uit de voeten, en de kwaliteiten van zijn orkest
in combinatie met zijn gevoel voor theater doen de rest.
Emotionele betrokkenheid
Of is het vooral de invloed van Chéreau die hier
in de muziek doorklinkt? Het zou me niet verbazen. Geen operaregie
van deze Franse theatermaker is zo op de personages gericht geweest
als deze Wozzeck, en de
emotionele betrokkenheid die hij hier ten toon spreidt, overtreft
alles wat ik van hem bezien heb - met uitzondering misschien van
het slot van Die Walküre in zijn legendarische Bayreuther Ring. In strakke, vrijwel tijdloze toneelbeelden van Richard Peduzzi
(decors) en Moidele Bickel (kostuums) ontwikkelt zich een drama
dat helemaal is toegespitst op de individuele tragiek van de hoofdpersonen.
Hier geen spoor van de modieuze 'actualisering' waarin moderne regisseurs
grossieren, maar juist daardoor komt het drama des te actuelere
op de toeschouwer over.
Zingende acteurs
Zelden werd de leegheid van het moderne
theater zo treffend aan de kaak gesteld als op dit vrijwel lege
toneel, waarop alleen maar wat mensen zingen over wanhoop en een
klein beetje hoop dat daarna een nog grotere wanhoop oplevert. Maar
wat voor mensen - of liever: wat voor acteurs! Franz Grundheber
is hier in de titelrol nog aangrijpender dan in de opname die hij
zeven jaar eerder onder Abbado in Wenen maakte en Waltraud Meier,
een van de indrukwekkendste theaterdieren van de afgelopen decennia,
zet een Marie neer waarmee zij Hildegard Behrens en misschien zelfs
Anja Silja naar het tweede plan verwijst. Naast hen staan al even
begenadigde zingende acteurs, onder wie Graham Clark als een overspannen
Hauptmann, Günther von Kannen als een louche dokter, Mark Baker
als een overpedante tamboer-majoor en de jonge Endrik Wottrich als
een naast deze Wozzeck bijna ontwapenende Andres. Het beeld staat
nog op traditioneel 4:3-formaat en het geluid klinkt in traditioneel
stereo, maar kwalitatief zijn beide uitstekend. Met dertig pagina's
goede toelichtende teksten steekt het bijgevoegde boekje gunstig
af bij de wat flodderige documentatie die menige andere dvd begeleidt
(als er al documentatie bij zit).