Opera en operette

Een 'Nederlandse' operarecensie

 

© Paul Korenhof, 16 juli 2023

 

Mozart: Così fan tutte - recensie in de NRC van een nieuwe productie tijdens het Festival van Aix-en-Provence 2023.
www.nrc.nl

Op 14 juli zette de NRC al rond het middaguur een recensie online van Così fan tutte in Aix-en-Provence, een voorstelling die volgens de tekst pas op 13 juli was gegeven, de avond ervoor dus. Een verbluffend staaltje journalistieke actualiteit, zeker gezien het feit dat die voorstelling rond zonsondergang was begonnen en mede door een regenbui pas ver na middernacht was geëindigd. Opmerkelijk was bovendien dat volgens diezelfde tekst de recensie al was geschreven op 12 juli. Wellicht wordt een en ander in de internetversie van de NRC alsnog aangepast (een betere tekstcorrectie kan sowieso geen kwaad), maar de suggestie van haastwerk ligt voor de hand en wordt ondersteund door diverse zinnen die niet bepaald een schoonheidsprijs verdienen.1)

Natuurlijk gaat het echter om de inhoud en dan is het vooral jammer dat dit weer typisch een recensie is zoals we die vaker tegenkomen in Nederlandse dagbladen: een bijdrage van een muziekmedewerker die niet echt blijk geeft van affiniteit met de kunstvorm opera. Ik gun die medewerkers hun zomerse uitstapjes naar Bayreuth, Glyndebourne of Aix-en-Provence, maar als ik hun verslagen lees, bekruipt mij regelmatig eenzelfde gevoel als ik heb bij andere operarecensies: de krant had beter een ervaren theatermedewerker kunnen sturen. Meestal gaat het grootste deel van de recensie namelijk over de enscenering, terwijl de tekst niet bepaald blijk geeft van veel dramaturgisch inzicht. Bovendien gaan die teksten zelden in op specifieke 'opera-aspecten'; wel lezen we meestal wat algemeenheden over het spel van de solisten, maar aan de techniek en de dramatiek van hun zang wordt in veel Nederlandse recensies nauwelijks aandacht besteed.

Opera is geen 'muziek' maar 'drama', 'muziekdrama'. Buitenlandse kranten beseffen dat dit een specialisatie vraagt, maar in Nederland wordt van iedere muziekrecensent verwacht dat hij af en toe ook iets zinnigs over opera kan schrijven. Sommigen kunnen dat inderdaad, met als lichtend voorbeeld Hans Reichenfeld, de bevlogen muziekcriticus van het Algemeen Handelsblad, later de NRC, maar het is zeker geen toeval dat hij als jongetje in Boedapest al ongeveer avond aan avond in de opera zat. Vooral sinds de opkomst van het door operahater Willem Mengelberg geleide Concertgebouworkest ziet een groot deel van de toch al niet op het theater (zondige kunstvorm!) ingestelde Nederlandse kunstwereld duidelijk als tweederangs kunstvorm. En dat uit zich in de steeds lagere plaats die de opera sinds WOI in ons culturele leven is gaan innemen, maar ook in de manier waarop tegenwoordig binnen de muziek- en theaterwereld tegen deze kunstvorm wordt aangekeken.

'De moraal'
In de openingsalinea van de NRC lezen we de constatering: ''Het is lastig om het verhaal van Mozarts opera ‘Così fan tutte' naar de huidige moraal te vertalen''. Afgezien van de vraag hoe je een 'verhaal' naar een 'moraal' kunt vertalen, blijft het te allen tijde een drama uit andere tijden met niet alleen andere normen, waarden en omgangsvormen, ook als dat in moderne kostuums wordt opgevoerd. Hetzelfde geldt voor talloze andere werken, inclusief de toneelstukken van Shakespeare, de komedies van Molière en muziekdrama's die uiteenlopen van Venetiaanse opera's tot Puccini's Madama Butterfly (om maar even een heel duidelijk voorbeeld van een hoog genoteerde opera met een 'gedateerde moraal' te noemen).

De vraag is ook waaróm een verhaal uit de 18de eeuw 'naar de huidige moraal' vertaald zou moeten worden. Enerzijds zijn er teksten als de Griekse tragedies en de middeleeuwse moraliteiten met een duidelijk pedagogische functie, vergelijkbaar met die van sprookjes en bijbelse parabels. De daarin verkondigde levenslessen voor zowel de mens als individu als voor diens functioneren in de maatschappij, hebben een eeuwigheidswaarde waaraan niet te tornen valt. Wel dient gezegd dat die lessen onder bepaalde omstandigheden zelfs aan zeggingskracht kunnen winnen. Een toneelbewerking als Antigone van Anouilh is hiervan een schoolvoorbeeld, terwijl de operawereld vooral sinds 'de Ring van Chéreau' menige overtuigende actualisering van moralistisch muziektheater heeft gezien. Een feit blijft echter dat een actualisering eerder veroudert naarmate zij meer 'tijdgebonden' is.

Anderzijds zijn er talloze drama's waarin het maatschappelijke en moralistische aspect zozeer ondergeschikt is aan de rol van karakters en emoties, dat bij een actualisering het kind met het badwater weggespoeld dreigt te worden. En dat gevaar wordt groter naarmate een regisseur meer moeite doet om 'het verhaal' te actualiseren, een soms rigoureus modern streven dat samenhangt met het feit dat sinds de opkomst van de televisie de nadruk steeds meer ligt op het visuele element en minder op het woord (bij het toneel) of de combinatie van woord en muziek (bij de opera).

'Het verhaal'
Eeuwenlang was voor het ervaren operapubliek het 'verhaal' daarentegen van ondergeschikt belang. Bij het merendeel van de toeschouwers was dat immers al bij voorbaat bekend uit sagen, legenden, toneelstukken of romans, of gewoon omdat men dezelfde opera al vaker had gezien. In de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw werden libretti vaak zelfs meerdere maken gebruikt (Metastasio's 27 libretti zijn ruim achthonderd maal op muziek gezet!) en draaide alles om de interpretatie door zowel de componist als de uitvoerenden. Zeker in de barok met zijn 'Affekten-aria's' was de interesse van het publiek daarbij volledig gericht op de personages, hun conflicten en hun emoties, op de manier waarop die in muziek waren omgezet en op de manier waarop die door de zangers werden uitgevoerd.

Die nadruk op het vocale aspect lijkt verwant aan het in het 'serieuze' Nederlandse theater vaak geminachte amusementsniveau, maar dat is het geenszins. Voor de echte operaliefhebber staat ook bij de meest virtuoze zang de expressie centraal. Zang moet emoties uitstralen, en dat moeten ook geloofwaardige en navoelbare emoties zijn, zelfs bij een 'onsympathiek' karakter dat niet direct uitnodigt tot identificatie. Maar bij dat alles - en dan kom ik bij de kern van dit betoog - blijft 'het verhaal' in feite ondergeschikt. Het hoeft zelfs niet 'logisch' te zijn. Dat zijn sprookjes als Roodkapje en Hans en Grietje , moraliteiten als Elckerlijc (Everyman, Jedermann) en Mariken van Nieumeghen, of de verhalen over Tom Poes en Heer Bommel ook niet, en daarover heeft nog nooit iemand zich druk gemaakt, dus waarom zouden wij ons dan wel druk maken over een gebrek aan logica in Così fan tutte ?

Navertellen
Het lijkt echter of in de recensie van Rahul Gandolahage, muziekrecensent van de NRC, 'het verhaal' fungeert als uitgangspunt voor zijn hele benadering. Dat blijkt al als hij in de tweede alinea schrijft: '' Maar hoe je het ook wendt of keert, Mozarts Così fan tutte vertelt een oubollig verhaal'', en vervolgens: '' Waar je de achterhaalde moraal van veel oude opera's vaak nog wel schattig kan vinden, is die van Così fan tutte ronduit vervelend''. En daarmee wordt zijn betoog ietwat merkwaardig. Een moraal kan achterhaald zijn, zelfs lachwekkend, en je kunt het er om allerlei redenen niet mee eens zijn, maar hoe een moraal 'vervelend' kan zijn, ontgaat mij. Of is de auteur het verschil tussen 'moraal' en 'verhaal' niet duidelijk?

In een alinea die langer is dan het tekstgedeelte dat hij wijdt aan de feitelijke uitvoering, vervolgt Gandolahage met het omstandig navertellen van de inhoud, een specialiteit van critici die niet weten wat zij verder over een opera moeten zeggen. Quasi-humoristisch sluit hij dat af met de toevoeging 'Gaap' (een neiging die ik trouwens op dat moment eveneens voelde). Hij sluit daarop aan met 'het verhaal' dat regisseur Dmitri Tcherniakov voor de enscenering in Aix verzonnen heeft, maar zonder enige poging tot dramaturgische analyse of een onderzoek naar de spanning tussen die enscenering en Mozart's partituur. In die richting gaat alleen de opmerking dat in de laatste scènes het nieuwe verhaaltje minder goed bij het libretto past dan daarvoor, maar dat de zangers dat alles goed acterend en daardoor overtuigend overbrengen.

Muzikaal gaat de recensie niet verder dan de - zeker voor een professionele muziekcriticus - magere constatering dat de al wat oudere vertolkster van Fiordiligi vocaal wel straalt maar niet meer sprankelt (heeft Gandolahage haar dat vroeger wel horen doen?), dat de vertolker van Ferrando een zwakke hoogte heeft, en dat het orkest 'matig presteert'. Tot slot gaat hij weer over op een beschrijving hoe het 'nieuwe verhaal' op hem overkomt, afsluitend met een opmerking over boe-roepers die hem ook in zijn eerste alinea al tot een lichtelijk denigrerend commentaar hadden verleid. En dat heet dan in Nederland een 'operarecensie': oppervlakkige en subjectieve impressies zonder een poging tot dramaturgische analyse, en zonder enige indicatie dat een opera iets anders is dan een doktersromannetje, een thriller of een whodunit die draait om het verhaal.

Een goed (muziek)drama draait om andere zaken dan een 'verhaaltje' dat in feite niet meer is dan de kapstok waaraan het 'echte' drama wordt opgehangen. Het volgens Gandolahage 'oubollige verhaal' van Così fan tutte is hetzelfde libretto dat ooit door Joseph Kerman, auteur van het baanbrekende Opera as drama, werd gekwalificeerd als 'mogelijk zelfs te goed zodat Mozart in feite heel weinig aan de tekst kon toevoegen'.2) Juist een tijd waarin regisseurs steeds meer geneigd zijn een partituur te gebruiken als kapstok om een 'nieuw verhaal' aan op te hangen, vraagt van een recensent een gefundeerde, kritische en analytische instelling. Zoals alle kritiek heeft ook cultuurkritiek een functie als sturende en stimulerende bijdraagt aan nieuwe ontwikkelingen. Maar daarvoor moet die kritiek wel onderbouwd zijn en getuigen van kennis van zaken.

__________________
1) In de tekst lezen we bijvoorbeeld: "Gemorrel dat je geen fantasie nodig hebt om een opera te snappen (zulk bromberengebrom klonk in de pauze) kunnen we afserveren: om een opera in zijn paar honderd jaar oude vorm nú te snappen, heb je evengoed fantasie nodig." Wat daar precies mee bedoeld wordt, kunnen we alleen maar gissen.
2) Joseph Kerman: Opera as drama (Alfred A Knopf,1956; nieuwe herziene editie: University of California 1988)


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links