Opera en operette

Muzikaal briljant maar geen opera

 

 

© Paul Korenhof, april 2023

 

Janácek: Prihody Lisky Bystrousky (Het sluwe vosje)

Sally Matthews (het vosje), Jana Kurucová (de vos), Iris van Wijnen (de boswachtersvrouw, de uil), James Kryshak (de schoolmeester, de mug, de waard), Roland Wood (de boswachter), Markus Eiche (de stroper), James Platt (de pastoor, de das), Jeannette van Schaik (de waardin, de gekuifde hen), Esther Kuiper (de hond, de specht), Aylin Sezer (de haan, de Vlaamse gaai) e.a.
Nationaal Kinderkoor
Nationaal Jongenskoor
Groot Omroepkoor
Radio Filharmonisch Orkest
Dirigent: Karina Canellakis
Amsterdam, 1 april 2023

Het concertante Sluwe vosje in het kader van de Janácek-cyclus die Karina Canellakis tijdens de ZaterdagMatinees opbouwt met het Radio Filharmonisch Orkest, was iets om naar uit te zien. Het leek mij heerlijk om de subtielste, weemoedigste en meest 'menselijke' opera van Janácek eens te horen zonder tussenkomst van een regisseur die nog inventiever, kleurrijker en ook grappiger wilde zijn dan al zijn voorgangers. En zuiver muzikaal was het dat afgelopen zaterdag ook.

Hans Vonk, precies een halve eeuw geleden benoemd tot chefdirigent van het RFO (en enkele jaren later ook van DNO) noemde het Hilversumse ensemble ooit het beste operaorkest van Nederland en ver daarbuiten. Daarbij doelde hij niet alleen op het technische niveau, maar vooral op het sterke ensemblespel en de enorme flexibiliteit, kwaliteiten die niet alleen duidelijk werden tijdens de toenmalige VARA-matinees, maar ook bij talloze voorstellingen van DNO, waarbij dit radio-orkest toen regelmatig in de bak zat.

Gedetailleerd
Al die kwaliteiten kwamen zaterdag weer naar voren tijdens een uitvoering waarbij ik Janácek's Vosje zo stralend en gedetailleerd hoorde als nooit tevoren. De strijkers cirkelden met een voortdurend wisselend kleurenpalet door het Concertgebouw en de heldere articulatie van blazers en slagwerk was een lust voor het oor. Voeg daarbij een ensemble perfect getrainde vocalisten waarbij een half dozijn jongens- en meisjessopranen die evenmin voor de 'profs' onderdeden als de kinder- en jongerenkoren, een bescheiden spelregie en een suggestief gebruik van 'vossenkleuren', en alle voorwaarden voor een onvergetelijke middag leken vervuld.

Alle voorwaarden? Helaas niet. Het werd een prachtig uitgevoerde dramatische symfonie in drie delen, groots van klank, maar het belangrijkste element ontbrak: de sfeer. Janácek's opera is allereerst een subtiele parabel waarin dieren in menselijke rollen ten tonele worden gevoerd. Nog meer is het echter - zeker in het derde bedrijf - een weemoedige, filosofische beschouwing over ouder worden en vergankelijkheid, kortom over de levenscyclus van de natuur, maar vooral van de mens. Daartoe moet niet alleen de natuur in het orkest hoorbaar worden, het spel van insekten, ritselende bladeren en spelende vosjes, maar ook weemoed, berusting, het besef van vergankelijkheid.

Sally Matthews, Jana Kurucová en de ‘jonge vosjes'
Foto: Milagro Elstak

Muzikale grootsheid
Wellicht is het RFO nog steeds het beste operaorkest van Nederland, maar ik aarzel om Canellakis een vergelijkbare positie toe te kennen als operadirigent. Ondanks alle klankrijkdom werd ik bij haar aanpak geen moment bewogen door de sfeer die het werk kan uitstralen en die Janácek nog eens versterkte door zijn toevoegingen in het derde bedrijf. (Misschien was het nuttig geweest pagina 8 en 9 van het programmaboekje even voor haar te vertalen.) Bovendien ging haar benadering kennelijk voorbij aan het feit dat Janácek zijn partituur heeft geschreven voor een theater met een traditionele orkestbak die niet alleen de orkestklank zelf enigszins dempt, maar die ook in de balans de vocale partijen beter laat doorkomen.

Al met al riep deze ZaterdagMatinee bij mij soms meer een associatie op met de Zesde van Mahler dan met de subtiele kleurnuances waar mee Janácek de kleurnuances van lente en herfst in de Boheemse wilde weergeven. Ook de Zesde van Mahler kan natuurlijk met de nodige subtiliteit benaderd worden, maar Canellakis' streven naar een klanktechnisch sublieme weergave van Janácek's schitterende instrumentatie leidde tot een grootsheid die niet echt in overeenstemming was met het karakter van deze muzikale parabel. Het gevolg was dat ook het vosje zelf in zekere zin ten onder ging. Konden de mannelijke solisten zich nog redelijk handhaven, de vrouwenstemmen hadden het moeilijker en - voorzover dat te horen was - gold dat vooral de in klank wat rijpe maar uitmuntend vertolkte titelrol van invalster Sally Matthews.

Verstaan en begrijpen
Boventiteling is leuk, maar zang moet verstaan kunnen worden, ook als het Tsjechisch is, en als we de woorden zelf niet verstaan, moeten we toch de sfeer, de kleuren en de emoties in de vertolking kunnen ervaren. Dat lukt alleen niet als er soms hooguit wat losse noten boven het orkest uit komen. Wat ik hoorde van dat heerlijke verhaal van het vosje in het tweede tafereel over verliefdheid, maakte wel duidelijk dat in de zang van Matthews de fijnzinnigheden zich aaneenregen, maar bij de radioluisteraar thuis zal dat beter overgekomen zijn dan bij het publiek in het Concertgebouw. Of het veel andere bezoekers stoorde, betwijfel ik echter. Steeds vaker krijg ik de indruk - ook bij voorstellingen van DNO - dat het huidige operapubliek vooral harder klapt naarmate er harder gemusiceerd wordt. Het gevoel voor kleuren, subtiliteiten en nuances lijkt flink af te nemen.

Ondertussen was duidelijk dat er een uitmuntend ensemble van overwegend Engels- en Nederlandstalige solisten op het podium stond, aangevuld met de Duitse bariton Markus Eiche als een opportunistische Harasta en de Slovaakse mezzo Jana Kurucová als een jongensachtige vos op vrijersvoeten. De ronde bas van James Platt bleek zowel een das met gevoel voor eigenwaarde als een gezellige dorpspastoor, terwijl de bariton Roland Wood een gemoedelijke boswachter neerzette. Wel miste ik bij de laatste iets van de weemoed waarom de slotmonoloog vraagt en die ooit in Covent Garden onvergetelijk werd in een uitvoering met Thomas Allen. Maar die zong die rol ook in zijn eigen taal en het 'eigen taalgevoel' kan bij opera's van Janácek doorslaggevend zijn!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links