Opera en operette

Salieri in Nijetrijne

© Paul Korenhof, augustus 2023

 

Salieri/Schlepp: Armida

Claudia Patacca (Armida), Erik Slik (Rinaldo), Madieke Marjon (Ismene), Sinan Vural (Ubaldo)
Vaughan Schlepp (piano en directie), Peter Verduyn Lunel (fluit), Arco van Zon (hobo), Hanka Clout (klarinet), Huub van de Velde (contrabas)
Nijetrijne, 15 augustus 2023
www.operanijetrijne.nl

Men neme: een tuin met een flink grasveld, een onbekende opera, vijf musici, vier zangers en geloof het of niet, maar een zonnige zomerse namiddag kan dan veranderen in een verrukkelijk brok muziektheater op onverwacht niveau. Daarvoor moet de randstedeling wel vanuit drukte en oprukkende bebouwing naar een van de mooiste stukjes Nederland, zeker na een regenrijke periode, om daar na een wandeling van twintig minuten (een boottochtje kan ook) de 'schouwplaats' te bereiken. Maar het loont, al was het maar omdat het West-Friese land van de weerribben een van de weinige gebieden is waar je nog het gevoel hebt dat mens en natuur in harmonie samenleven.

Die bijzondere ambiance van een bezoek aan Opera Nijetrijne versterkt de gastvrije sfeer. Een ontvangst met hapjes en drankjes wordt in de pauze gevolgd door een 'Friese borrel' en na afloop kan iedereen aan lange tafels aanschuiven voor een gezamenlijke maaltijd, alles in de toegangsprijs inbegrepen. Maar centraal staat natuurlijk de opera, traditioneel een muzikale komedie uit de 18de eeuw in een bewerking voor een klein instrumentarium en merendeels jonge solisten, en met het publiek op houten tribunes (kussentje meenemen is geen slecht idee).

Intieme Armida
De voorstelling van dit jaar, helemaal gesitueerd in de eigen tuin, is bewust intiem gehouden, maar het werk zelf vraagt daar al om. Uitgangspunt is namelijk Armida, een opera uit 1771 van de toen 21 jaar oude Antonio Salieri en een werk dat geheel gericht is op de relatie tussen de - slechts vier - personages. Die opzet is te danken aan de librettist Marco Coltellini, maar de vaak onderschatte Salieri sloot daar dankbaar bij aan. In het voetspoor van Gluck en diens hervormingsopera, ingezet met de nog intiemere (drie personages) Orfeo ed Euridice, schreven zij een werk dat voor die tijd opvallend modern was: geen lange aaneenschakeling van aria's, maar een vrije afwisseling van soli, ensembles en recitatieven die soms zelfs in elkaar overlopen, en die geheel aan de dramatische eisen zijn aangapast.

De voorkeur van dirigent Vaughan Schlepp voor de muziek van Salieri is bekend en de omvang van Armida, met twee bedrijven en vier solisten, lijkt een uitstekend uitgangspunt, maar de noodzakelijke bewerking blijkt minder eenvoudig. Niet alleen omdat het orkest tot vijf instrumenten moet worden teruggebracht en omdat een van de hoofdrollen geschreven is voor een castraatstem, maar meer nog omdat de opera is opgezet als een serieus muziekdrama met een 'dramatische' finale: een diep gekwetste Armida verwoest daarin haar tovereiland en gaat er vervolgens in een met draken bespannen wagen door de lucht vandoor.

Essentieel voor een zomerse opera in Nijetrijne is daarentegen, naast de kleinschaligheid, de sfeer van komedie en amusement. Ook het verhaal met een Nederlands libretto vol moderne woordgrappen en komische anachronismen draagt daaraan niet weinig bij, en dat eist een grondige omwerking. De aan de dag gelegde inventiviteit, zowel door arrangeur Schlepp als door librettiste Alice Zwolschen, verdient wederom alle bewondering, maar voor de details verwijs ik graag naar beider toelichtingen in de programmabrochure. Ik vermeld alleen dat voor de finale gebruik werd gemaakt van een compositie voor piano van Mozart waarvan Tsjaikovski een versie voor vier stemmen en pianobegeleiding maakte!

Kleurig
Mede door de nadruk op intimiteit en natuurlijkheid is de voorstelling, in een minimaal decor en een strakke regie van Nynke van den Bergh de leukste en evenwichtigste die ik tot nu toe in Nijetrijne meemaakte. In een grasveld met enkele kleurige objecten, waaronder grote roze bloemen die reageren als de Bedriegertjes bij Arnhem, staat een 'huisje' voor de musici, omlijst door fel geleurde fantasiebeesten en met op het dak het domein van de tovenares Armida. Het helder groene gras dient als speelveld en de solisten dragen fantasiekostuums die door Sanne Puijk al even kleurig zijn gehouden, felrood voor Armida en haar helpster, helblauw voor ridder Rinaldo (de 'razende Roeland' uit de legenden) en zijn strijdmakker Ubaldo.

Voor de veeleisende titelrol is een beroep gedaan op de ervaren Claudia Patacca, die zowel de lyrische lijnen als de woedende coloraturen van Armida vocaal het volle pond geeft en ook in haar spel de nodige flexibiliteit ten toon spreidt. De tenor Erik Slik, vaste gast in Nijentrijne, blijkt op beide gebieden een uitstekende tegenspeler, terwijl de bariton Sinan Vural na een niet altijd goed verstaanbaar begin bij de première eveneens prima op dreef kwam. Ismene is in uitstekende handen bij Madieke Marjon, een aangenaam klinkende lyrische mezzosopraan die zich in een humoristische speelrol merkbaar in haar element voelt.

Het knappe aan de arrangementen van Vaughan Schlepp is wederom dat hij met een piano en vier blazers plus een contrabas een volle klank en een kleurenspectrum weet te bereiken, waardoor het ontbreken van strijkers geen moment als gemis wordt ervaren. Als dirigent houdt hij er ook ditmaal de vaart in terwijl het samenspel met de soms erg verspreide solisten vlot verloopt met trefzekere inzetten over en weer. Maar als ik heel eerlijk mag zijn: de grote ster bij deze voorstelling is toch de vaak miskende Salieri!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links