Opera en operette Mythe en realiteit in het theater
© Paul Korenhof, juni 2019
|
||||||||||||||||||
In december 2004 presenteerde DNO Mozart's Lucia Silla in een voorstelling die kenmerkend was voor het Duitse regietheater. De opera seria van de 17-jarige componist werd ten tonele gevoerd in een 'eigentijdse' regie van Jossi Wieler met dito decors en kostuums van Anna Viebrock. Op zich is dat geen probleem, ook niet bij een barokopera waarin het drama ondergeschikt is aan de opeenvolging van aria's als emotionele momenten ('Affekten'). Anders wordt het wanneer het regieconcept bewust afwijkt van tekst of partituur of zelfs een geheel ander drama creëert. Niet alleen kon deze productie niet in de schaduw staan van die van Patrice Chéreau in Brussel (1985), maar de regie plaatste zich zelfs vierkant tussen werk en toeschouwer. In toneelbeelden die herinnerden aan een totalitair Oost-Europees bewind bezongen de personages hun emoties binnen een handeling waarin machtsverhoudingen een centrale rol speelden.
Historische feiten Fictie en feiten Voor opera's uit andere tijden ( L'incoronazione di Poppea, Maria Stuarda, Tannhäuser, Un ballo in maschera, Boris Godoenov) geldt hetzelfde en wie romans als Couperus' Iskander, Dumas' De drie musketiers of Werfel's Verdi leest met de bedoeling iets te weten te komen over Alexander de Grote, graaf d'Artagnan of de componist Giuseppe Verdi, begaat een vergissing die vergelijkbaar is met het letterlijk interpreteren van de Bijbel. Fictie en geschiedenis zijn twee totaal verschillende werelden die absoluut niet met elkaar verward mogen worden.
De kracht van fictie
Helaas heeft fictie een negatieve klank gekregen en lijkt alles tegenwoordig te draaien om 'realiteit' en 'waar gebeurd' (ook als het dat niet is . . .). Nederlandse politici gaan er zelfs prat op dat zij geen fictie lezen, maar ondertussen wordt vergeten dat juist romans en toneel ons leren ons in andere mensen en andere situaties te verplaatsen. Zij verrijken onze emotionele beleving en verdiepen ons inzicht in de wereld om ons heen, iets waarvan de Griekse tragici zich al bewust waren. Zoals een Duitse filmregisseur onlangs verklaarde: "Fictie brengt je dichter bij de waarheid dan een reeks rommelige feiten."
Door de fictieve Lucio Silla te verwarren met de historische Sulla begingen Wieler en Morabito een vergissing die de opera volledig ontkrachtte. De door Mozart geschilderde, algemeen menselijke emoties werden ondergeschikt gemaakt aan historische feiten die in deze context geen zeggingskracht hadden, en dat werd onderstreept door een slotscène die zelfs volledig in strijd was met de partituur. Tijdens een finale-ensemble in majeur (D) zagen we namelijk de ondergang van de dictator in sterk visueel mineur, terwijl we luisterden naar de woorden De grote Silla, dankzij wie Rome Aan die situatie probeerde Morabito vervolgens een draai te geven met: "Hij wordt gevierd als symbolische figuur voor het democratische openbreken van het systeem." Wie het snapt, mag het zeggen. Theater als mythe In die nieuwe 'samen-leving' speelden in steeds sterkere mate individualiteit, geweten en 'mede-lijden' een rol en daarbij werd aan het theater een voorlichtende functie toebedeeld (men denke aan de uitgebeelde gewetensstrijd in Sophokles' Antigonè). Het is die ontwikkeling die ruim 2000 jaar later de regisseur Götz Friedrich nog de uitspraak zou ontlokken: "theaters zijn in onze maatschappij even noodzakelijk als ziekenhuizen." Steeds meer regisseurs gaan echter voorbij aan mythische essentie die vanaf de vroegste tijden de kern van het drama was. Juist het tonen van een niet-tijdgebonden, fictionele mythe leert de mens omgaan met angsten, onzekerheden en zijn plaats in het leven. Het tonen van actuele of historische realiteit kan de toeschouwer op het verkeerde been zetten, en kan door de beperking in tijd en ruimte die samenhangt met iedere actualisering, de 'boodschap' van het stuk vertroebelen. Ge-roman-tiseerd realisme Iets dergelijks gebeurde in de opera met personages als Norma, Rigoletto, Violetta en Tatjana, maar een 'realistische' actualisering ontneemt aan deze mythische personages het archetypische dat hen boven jan-en-alleman laat uitrijzen. Goede regisseurs zien dat in en versmelten realisme en mythe, zoals Patrice Chéreau toen hij in zijn Bayreuther Ring de oppergod Wotan uitbeeldde als 19de-eeuwse kapitalist met een ooglapje en een speer. Goed modern theater weet ook in geactualiseerde beelden de mythische essentie in stand te houden. Het onderwerpen een tijdloze thematiek aan een actualiserend realisme om situaties beter 'herkenbaar' te maken, is meer dan alleen een belediging van de intelligentie van het publiek. Het brengt het gevaar met zich mee dat de mythische waarde die het drama uittilt boven 'cultureel tijdverdrijf', wordt afgezwakt doordat abstracte situaties meer aandacht krijgen dan personages en navoelbare emoties. In het ergste geval maakt deze benadering het drama tot een tijdgebonden ideologisch pamflet dat even snel veroudert als de krant van vandaag.
De vis wordt duur betaald Simon Stone verplaatst het vissersdorp dat centraal staat in Op hoop van zegen naar de aankomsthal van een luchthaven. Hier wachten familie en vrienden op de terugkeer van hun dierbaren. Met snelle, messcherpe dialogen transformeert hij de ultieme Nederlandse toneelklassieker naar een verhaal van onze tijd. 'De vis wordt duur betaald' wordt nu dus 'De vlucht wordt duur betaald' met een Kniertje die papieren bekertjes slappe koffie uitdeelt. Een gewaarschuwd mens telt voor twee! index |
||||||||||||||||||