Opera en operette Op de drempel van de Romantiek
© Paul Korenhof, oktober 2017
|
||||||||||
Mozart: La clemenza di Tito Anders Dahlin (Titus), Paula Murrihy (Sesto), Deirde Angenent (Vitellia), Laetitia Gerards (Servilia), Rosanne van Sandwijk (Annio), Henk Neven (Publio)
Mozart was op en top een man van de achttiende eeuw, opgegroeid met de al
even 18de-eeuwse opera seria en de denkbeelden van de Verlichting, maar
in zijn laatste Italiaanse opera staat hij opeens op de drempel van
de Romantiek. In de muziek die hij schreef voor Sesto en de door hem
verraden keizer Tito gaat hij meer dan eens emotioneel de diepte in
zoals in geen van zijn andere werken - of het zou moeten zijn in het
duet van Ferrando en Fiordiligi in het tweede bedrijf van Così fan tutte.
Een bijzonder gelukkige greep had het Orkest gedaan met het engageren van Paula Murrihy, een Ierse mezzosopraan met een licht maar kruidig timbre die Mozart's mooiste travestierol in zang en spel het volle pond gaf. Fraai combineerde zij bovendien met de net iets lichtere Rosanne van Sandwijk, een al even geloofwaardige Annio en aanmerkelijk interessanter dan menige vertolkster van die rol die ik in het theater heb meegemaakt. Mooie 'Dritte im Bunde' was de ontwapenend meisjesachtige Servilia van Laetitia Gerards, een sopraan die vooral in stijl en afwerking soms zelfs even deed denken aan een jonge Erna Spoorenberg.
Als Vitellia, de aanstichtster van al het kwaad, bracht de sopraan Deirdre Angenent in haar zang iets van het grote operagebaar mee. Naar verhouding misschien een fractie te groot, maar wel imponerend van vocalistiek en wellicht werkte de ruimtelijke akoestiek van de kleine Zaanse Bullekerk niet helemaal gunstig voor haar 'operastem'. Opvallend was ook de vertolking van Publio, de commandant van Titus' lijfwacht, meestal een militaristische of ambtelijk-formele gezagsdrager, maar in handen van de bariton Henk Neven een rol met een veel menselijker aspect, soms zelfs meelevend. Ondanks vocaal fraaie momenten was de tenor Anders Dahlin in de titelrol de enige die een beetje in de goede bedoelingen bleef steken. In zang en spel moet de vergevingsgezinde keizer Titus overwicht uitstralen en dat was hier (nog?) niet altijd voelbaar.
Na diverse overdadige ensceneringen vol 'regievondsten' was het bijzonder prettig dit lang ondergewaardeerde werk van de 'rijpe Mozart' ook eens mee te maken in de sobere maar heldere regie van Jeroen Lopes Cardozo, minimaal in kostumering en geheel op de muziek gericht. Minstens zo prettig was het om weer de traditionele recitatieven te horen. Ook al zijn die niet van Mozart en soms een beetje aan de lange kant (enkele coupures hadden geen kwaad gekund), zij passen perfect bij het werk en dat kan niet gezegd worden van recente pogingen deze dialogen te 'verbeteren', soms met een muzikaal wangedrocht als resultaat.
index |
||||||||||