Opera en operette

Don Quichot struikelt over ambitieuze opzet

 

© Paul Korenhof, januari 2023

 

Moretto: Don Quichot

Mattijs van de Woerd (Mr. Benengeli, Don Quichot), Manuel Nuñez Camelino (Miguel, Sancho Panza), Jeremiah Fleming (Mr. Freestone, Friston), Alena Dantcheva (Dalisay, Dulcinea e.a.), Michaela Riener (Antonia, De Non e.a.), Max Bruins / Carlos Negrín López (Samson, De Ridder van de Witte Maan e.a.), Massimo Altieri (Nicola, De Hot Dogverkoper e.a.), Samar Qahtan (Een man, The Delivery Man e.a.)
New European Ensemble
la fonte musica
Dirigent: Hernán Schvartzman
Regie: Stefano Simone Pintor
Toneelbeeld: Herbert Janse
Kostuums: Mirjam Pater
Foto's: Bart Grietens
Den Haag, Koninklijke Schouwburg, 22 januari 2023
www.opera2day.nl

Cruciaal is de slotscène met daarin een duel tussen Don Quichot en 'de Ridder van de Witte Maan', hier de eerste astronaut op de maan en daarmee de vertegenwoordiger van onze door wetenschap en technologie beheerste samenleving. De ridder van de droevige figuur delft echter het onderspit: de menselijke fantasie legt het af tegen de moderne realiteit.

Don Quichot en de Ridder van de Witte Maan

Mr Benengeli, het moderne alter ego van de Spaanse ridder, verwerpt vervolgens zijn vlucht in een fantasiewereld en roept als een tweede Pangloss onze huidige wereld uit tot de beste van alle werelden. Daarop volgt dan een slotbeeld met een apologie van het alter ego van Sancho Panza i.c. Cervantes, en uiteindelijk een berustend schouderophalen van de eeuwige lezer die zich om dat alles niet bekommert en gewoon doorleest. Als vlucht uit de werkelijkheid? Of toch op zoek naar iets?

De fascinatie van librettist Stefano Simone Pintor en componist Vanni Moretti voor de roman van Cervantes is duidelijk en het titelblad van het libretto lijkt ook in een bepaalde richting te wijzen. Hun Don Quichot draagt namelijk de ondertitel 'Een avontuurlijke opera over de herovering van de fantasie'. Desondanks lijkt de opera eerder te wijzen op gevaren die kunnen ontstaan door een vlucht in de fantasie, maar duidelijk wordt dat niet, althans niet uit de voorstelling.

Roman met dialogen
Hierbij stuiten we meteen op het probleem dat het libretto van Pintor geen echte operatekst is, de zuivere basis voor een compositie, maar eerder een roman met dialogen. Lange introducties, tussenteksten en toelichtingen, zelfs details als de woorden die een personage ergens leest (en die het publiek dus onbekend blijven) zijn essentieel voor een volledig begrip. Het betekent dat een toeschouwer in het theater geen kennis heeft van veel wat voor een goed begrip van de opera wel noodzakelijk is. En om de verwarring nog groter te maken: de in het programmaboek afgedrukte synopsis is geen synopsis van de opera die op het tonele te zien is, maar van de complete tekst in het 'libretto'.

Don Quichot en Sancho Panza

Daarmee komen we aan een ander element dat Don Quichot mogelijk tot een unicum maakt (als we althans voorbijgaan aan Oedipus Rex, door Strawinsky bewust geschreven op een Latijnse tekst). Tot ver in de vorige eeuw was het normaal dat de zang in opera's voor het publiek verstaanbaar was en uiteenlopende componisten als Verdi en Poulenc maakten daar zelfs een punt van. De huidige boventiteling is dan ook niet meer dan een noodoplossing en gaat niet alleen ten koste van de concentratie en de identificatie van het publiek, maar ook ten koste van de expressiviteit van zangers die in talen zingen die zij niet echt aanvoelen (en soms zelfs helemaal niet).

Mix van talen
Het libretto van Pintor is echter een mengeling van Engels en Spaans, doorspekt met Italiaans (Napolitaans), Latijn, Nederlands en flarden uit andere talen. Het maakt een uitvoering in een voor het publiek verstaanbare taal niet alleen onmogelijk, maar dat zou ook tegen de opzet van het werk in gaan. Buiten sommige steden in de VS waar Spaans de tweede taal is, zal het echter moeilijk zijn een zaal te vullen met toeschouwers die (bij een verstaanbare uitvoering) geen boventiteling nodig hebben.

Dat alles roept de vraag op naar het nut en de bedoeling van zo'n veeltalig libretto, maar een antwoord geeft de voorstelling niet. Grappig is natuurlijk wel dat de Spaanse taal specifiek gebruikt wordt door de archivaris Miguel in zijn dubbelrol als Sancho Panza en Cervantes, en door Berengeli in zijn rol als Don Quichot, maar het nut daarvan is even twijfelachtig als wanneer de Japanners in Madama Butterfly in het Japans zouden zingen en van de weeromstuit Sharpless en Pinkerton in het Engels. Bovendien is de verstaanbaarheid van de gezongen teksten soms van dien aard, dat een deel van het publiek wellicht niet eens hoort in welke taal op dat moment gezongen wordt. Een theatermaker die het publiek iets te zeggen heeft, moet ook zorgen dat het publiek begrijpt wat hij wil zeggen!

Don Quichot, Sancho Panza en Dulcinea

Als voorstelling is deze nieuwe productie van Opera2Day echter een opeenvolging van flitsende, kleurrijke, inventieve en soms hilarische beelden, van de schuivende boeken- en archiefkasten via het 'paard' van Don Quichot en de 'muilezel' van Sancho tot het duel met de Ridder van de Witte Maan. De toneelbeelden van Herbert Janse munten uit door zowel vindingrijkheid als esthetische charme met als uitschieters de 'middeleeuwse gobelins' die de beide bedrijven aankondigen, en de aankleding van de titelheld door Mirjam Pater.

Muzikale mix
De partituur van Vanni Moretti vormt een knappe mix van stijlen, waarbij vocale muziek uit de middeleeuwen en de vroege Italiaanse Renaissance naadloos worden verbonden met soms impressionistisch aandoende modernere klanken. Daarbij wordt de vaart er goed in gehouden, zowel door Moretti met zijn muziek als door dirigent Hernán Schvartzman met sterk theatrale accenten en golfbewegingen. Een heerlijk ironisch getinte charme gaat daarbij uit van de opening van het tweede bedrijf, waar de inferieure navolgingen van Cervantes' eerste boek hun muzikale tegenhanger vinden in een opeenstapeling van hele en halve jukebox-flarden.

Dat ondanks de gesignaleerde onduidelijkheden het verhaal op zich niet alleen van de grond kwam, maar ook nog kon boeien, was behalve aan de muziek, de musici en het visuele aspect vooral te danken de solisten met voorop Mattijs van de Woerd, in zang en spel een ideale 'ridder van de droevige figuur', en Manuel Nuñez Camelino als zijn knecht. Een muzikaal juweeltje tussendoor vormt de uitvoering door Dulcinea (Alena Dantcheva) en 'een stem' (Massimo Altieri) van 'Già da rete d'amor' van de 15de-eeuwse componist Matteo da Perugia.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links