Mozart: Così fan tutte
Shantelle Przybylo (Fiordiligi), Anna Traub (Dorabella), Nicholas Crawley
(Guglielmo), Yaroslav Abaimov (Ferrando), Nina Lejderman (Despina),
Robert Davies (Don Alfonso)
Het Orkest van het Oosten
Dirigent: Arnaud Oosterbaan
Regie: Xander Straat
Nederlandse Reisopera - www.reisopera.nl
Theater Carré, 12 februari 2016
Volgende voorstellingen: klik hier
Mensen die problemen hebben met het verhaal van Così fan tutte - die zijn er kennelijk nog altijd - beseffen in feite niet dat theater theater is en geen realiteit. De tekst van Da Ponte geldt als een van de beste libretti aller tijden en in het nog altijd toonaangevende Opera as drama stelde Joseph Kerman zelfs dat dit libretto eigenlijk té goed is: zo goed dat Mozart er behalve naadloos aansluitende muziek niets aan kon toevoegen. Alles zat al in de tekst.
Een regisseur die dat niet in de gaten heeft, gaat onherroepelijk de
fout in. Als iets perfect is en je gaat er iets aan veranderen, kan
het nooit beter worden. Het was immers al perfect! Bij de voorstelling
die de Nederlandse Reisopera afgelopen week presenteerde, begon het
zorgwekkend met een totaal overbodige acteur die vóór
de voorstelling totaal overbodige rondjes holde en vervolgens het publiek
onthaalde op een totaal overbodige toelichting op wat volgen zou. Een
inleiding voor geïnteresseerden in de foyer is uitstekend, maar
bij een overbekende opera dat ook nog eens op het toneel doen getuigt
niet van respect voor het publiek - en zeker niet voor de intelligentie
van het publiek,
Vlot en speels
Afgezien van vraagtekens die werden opgeroepen door de aanwezigheid van Fiordiligi en Dorabella in de eerste scène - na een vreemde mime-actie tijdens de slotmaten van de ouverture die juist bij de dames 'out of character' was - verliep het eerste bedrijf heel vlot en speels. Af en toe kwam er iets overbodigs uit de lucht vallen, maar gelukkig krijgen operaliefhebbers steeds meer ervaring in het negeren van onverklaarbare toneelbeelden. Door het jonge solistenteam werd bovendien met overgave gespeeld en over het algemeen ook ontspannen, uiterst verzorgd en met meeslepende kleuring gezongen. Het meeste succes was daarbij weggelegd voor Shantelle Przybylo als een warm getimbreerde Fiordiligi, die overigens in de hoogte nog iets vrijer zou mogen klinken; haar stem was nu die van een goede Fiordiligi maar van mogelijk een nog betere Dorabella.
Daarbij bleef de Dorabella van Anna Traub vocaal een beetje achter. Deze jonge Zwitserse is muzikaal en beschikt zowel over toneelpersoonlijkheid als over een mooie altstem, maar het volume leek aan de kleine kant. Daardoor werd zij in de duetten een beetje weggedrukt en mogelijk kon zij soms ook moeilijk volume maken, omdat de tessitura voor haar stem een fractie te hoog lag. Zoiets is bijna onvermijdelijk als een rol voor 'tweede sopraan' bezet wordt met een altstem, en wellicht was haar soms verontrustende vibrato te wijten aan het feit dat zij daardoor in de samenzang iets te veel ging 'pushen'.
 |
Coupures
Na een enigszins scherpe opening zette Nina Lejderman een in zang en
spel verrukkelijke Despina neer en Robert Davies zong de motor van de
intrige met fraaie tonen, maar wie en wat Don Alfonso was, bleef in
de regie van Xander Straat onduidelijk. Het spel van de beide minnaars
was daarentegen heerlijk overtuigend en uitbundig zonder zij daarin
ergens over de schreef gingen. Vocaal waren beiden goed op dreef in
de ensembles, al miste Nicholas Crawley iets van het verleidende fluweel
van Guglielmo. Misschien was dat ook de reden voor de coupure van zijn
beide ironische aria's ten gunste van het meer martiaal getinte 'Rivolgete
a lui lo sguardo'.
Als zijn 'partner in crime' ontplooide Yaroslav Abaimov het ideale timbre
voor Ferrando, maar hij liep even stuk op de hoogte van 'Tradito, schernito',
een fragment dat misschien beter ook geschrapt had kunnen worden. Om
het ontbrekende koor te ondervangen waren bovendien nog enkele kleine
coupures nodig die alleen tijdens de tweede finale even tot een minder
fraaie overgang leidden.
|
 |
|
|
Souplesse
Complimenten voor dirigent Arnoud Oosterman die met Het Orkest van het
Oosten een vlotte voorstelling neerzette, vol dramatische souplesse
en aandacht voor de talloze muzikale details, in het bijzonder van de
blazers. Tijdens de eerste finale zakte de spanning even weg en het
middendeel van 'Fra gli amplessi' was wel erg 'strak in tempo', maar
over het geheel konden we alleen maar blij zijn met deze weergave van
Mozart's geniale partituur. Heel fraai was bovendien de breed uitgesponnen
aria 'Per pietà', met grote intensiteit gezongen door Shantelle
Przybylo. Jammer dat de regie er niet op vertrouwde dat die aria, dramatisch
een van de hoogtepunten in het hele Mozart-repertorie, bij het publiek
kon overkomen zonder - wederom totaal overbodige - regievondsten.
Surrogaat maagdenvlies
De regie van het tweede bedrijf was trouwens op meer punten problematisch.
Het begon ermee dat de zusjes zich aan het begin in gele plastic regenjassen
moesten hullen. Of zij nog maagd waren, weten we niet (Da Ponte zegt
daar niets over), maar om ze te omwikkelen met een surrogaat maagdenvlies
dat vervolgens door hun nieuwe minnaars uitgetrokken mag worden, behoort
eveneens tot de categorie 'overbodige regievondsten'. Da Ponte's medaillons
werken prima, geven alles weer wat weergegeven moet worden, en het teruggeven
van Dorabella's medaillon tijdens de slotscène zorgt voor een
navrant moment waar geen opgepropte regenjas tegenop kan (en zeker niet
als er gezongen wordt over een medaillon dat in de boventiteling wordt
aangeduid als 'aandenken').
Vraagtekens
Muzikaal bleef de voorstelling tot het einde toe de moeite ten volle
waard en daarmee verdienen zangers en dirigent alle mogelijke lof, want
scenisch ging de opera ten onder aan een finale waaraan geen touw meer
vast te knopen was. Wat gebeurde er nou wel en wat gebeurde niet? Waarom
omhelzen de zusjes elkaar na 'Fra gli'amplessi' en horen ze nou wel
of niet wat Don Alfonso ondertussen zingt? Is de scène met de
'degens' echt of ironie? Hoe weet Guglielmo dat hij een huwelijkscontract
ziet, als hij er niet eens een blik op werpt? Waarom loopt Don Alfonso
er opeens bij als een clown in zijn kleedkamer? En wat moeten we daarvoor
al met die halve vuilnisbelt die naar beneden komt en daarna weer opgetakeld
wordt? Kortom: de aandacht werd voortdurend afgeleid van muziek en uitvoering
door de vraagtekens die werden opgeroepen door onverklaarbare zaken
op het toneel. Onverklaarbaar en totaal overbodig. Het libretto van
Da Ponte is perfect!