Opera en operette

Raciale tragedie

als sterk muziekdrama

 

© Paul Korenhof, november 2022

 

Tesori: Blue

Kenneth Kellogg (The Father), Aundi Marie Moore (The Mother), Darius Gillard (The Son), Will Liverman (The Reverend), Vuvu Mpofu (Girlfriend 1, Nurse, Female congregant 1), Thembinkosi Magagula, Rehanna Thelwell (Girlfriend 2 & 3, Female congregant 2 & 3), Thando Mjandana, Charles Williamson, Martin Mkhize (Policemen, Congregants)
Residentie Orkest
Dirigent: Kwamé Ryan
Regie: Tazewell Thompson
Decor: Donald Eastman
Kostuums: Jessica Jahn
Licht: Robert Wierzel, Eric Norbury
Foto's: © Clärchen and Matthias Baus/DNO

Dat Blue, over racistische excessen in de VS van de Amerikaanse Jeanine Tesori (*1961) op een libretto van Tazewell Thompson (*1948), een sterk geëngageerd werk is, behoeft geen toelichting. Dat deze opera ook nog eens aansluit bij actuele thema's als het slavernij verleden en inclusiviteit, is binnen de Nederlandse culturele verhoudingen bovendien niet onbelangrijk. Het zijn zaken die bij de adviezen van de de Raad voor Cultuur zwaarder wegen dan artistiek niveau en volle zalen.

Belangrijker voor een goed theaterwerk is echter dat de politieke en algemeen humanitaire aspecten ondergeschikt zijn aan het individueel menselijke aspect. Of het nu gaat om Antigone (Sophokles en Anouilh), Macbeth of Cloaca, essentieel is dat de 'boodschap' wordt overgebracht via 'echte mensen' waarmee de toeschouwer zich kan identificeren en met emoties die het kan navoelen. Alleen dan ontstaat het soort drama waardoor de boodschap haar doel niet alleen bereikt, maar daar ook een (blijvende) indruk achterlaat.

Kern van de handeling in Blue is de moord op een zwarte teenager door een Amerikaanse politieagent die pretendeert daarmee alleen maar zijn werk te doen. Het was al een bekend nevenverschijnsel van het Amerikaanse racisme toen Tesori's opera in 2019 tijdens het Glimmerglass Festival (New York) in première ging, maar in mei 2020 maakte de moord op George Floyd de opera extra actueel. Dat de Europese première pas afgelopen maandag kon plaatsvinden, is dan ook vooral het gevolg van de steeds langere planningslijnen in de huidige operawereld, maar het is ook een compliment voor De Nationale Opera dat dit in Amsterdam gebeurde.

In Blue worden we geconfronteerd met het gezin van een zwarte politieagent die trots is op zijn blauwe uniform en ervan overtuigd is dat hij als 'dienaar van de gerechtigheid' een bijdrage levert aan het streven naar een betere samenleving. Dat zijn omgeving daar anders over denkt, zien we al tijdens een scène vóór de geboorte van zijn zoon en het wordt door die zoon zelf zestien jaar later onder woorden gebracht: 'You keepin' it safe for the white man, not for me.' Als die zoon dan door een agent wordt gedood, leidt dat tot een geestelijke crisis van de vader die nu niet alleen twijfelt aan zichzelf en zijn beroep, maar ook aan het Godsbestaan en de hogere doelen die hij in zijn idealisme altijd voor zich heeft gezien.

Het sterke punt van Blue is dat de schokkende momenten waar het verhaal om draait, buiten het stuk zijn gehouden. We leven mee met de ouders als hun zoon geboren wordt, waarbij onze voorkennis van wat hen met hun kind te wachten staat, het drama van meet af aan diepte verleent. En tijdens de intense confrontatie van vader en zoon aan het slot van het eerste bedrijf, zorgt diezelfde voorkennis in onze receptie voor een navrante omlijsting van die scène. Klassiek theater in optima forma.

Een extra sterk 'klassiek' element is dat de fatale gebeurtenis waar alles om draait, niet wordt getoond en zelfs niet verteld! Tijdens een lange scène met een priester waarin de frustraties van de vader een uitweg zoeken, en de sobere, net niet sentimentele begrafenisscène komen we alleen te weten dat de zoon tijdens een demonstratie door een politieagent is doodgeschoten. Het accent in beide scènes ligt geheel op de vader die vanuit een enorme woede langzaam wegzakt in de gedwongen acceptatie van het onvermijdelijke plus het besef dat dit nu eenmaal de maatschappij is waarin hij leeft. Een besef dat al in het begin keihard onder woorden werd gebracht door de vriendinnen van de moeder in een navrante pendant van de 'vriendinnenscène' in West Side Story.

Tijdens een korte epiloog waarin we getuige zijn van de laatste lunch van het dan nog complete gezin, horen we dan ook nog dat het een vreedzame demonstratie beloofde te worden waaraan volgens de zoon zelfs zijn vader probleemloos zou kunnen meedoen. De keuze om niet te eindigen met de met emoties beladen begrafenis, maar om met een flashback terug te keren naar het 'gewone' leven blijkt overigens een ware vondst. Het vermijden van een sentimenteel slotakkoord en de terugkeer naar het leven van alledag maakt Blue nog meer tot een opera over mensen en het tegengestelde van een gedramatiseerd politiek pamflet.

Ook de enscenering van Thompson doet niet meer dan dit verhaal in strakke lijnen en zo begrijpelijk mogelijk aan het publiek vertellen. Hij wordt daarbij gesteund door de functionele scenografie van Donald Eastman, zonder technische hoogstandjes en en duidelijk ontworpen voor een kleiner en minder pretentieus toneel dan dat van het Muziektheater. De achterwand is een in de verte weglopende witte straatgevel met een licht profiel waarin steeds ramen oplichten als 'plaats van de handeling'. De handeling zelf zien we op een sobere toneelvloer met alleen de noodzakelijke attributen, waardoor wederom de aandacht geheel naar de personages wordt geleid.

De eclectische partituur van Tesori, waarin naast 'Amerikaanse' tonaliteit ook jazz, rap en musical doorklinken, blijkt in dit verband soms wat brokkelig maar altijd functioneel en theatraal gericht. Haar ervaring met filmmuziek is hoorbaar, al was het maar in het streven een breed publiek aan te spreken. Tesori's musicalervaring werkt door in uitstekend zingbare zangpartijen die merkbaar gericht zijn op verstaanbaarheid. Met de plaatsing van het Residentie Orkest in de wijd uitwaaierende orkestbak dreigde dat laatste soms overigens wel even in de verdrukking te komen. Hopelijk voelt de enthousiast dirigerende Kwamé Ryan bij volgende voorstellingen de balans beter aan.

Centraal in de uitmuntende bezetting staat een meer dan levensgrote 'vader' van de bas Kenneth Kellogg. Zijn zang etst de woorden op je trommelvlies, terwijl zijn beheerste vertolking een breed emotioneel palet laat horen zonder dat hij daarbij ooit over een grens gaat. Met opmerkelijke vertolkingen van Aundi Marie-Moor (de moeder) en Darius Gilliard (de zoon) werd het gezin een hecht trio dat Kellogg de kans bood om op dat fundament veilig de emotionele uitersten te zoeken.

Een speciale vermelding verdient de Zuid-Afrikaanse sopraan Vuvu Mpofu als onder meer de eerste Girlfriend en de verpleegster in de kraamkliniek. Achteraf verbaas ik mij daar niet over bij een zangeres die onder meer in Pesaro Rossini's Corinna (Il viaggio a Reims) zong en in Glyndebourne Puccini's Musetta. Kortom: een zangeres die ik graag vaker in Amsterdam hoor - en dan in het 'grote repertoire'!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links