Opera en operette

Miss Piggy in Animal Farm

 

© Paul Korenhof, maart 2023

 

Raskatov: Animal Farm

Gennady Bezzubenkov (Old Major), Misha Kiria (Napoleon), Michael Gniffke (Snowball), James Kryshak (Squealer), Germán Olvera (Boxer), Karl Laquit (Benjamin, Pigetta), Artem Krutko (Minimus), Helena Rasker (Clover), Maya Gour (Muriel), Elena Vassilieva (Blacky), Holly Flack (Mollie), Marcel Beekman (Mr Jones), Francis van Broekhuizen (Mrs Jones), Frederik Bergman (Mr Pilkington) e.a.
De Nationale Opera
Nieuw Amsterdams Jeugdkoor
Nederlands Kamerorkest
Dirigent: Bassem Akiki
Regie: Damiano Michieletto
Decor: Paolo Fantin
Kostuums: Klaus Bruns
Foto's: Ruth Waltz/DNO
Amsterdam, 3 maart 2023
www.operaballet.nl

Wie de 1600 pagina's van Tolstoj's Oorlog en vrede tot opera gaat bewerken, weet bij voorbaat dat hij zich moet concentreren op één of twee hoofdlijnen en dat hij dus heel veel moet weglaten. Dat betreft niet alleen zijlijnen en nevenintriges, maar ook talloze details die in een boek uitstekend functioneren, maar die op het toneel de hoofdlijn kunnen verbrokkelen of aan helderheid doen inboeten. Daarom lijkt het makkelijker een verhaal van honderd bladzijden tot opera om te werken dan een roman van duizend bladzijden.

De opera Animal Farm van Alexander Raskatov, een opdrachtwerk van DNO voor het Opera Forward Festival 2023, wekt een andere indruk. Uitgangspunt was het voorstel van regisseur Damiano Michieletto om een opera te maken van de gelijknamige satire uit 1944 waarin George Orwell de Russische revolutie en het daaruit voortgekomen schrikbewind van Jozef Stalin vertaalde naar een reeks gebeurtenissen op een Engelse boerderij. Hij beschrijft hoe de verwaarloosde dieren in opstand komen en besluiten het bedrijf zelf te gaan runnen onder leiding van de varkens die echter steeds meer macht naar zich toetrekken. De sterkste onder hen ontpopt vervolgens als een dictator die niet terugschrikt voor de bloedigste terreur.

De Old Major vertelt zijn droom

Samen met de componist werkte Ian Burton dit verhaal om tot een opera van negen scènes, waarvan de eerste zes (het deel tot de pauze) de eerste zes hoofdstukken (totaal zestig pagina's) min of meer op de voet volgen. De overige vier hebben in een vrijere benadering hun neerslag gevonden in nog eens drie scènes plus een epiloog, wat erop neerkomt dat het libretto schematisch een redelijk getrouwe weergave werd van Orwell's verhaal.

Gefragmenteerd
Bij de première bleek echter dat Burton en Raskatov, min of meer misleid door de geringe omvang van Orwell's vertelling, in die eerste zes scènes ook zoveel mogelijk feiten en gebeurtenissen wilden weergeven. Dat leidde echter meer tot een opeenstapeling van elementen dan tot een vloeiende verhaallijn waarin ruimte was voor rust en reflectie. De daardoor ontstane, fragmentarische indruk wordt nog versterkt door een muzikaal patroon van felle, vaak drammerige akkoorden met nadrukkelijk aanwezige blazers en slagwerk, waarmee het tot zeventig man uitgebreide Nederlands Kamerorkest (hoezo 'kamerorkest'?) het toneelgebeuren onderstreepte.

De Old Major waarschuwt de andere dieren voor het lot dat hen wacht

Dat het ook anders kan bleek uit twee scènes waarvoor Raskatov muzikaal wel de tijd nam, en waarin we weer de meesterhand hoorden die we kennen van A Dog's Heart , een fijnzinniger uitgewerkte en daardoor veel bijtender satire op het Sovjet-bewind. Dat gebeurde allereerst in de scène waarin een oud varken, de Old Major (prachtige rol van de 73-jarige bas Gennady Bezzubenkov), het zaad voor de revolutie uitstrooit met een droomvisioen over een maatschappij waarin alle dieren, zonder menselijke overheersing, in geluk en vrijheid samenleven.

Het tweede rustpunt vóór de pauze is te danken aan een element dat door Orwell slechts zijdelings wordt aangeduid. We zien daarin hoe het ijdele koetspaardje Mollie zich door een boer met liefkozingen, kleurige strikken en andere opsmuk laat verleiden om de revolutionaire boerderij de rug toe te keren. Door haar egocentrische keuze, voorgesteld als het gevolg van domheid en gebrek aan sociaal bewustzijn, ontkomt echter zij aan de terreur die de andere dieren zal treffen. De jazzy-achtige sfeer waarmee Raskatov deze keuze voor 'het kapitalisme' muzikaal schildert, is een waar juweeltje van ironie, versterkt door de dromerige sopraan van Holly Flack als Mollie.

Sabotage
In het tweede deel verschilt het verhaal echter op een essentieel punt van het origineel. Als een conflict tussen twee leidende varkens, Napoleon (Stalin) en Snowball (Trotski) zo hoog oploopt dat de laatste de boerderij moet ontvluchten, wijt Napoleon vanaf dat moment alles wat verkeerd gaat aan sabotage door of op aanstichten van zijn gevluchte rivaal. Hij brengt zelfs onschuldigen ertoe misdaden 'uit naam van Snowball' te bekennen die zij niet eens gepleegd hebben, en alles met wrede doodstraffen tot gevolg.

Napoleon neemt de leiding

Napoleon's voorstelling van de afwezige Snowball als de oorzaak van alle - en merendeels door hemzelf veroorzaakte - kwaad, is een van de meest ontluisterende momenten in Orwell's vertelling. Burton en Raskatov brengen de gevluchte Snowball echter meteen na de pauze terug in het verhaal, waarmee zij het niet alleen geloofwaardig maken dat andere dieren hem inderdaad als saboteur beschouwen. Zij creëren zelfs de mogelijkheid dat hij, al was het maar door zijn aanwezigheid, inderdaad tot sabotage heeft aangezet. Waar Orwell Napoleon maximaal sataniseert, geven zij het terroriserende oppervarken zelfs een steuntje in de rug!

Beria
Een andere afwijking is de invoeging van een geheel nieuw personage, Pigetta, omschreven als 'een jonge actrice'. Dit blijkt een scène die op verzoek van Raskatov in het verhaal is ingelast om het varken Squealer overeenkomsten te geven met Stalin's opperbeul Lavrenti Beria. Uit zijn jeugd herinnerde de componist zich het verhaal dat Beria ooit een jonge actrice bij zich uitnodigde en vervolgens vermoordde, waardoor de bloemen die hij haar had aangeboden, haar grafkrans werden.

Squealer en Pigetta

Het werd een scène die in de opera helemaal op zich staat maar de behandeling als ironisch shownummer in Muppet-stijl ('Miss Piggy') maakt die, ondanks de navrante inhoud, tot een humoristisch lichtpuntje. Bijna hilarisch werkt hier de flair waarmee de tenoren James Kryshak (een scherp gekarakteriseerde Squealer) en Karl Laquit (in travestie) deze scène voor het voetlicht brengen.

Een echt probleem heb ik daarentegen met de optiek van de epiloog. Bij Orwell kijken wij aan het slot door de ogen van de overige dieren die tot hun verbijstering constateren dat de varkens op hun achterpoten gaan lopen, whisky drinken, onderkinnen ontwikkelen en helemaal samenvallen met de aanvankelijk door hen verachte mensen. Ook in de opera verenigen de mensen zich met de tot mens gedegenereerde varkens, maar ditmaal wordt die ontwikkeling juist vanuit hun optiek gepresenteerd, als een 'happy ending' in een wereld zonder enig respect voor minder goed bedeelde medewezens.

Natuurlijk, als Burton en Raskatov hier een wereld schilderen waarin ieder 'onaangepast' dier volledig is gedegradeerd tot radertje in het productieproces, dan moeten wij dat zien als een cynische kijk op die samenleving, en dus als kritiek. Het sluit alleen niet aan de bij negen voorafgaande scènes die ons juist naar de wereld lieten kijken door de bril van de onderdrukten, niet door die van de onderdrukkers.

Sociale status
In een decor dat nu eens doet denken aan een abattoir, dan weer aan een gigantische dierenhandel, maakt de regie van Michieletto de dieren steeds menselijker. Dat begint met het afzetten van de schitterend gemaakte dierenhoofden en de volgende fase is dat de varkens hun grauwe 'proletarische' plunje verruilen voor kleding die meer sociale status suggereert. Leuk detail daarbij is wel dat in de motoriek nog lang een dierlijk element zichtbaar blijft, iets wat vooral sterk overkomt bij de oudere merrie Clover (de alt Helena Rasker). zowel bij Orwell als in deze voorstelling een van de meest 'menselijke' karakters.

Geen revolutie zonder bloedvergieten

In de centrale rol van Napoleon is de bariton Misha Kiria in zijn zwijgen even onontkoombaar aanwezig als in zijn zingen, maar bij vrijwel alle solisten staat zowel de zang als de vertolking hier op het niveau dat nodig is om het redelijk lastige gegeven van de grond te tillen. Alleen Blacky, bij Orwell de gehate en (religieuze?) illusies rondstrooiende raaf Moses, komt in deze bewerking niet echt uit de verf, ondanks de heldere zang van de sopraan Elena Vassilieva. Debet daaraan is vooral dat het libretto haar rol flink heeft uitgebreid ten opzichte van het origineel zonder die echter meer reliëf te geven.

Ondanks de alerte en vindingrijke regie van Damiano is op het vaak redelijk volle toneel bij de solisten, althans zolang zij nog dierenhoofden dragen, niet altijd meteen duidelijk wie precies aan het woord is. Jammer is bovendien dat de schapen door de eenheidskleuren van de kostuums te veel in het grote geheel opgaan, terwijl zij bij Orwell door hun terroriserende geblaat over 'Four legs good! Two legs bad!' juist zo'n belangrijke rol spelen als het erom gaat de oppositie tegen Napoleon monddood te maken.

Hoewel vooral vóór de pauze de ietwat drammerige orkestpartij niet altijd overtuigt, valt op het orkestrale aandeel niets af te dingen. Van dirigent Bassen Akiki kan echter weinig meer worden gezegd dan dat hij de niet altijd simpele coördinatie van toneel en orkestbak goed in de hand had. Maar uiteindelijk was ik, ondanks de grote inzet van alle betrokkenen, van deze nieuwe opera van Raskatov aanzienlijk minder onder de indruk dan van A Dog's Heart.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links