n

Opera en operette

Amusant Operetta Land

maakt nog geen 'operetteland'

 

© Paul Korenhof, november 2022

 

De Jong/Cornelisse: Operetta Land

Muziek: Fall, Gounod, Lehár, Millöcker, Offenbach, Joh. Strauss jr, Sullivan, Zeller (arr. Marijn van Prooijen)

Laetitia Gerards, Elenora Hu, Femke Huisman, Frederik Bergman, Ian Castro, Steef de Jong, Marc Pantus, Raoul Steffani e.a.
Nationaal Jeugdorkest
Dirigent: Aldert Vermeulen
Regie & toneelbeeld: Steef de Jong
Productie: De Nationale Opera
Gezien: 20 november 2022
www.operaballet.nl

Een soms hilarisch Operetta Land blijkt een alleszins geslaagde poging van DNO om ouders met kinderen naar het theater te krijgen, zowel nu als in de kerstvakantie, terwijl tussendoor enkele schoolvoorstellingen gepland zijn. Daarom staat ook niet de muziek op de eerste plaats, maar het theatrale amusement, met veel fantasie samengesteld door ontwerper en regisseur Steef de Jong (die als verteller trouwens ook een redelijk geslaagde zangpoging doet) en van humoristische teksten voorzien door Paulien Cornelisse.

Ensemblefoto (© Bart Grietens/DNO)

Centraal in dit in sprookjesland gesitueerde verhaaltje staan een prinses met een marmeren hart, echte en onechte prinsen, een boze koning en een vogel die in een mens wordt omgetoverd. Op basis van anderhalf dozijn leuke melodieën en lange reeks kleurrijke beelden creëerde Steef de Jong daarmee meer dan alleen een verfrissende voorstelling. Het werd tevens een pleidooi voor de operette, een genre dat in ons land sinds de jaren zeventig artistiek verdacht is geworden, evenals trouwens iedere vorm van eerlijk theatraal amusement zonder 'boodschap'.

Doordat DNO daarop inhaakte, kon De Jong zich echter uitleven in een aaneenschakeling van onzinnige situaties in de meest kleurrijke taferelen. Met echte operette had het even weinig te maken als een bos bloemen met de Keukenhof, maar als een voorstelling die vooral bedoeld lijkt om jeugd naar het theater te trekken, is het een schot in de roos.

Clichés
Wel is jammer dat de zaal van DNO minder geschikt is voor dit soort theater - en voor een 'echte' operette. Voor de dialogen zijn microfoons nodig die een duidelijk klankverschil met de zang opleveren, terwijl de verstaanbaarheid van de gezongen teksten, een eerste eis bij operettemuziek, in veel gevallen te wensen overlaat. Bij de première kwamen de beste prestaties op dit punt van de enige buitenlander, de Amerikaanse tenor Ian Castro, die overigens wel het voordeel had van originele Duitse teksten. De zangteksten van Pauline Cornelisse zijn leuk, maar lijken toch minder goed zingbaar - of kunnen Nederlandse operazangers gewoon geen Nederlandse teksten meer zingen?

Steef de Jong (verteller, Lady Kant), Laetitia Gerards (Graaf lothat), Marc Pantus (Minister van Financiën) (© Bart Grietens/DNO)

Jammer is ook dat Cornelisse in haar teksten zoveel clichés over operette verwerkte en die ook nog regelmatig herhaalde, alsof zij ze zelf ook geloofde. Operettes lopen niet altijd goed af (de 'Tauber-operettes van Lehár!) en hebben beslist niet altijd een ingewikkeld verhaaltje. Integendeel zelfs - de doelgroep verhinderde dat bij voorbaat! Maar het is als bij Verdi's Il trovatore : een eerste vereiste is het horen of lezen van het hele libretto, en niet van een - per definitie onvolledige - synopsis. En wie dat niet gedaan heeft, moet zich onthouden van ieder commentaar!

Volwassen kunstvorm
Evenals de opera is de operette een volwassen vorm van muziekdrama die als zodanig serieus genomen moet worden, maar muzikaal doet Operetta Land denken aan oude lp's met titels als "Alle 13 goed". Een reeks leuke melodieën is aaneengesmeed tot anderhalf uur muzikaal amusement dat door jonge solisten en het door Aldert Vermeulen kundig geleide Nationaal Jeugdorkest enthousiast - zij het niet altijd even puntig - wordt uitgevoerd, maar operette is het niet. De vraag is zelfs: weten wij nog wel wat operette is? Hebben artistiek dédain, gebrek aan affectie en onbekendheid met het genre inmiddels hun tol geëist?

Ook diverse teksten in het programmaboek lijken in die richting te wijzen. Professor Noske noemde ooit als een van de grote fouten van schrijvers over muziek, dat zij bekende termen klakkeloos gebruiken zonder die eerst te definiëren, en zonder zich af te vragen of zij zelf wel een vast omlijnd idee hebben van wat met een term werd aangeduid. Zo heeft het genre veel van zijn populariteit en zelfs de benaming te danken aan Jacques Offenbach, maar wat deze met die term bedoelde, lezen we nergens, en evenmin dat hij slechts 29 van zijn ruim honderd theaterwerken zelf betitelde als 'opérette', een term die hij overigens pas in 1856 introduceerde bij zijn achttiende theaterwerk, La Rose de Saint-Flour.

Ensemblefoto (en helaas de enige persfoto met aandacht voor een van de vele fantasierijke toneelbeelden) (© Bart Grietens/DNO)

Offenbach's La Périchole , waaruit we in Operetta Land een fragment horen, is echter beslist geen 'opérette', evenmin als opéras-bouffes en opéras-comiques als La Belle Hélène, Orphée aux enfers en Les brigands. Een feit is echter wel dat die werken in Duitsland tot operettes zijn gedegradeerd met uitvoeringen waar soms geen kraak of smaak meer aan zit, en dan wreekt zich toch dat de toelichting in het programmaboek kennelijk uit Duits-georiënteerde teksten is bijeengesprokkeld. Terwijl een belangrijk en nog steeds bloeiend operettegenre als de 19de en 20ste-eeuwse Spaanse zarzuela niet eens wordt vermeld!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links